Plaatje hierboven: In het stadje Arraba in Galilea in het noorden van Israël wonen zo’n 25.000 Israëlische Joden en arabieren broederlijk naast elkaar. De Israëlisch-Arabische gemeenschap van Arraba in het Lager-Galilea heeft meer dan zes dokters per duizend inwoners. Het Vrijheidsbeeld in Arraba toont wat het zegt: bruggenbouwers [beeldbron: Israel21c]

Palestijnen die onder de Palestijnse Autoriteit (PA) op de “Westelijke Jordaanoever” en Hamas in de Gazastrook leven, kunnen alleen maar dromen van de levenskwaliteit van hun Arabische broeders in Israël.

Dankzij de huidige leiders in de Palestijnse Autoriteit en Hamas is het Palestijnse volk verzonken in miserabele levensomstandigheden. Armoede, werkloosheid en onderdrukking zijn al decennia lang haar lot. Dat komt, omdat de PA en Hamas herhaaldelijk vredesplannen afgewezen hebben, die de Palestijnen welvaart zouden hebben geboden.

Onlangs wezen de PA en Hamas het plan van de Amerikaanse president Donald Trump voor vrede in het Midden-Oosten af, dat voorziet in een investering- en infrastructuurvoorstel van $ 50 miljard om minstens 1 miljoen arbeidsplaatsen voor de Palestijnen te creëren. Het plan voorziet in projecten van $ 27,5 miljard op de “Westelijke Jordaanoever” en in de Gazastrook, evenals $ 9,1 miljard voor Palestijnen in Egypte, Jordanië en Libanon. Tot de “geplande projecten behoren projecten op de gebieden gezondheidszorg, onderwijs, stroom, water, hightech, toerisme en landbouw.”

Palestijnse leiders hebben echter “Nee” tegen het Trump-plan gezegd en het een “Amerikaans-Zionistische samenzwering ter liquidatie van de Palestijnse kwestie en de rechten van het Palestijnse volk” genoemd.

Deze leiders, die het Trump-plan afwezen, voordat ze het überhaupt gezien hebben, houden zich blijkbaar niet bezig met het welzijn van hun volk. Met de afwijzing van het aanbod van $ 50 miljard hebben de Palestijnse leiders opnieuw bewezen dat zij er de voorkeur aangeven hun volk in armoede en ellende te blijven zien leven in plaats van een voorstel ter financiering van verschillende economische projecten en het scheppen van arbeidsplaatsen voor de vele werkloze Palestijnen te accepteren. De ware verliezer van de hardnekkige afwijzing door de Palestijnse leiding is tragisch genoeg het Palestijnse volk.

Ondertussen zijn er in de regio andere Arabieren, die meer geluk hebben dan de Palestijnen op de “Westelijke Jordaanoever” en in de Gazastrook: de Arabische burgers van Israël. Deze burgers hebben geluk dat zij niet onder de heerschappij van de corrupte en incompetente leiders van de PA en Hamas hoeven leven. Deze Arabische burgers hebben geluk dat ze in Israël wonen.

Plaatje hierboven: Stichtende leden van Project Wadi Attir – de allereerste bedoeïene landbouwcoöperatie in Israël. Betrokkenen zijn Israëlische bedoeïenen en joden [beeldbron: Building the Bridge]

De twee miljoen Arabische burgers van Israël worden zelfs door hun Palestijnse broeders op de “Westelijke Jordaanoever” en in de Gazastrook benijd. Er gaat nauwelijks een dag voorbij waarop de Palestijnen niet opnieuw aan het goede en comfortabele leven van de Arabische burgers van Israël herinnerd worden.

Het jongste voorbeeld voor hun succesvolle en bloeiende leven is in Arraba, een stad in de regio Galilea in het noorden van Israël, te zien. Met een bevolking van 26.000 inwoners is Arraba vandaag een van de vooraanstaande gemeenten in de wereld wat betreft het aantal artsen.

“Er zijn 400 artsen in Arraba”, zei Dr. Tarek al-Sa´di, een internist uit de stad, die in het Rambam-ziekenhuis in Haifa werkt, dat in 1938, 10 jaar voor de oprichting van de staat Israël, werd gebouwd. We spreken van 15 artsen per 15.000 inwoners. Dat is een heel hoog percentage.”

De plastisch chirurg Yusef Nasser, eveneens inwoner van Arraba, merkte daarover op: “In onze stad gebeurt iets merkwaardigs. In elk huis zijn drie of vier artsen te vinden. Ik heb meerdere klinieken in het hele land. Wie komen er in mijn klinieken? Zowel Joden als Arabieren uit vele dorpen en steden.”

Saeed Yassin, een ervaren huisarts uit Arraba, is de trotse vader van drie artsen – twee jongens en een meisje. “Ik heb nog twee zoons die apotheker zijn”, zei hij.

