In zijn toespraken sneed Adolf Hitler vaak het thema jeugd aan. De jeugd moest ‘zo slank zijn als een windhond, taai als leer en hard als staal van Krupp’.
Hij zei: ‘Ik zal de jeugd volop in alle lichamelijke activiteiten laten trainen. Ik wil een atletische jeugd hebben, dat is het allervoornaamste. Op deze manier kan ik de duizenden jaren van menselijke domesticatie uitwissen. En dan heb ik het zuivere en nobele natuurlijke materiaal. Daarmee kan ik de nieuwe orde creëren… Onderwijs en opvoeding in een nationale staat moeten allereerst gericht zijn op het vormen van kerngezonde lichamen en niet op het volproppen van leerlingen met allerlei kennis… Intellectuele opleiding zal er niet bij zijn. Een agressief actieve, dominerende, harde jeugd – daar ben ik op uit. De jeugd moet onverschillig zijn voor pijn. Ik wil in de ogen van de jeugd nog een keer die trotse glans en onafhankelijkheid van het roofdier zien.’