Met je mysterieuze haren sla je
hard en wild in bed
Je wipt je ogen
hoger op en grijpt me
Bij de keel met kreten
trage klanken en gefluister
In het duister tast ik
naar een antwoord
Maar ik raak niet verder
dan wat ademstoten
Die zich in de diepte
van je lichaam storten
Dood van liefde zak ik
langzaam naast je billen
In een slaap die zonder tranen
droomt en ongestoord
De nacht doorboort: jij waakt
nog naakter aan het raam
Je wacht en tracht me
te verlaten bij het vallen
Van de dauw
de koude dageraad
Ik hou van jou
zo afgezaagd en oud
Wij faken en wij falen
worden wakker zonder
lachen of mysterie