Uit “Homo Deus – Een kleine geschiedenis van de toekomst” door Yuval Noah HARARI
Het dataïsme verklaart dat het universum bestaat uit datastromen en dat de waarde van elk fenomeen en elke entiteit wordt bepaald door de bijdrage daarvan aan de dataverwerking. Dit geloof klinkt misschien als een excentriek randverschijnsel, maar het heeft het grootste deel van het wetenschappelijk establishment al veroverd. Het dataïsme is geboren uit de explosieve samenloop van twee wetenschappelijke vloedgolven. In de honderdvijftig jaar sinds Charles Darwin Over het bestaan van soorten publiceerde zijn de biowetenschappen organismes gaan beschouwen als biochemische algoritmen. En in de tachtig jaar sinds Alan Turing het idee van een turingmachine formuleerde, hebben informatici steeds geavanceerdere elektronische algoritmen kunnen creëren. Het dataïsme voegt die twee samen, vanuit het idee dat biochemische en elektronische algoritmen onderhevig zijn aan exact dezelfde wiskundige wetten. Daarmee doorbreekt het dataïsme de barrière tussen dieren en machines en het verwacht dat elektronische algoritmen uiteindelijk de biochemische algoritmen zullen ontcijferen en overtreffen.