Voor het herstel op grotere schaal – van de ecologische verwoestingen, van de relaties tussen volkeren, van bittere armoede, van ongerechtigheid – wordt meestal de term tikkoen olam gebruikt. Het Jodendom ziet de wereld als gebroken, en de mens als degene die die gebrokenheid deels op zijn geweten heeft en tegelijkertijd de taak heeft die gebrokenheid te helen. Zonder vrije wil is dat alles niet mogelijk. De oproep uit Deuteronomium 30:19 waarmee dit hoofdstuk begon, ‘Kies voor het leven (…)’, is een keuze in vrijheid voor de vrijheid.