Is er atheïsme mogelijk in het Jodendom? Ik durf te stellen dat er meer Joodse atheïsten zijn dan Joodse gelovigen-in-engere-zin. Hun identiteit wordt gevoed door de Joodse cultuur, de Joodse geschiedenis, de ervaringen in de Sjoa, de verbondenheid met Israël of simpelweg solidariteit met het volk waar men toe behoort door geboorte of doordat men daarmee door anderen wordt geïdentificeerd. Mijn vader kan weer als voorbeeld dienen. Hij bouwde ieder jaar loofhutten voor onder anderen de rabbijn, nam diens kinderen mee naar het strand, voelde zich tijdens een bezoek aan een kibboets als een vis in het water en repareerde daar alle machines, las het Nieuw Israëlitisch Weekblad, zat op een Joodse schietclub, was lid van zionistische organisaties, en wees, toen we samen in Antwerpen waren, op de chassidische Joden en zei, zonder enige aanleiding: ‘Ik hoor bij hen. Dat is mijn volk.’ Hij was atheïst tot in zijn botten. Net als zijn broers en zusters. Of neem mijn grootvader van moederskant, die zijn hele leven naar de synagoge ging, in het bestuur van de Joodse gemeenschap zat, en het vreselijk vond dat hij toen hij oud was de kracht niet meer had om de Torarol op te heffen om hem (na de recitatie) aan de sjoelgangers te laten zien. Toen hij stokoud was, werd hem gevraagd of hij in God geloofde. ‘Niet meer,’ was zijn antwoord.