We verbeuzelen ons leven met kleinigheden. Een fatsoenlijk mens heeft nauwelijks meer dan zijn tien vingers nodig om te tellen, of in het uiterste geval kan hij daar nog zijn tien tenen bij optellen en de rest kan op een grote hoop. Eenvoud, eenvoud, eenvoud! Ik zeg u, laat u in met twee of drie zaken, niet met honderd of duizend; tel in plaats van een miljoen een half dozijn, en maak uw boekhouding op de nagel van uw duim.
Vereenvoudig, vereenvoudig. Eet in plaats van drie maaltijden per dag zo nodig slechts één; vijf gerechten in plaats van honderd; verminder de rest navenant.