Uit ‘Heerlijke nieuwe wereld’ van Aldous Huxley (1894-1963)
Het was een kleine fabriek van verlichtingselementen voor helikopters, een dochter van het Elektrische Apparatenbedrijf. Ze werden op het dak al opgewacht (want de circulaire van aanbeveling die door de Chef was uitgestuurd had een magische uitwerking) door het Hoofd Technische Dienst en de Manager Menselijke Factoren. Ze daalden de trap af naar de fabriek.
‘Elke beweging,’ legde de Manager Menselijke Factoren uit, ‘wordt zoveel mogelijk uitgevoerd door één enkele bokanovskigroep.’
En er waren drieëntachtig vrijwel neusloze, zwarte, breedschedelige delta’s bezig met koudpersen. De zesenvijftig vierassige draai- en wentelmachines werden bediend door zesenvijftig gamma’s met rood haar en gebogen neuzen. Honderdzeven hittebestendig geconditioneerde Senegalese epsilons werkten in de gieterij. Drieëndertig vrouwelijke delta’s, met langwerpige hoofden, rossig haar, een smal bekken en allen gemiddeld één meter negenenzestig lang met een afwijking van hoogstens twintig millimeter, trokken schroefdraden. In de assemblageruimte werden de dynamo’s in elkaar gezet door twee groepen gamma-plus dwergen. De twee lage werktafels stonden tegenover elkaar; daartussen kroop de lopende band voort met zijn lading losse onderdelen; zevenenveertig blonde hoofden hadden zevenenveertig bruine hoofden tegenover zich. Zevenenveertig stompe neuzen en zevenenveertig haakneuzen; zevenenveertig wijkende en zevenenveertig vooruitstekende kinnen. De voltooide mechanieken werden gecontroleerd door achttien identieke, in gammagroen gestoken meisjes met kastanjebruine krullen, in kisten verpakt door vierendertig kortbenige, linkshandige mannelijke delta-minussen, en in de wachtende vrachtwagens en wagons geladen door drieënzestig blauwogige, vlasblonde en sproetige epsilon halfimbecielen.
‘O heerlijke nieuwe wereld…’ Zijn geheugen speelde hem parten en de Wilde merkte dat hij Miranda’s woorden herhaalde. ‘O heerlijke nieuwe wereld die zulke wezens draagt.’