Uit “Hitlers Frauen” van Guido Knopp (2001)
Een bijzondere invloed op Hitlers wereldbeschouwing schijnen de ideeën uit Wagners late werk Parsifal gehad te hebben. De sacrale toon van deze ‘geloofsopera’ schijnt als voorbeeld te hebben gediend voor een aantal van Hitlers redevoeringen, waarin het hem met zijn emotionele stem regelmatig lukte onder zijn getrouwen een stemming van collectieve ontsteltenis teweeg te brengen. Bestudeert men filmopnames van de dodenherdenkingen van het regime, bijvoorbeeld de met Wagnerklanken omlijste jaarlijkse heisa ter ‘herdenking’ van Hitlers putsch in München op 9 november, dan valt de ruwe verwantschap op met liturgische elementen uit de christelijke godsdiensten. Het zijn verwijzingen die ook Parsifal kenmerken: de cultus rond de ‘bloedbevlekte vlaggen’, de ‘eeuwige vlammen’ op de gedenkstenen voor de gevallenen, het monotone gezang waarmee de namen van de ‘martelaren van de beweging’ worden opgenoemd en de eenzame choreografie rond de celebrant – op 9 november meestal de plaatsvervanger van de Führer, Hess. Dit alles moest onderstrepen dat het nationaal-socialisme meer wilde zijn dan een politiek programma. Zelfs de vele in bureaucraten-Duits geschreven regels voor het ‘ordelijk verloop van politieke bijeenkomsten’ weerspiegelen het fatale pseudo-religieuze karakter van de ‘beweging’.