Bovendien wees Dr. Yassin er op dat zijn 10 broers en zussen allemaal arts zijn. “Een keer in de zes maanden hoor je het vuurwerk dat wordt afgestoken om het eindexamen van 15 of 20 nieuwe artsen te vieren, die geslaagd zijn voor de medische tentamens”, voegde hij er aan toe. “Het is niet eens raar dat een familie artsen, advocaten en ingenieurs heeft. Dat is voor ons normaal geworden.”

Arabische vrouwen in Israël schijnen ook meer mogelijkheden te hebben dan diegenen die onder de PA en Hamas leven. De inwoners van Arraba merken op dat het aantal vrouwelijke artsen in de stad zelfs nog grote ris dan het aantal mannelijke.

Dr. Wuroud Yassin, die werkt in het Carmel-ziekenhuis in Haifa, heeft het gerenommeerde Technion – het Israëlische Instituut voor Technologie in Haifa – doorlopen.

“Ik heb op het Technion samen met mensen van verschillende komaf en religie, inclusief Arabieren en Joden, gestudeerd”, zei ze. “Ik was het enige meisje in mijn familie, en mij werd bijgebracht dat er geen verschil tussen een jongen en een meisje bestaat. Ook werd me bijgebracht dat niets onmogelijk is als je hard werkt.”

Een ander succesverhaal in Arraba is dat van de psycholoog Saleh Kana´neh, oprichter en directeur van het El-Razi-Centrum voor diagnose, behandeling en rehabilitatie, het eerste centrum in zijn soort, waarin professioneel personeel samenkomt om gehandicapte kinderen en jongeren te diagnosticeren en in overleg met de regering, de gezondheidsautoriteiten en de plaatselijke autoriteiten innovatieve geneesmiddelen te ontwikkelen voor de Arabische gemeenschap.

Beschouwd als het Mekka van de psychische diagnose en behandeling van Arabische kinderen, heeft het centrum bijna 50.000 behandelingen voor 1500 kinderen in dag-instellingen uitgevoerd en 20.000 diagnoses in de diagnosecentra gecontroleerd, en het heeft bovendien duizenden uren ter advisering van de patiënten en het personeel geïnvesteerd.

“We behandelen ook Joden”, zei Dr. Kana´neh. We zijn er trots op dat meeste van onze medewerkers vrouwen zijn. U zult geen huis in Arraba vinden dat niet minstens een academicus heeft. Dat maakt onze Arabische gemeenschap trots. We hebben 100 psychologen in Arraba. Dat betekent één psycholoog op 2500 inwoners.”

Zulke succesverhalen van Arabieren worden door de internationale media en de internationale gemeenschap graag geïgnoreerd. Deze mensen, die in Israël wonen, voelen zich blijkbaar goed.

Als ze op de “Westelijke Jordaanoever” en in de Gazastrook zouden wonen en dagelijks over Israël zouden klagen, dan zouden ze de aandacht van de hele wereld hebben gekregen.

Internationale journalisten, die over het Midden-Oosten en veel internationale organisaties berichten, geven er de voorkeur aan de ogen voor zulke verhalen te sluiten, omdat ze het positieve aspect van het leven in Israël laten zien.

Plaatje hierboven: Een delegatie van jonge Arabieren neemt deel aan de strijd tegen BDS, die de zwijgende meerderheid van de Israëlische Arabieren vertegenwoordigt, die op bijna elk gebied een integraal onderdeel van Israël is geworden. Meer dan de helft van de Arabieren in Israël is trots om Israëliër te zijn [beeldbron: Ynet]

Er is nog meer onwelkom goed nieuws over de Arabische burgers van Israël: de Israëlische regering maakte in 2018 bekend dat zij in de afgelopen twee jaar 4,5 miljard Israëlische sjekel ($ 1,3 miljard) in de Arabische regio´s heeft geïnvesteerd. De regering kondigde eveneens aan dat ze 20 miljoen sjekel ($ 5,6 miljard) in de Arabische hightech markt zal investeren.

De regering heeft besloten om tot eind 2020 in totaal 15 miljard sjekel ($ 4,3 miljard) in de Arabisch-Israëlische sector te investeren om “de sociale en economische kloof tussen de minderhedensectoren en de algemene bevolking door een verandering van de mechanismen voor de toewijzing van financiële middelen te verminderen.”

Terwijl de Israëlische regering honderden miljoenen dollars investeert om de levensomstandigheden van haar Arabische burgers te verbeteren, beroven de leiders van de Palestijnse Autoriteit en Hamas hun volk nog steeds van buitenlandse hulp, een betere toekomst en hoop.

De $ 50 miljard, die het Trump-plan aan de Palestijnen heeft aangeboden, worden uiteindelijk achtergehouden, omdat de Palestijnse leiders iets anders in de zin hebben: hun eigen bankrekeningen ten koste van het volk te spekken. Geen wonder dus dat Arabieren – inclusief Palestijnen – wanneer ze van een beter leven dromen, er vaak van dromen naar Israël te trekken. Het is ook geen wonder dat de meeste Arabische Israëli´s geen deel van een Palestijnse staat willen worden en in Israël willen blijven.


 

Een reactie achterlaten