Artikel uit Doorbraak – Alexander Van der Meer

Alles wat we zeggen lijkt tegenwoordig te worden gecontroleerd door een inquisitie van zelfverklaarde ’social justice warriors’. Schrijvers die van het politiek correcte pad afwijken probeert men te cancellen, net als wetenschappers met ‘verkeerde’ theorieën. Personeel van uitgeverijen en kranten komt in opstand als er een boek of artikel dreigt te worden gepubliceerd dat ze niet bevalt. Enzovoort.

Deze strijd voor ‘sociale rechtvaardigheid’ wordt losjes aangeduid als wokeness. Er hoort een strikt omschreven hiërarchie bij van sociale klassen: de minst bevoorrechten bovenaan, de meer bevoorrechte daaronder. Joden bungelen helemaal onderaan, nog onder witte heteroseksuele mannen. Een rechtgeaard woke persoon veracht deze groep als de meest geprivilegieerde van allemaal, en veracht in het verlengde daarvan Israël.

Verloren onschuld

Het waren niet studenten of andere traditioneel opstandige jongeren die als eersten het woke evangelie preekten. Noch de anarchistische beeldenstormers die voor zwarte levens of klimaat de straten onveilig maakten. Nee, het waren de media, en dan vooral die in Israël.

Daar stond de wieg van ‘geëngageerd nieuws’. In Israël verloor de journalistiek haar onschuld. Daar veranderde ze in activisme. Daar overwon ideologie de objectiviteit. Het meeste nieuws uit Israël is zwart-wit: Israël slecht en Palestijnen goed, want onderdrukt — al zal iemand die kleurenblind is hier geen probleem in zien.

Israël schiet op kinderen. Palestijnen zijn slachtoffer, dus onschuldig. Geheel volgens de fundamenten van de woke ideologie. In de trant van: ‘Iemand is gekleurd, dus niet racistisch’. Mocht een Palestijn een steekje laten vallen, dan is daar alle begrip voor: joods bloed is per definitie geen onschuldig bloed.

Tweede Intifada

Er is lastig de vinger op te leggen wanneer het zover is gekomen, maar als ik één bepaalde datum moest aanwijzen, zou dat 30 september 2000 zijn. De zogeheten Tweede Intifada was op haar hoogtepunt en op die dag sloegen de westerse media tweemaal de plank mis.

De New York Times en andere kranten plaatsten een dramatische foto van een zichtbaar wanhopige jongeman met zijn hoofd en zijn witte overhemd onder het bloed. Een briesende Israëlische militair torende boven hem uit, zwaaiend met een knuppel. Op de achtergrond was een benzinestation te herkennen met Hebreeuwse belettering.

‘Een Israëlische politieagent en een Palestijn op de Tempelberg’ luidde de kop bij de foto, gemaakt door het grootste persbureau ter wereld: AP (Associated Press). Een iconisch beeld dat alles in zich had om het nieuwe vaandel te worden van de pro-Palestijnse beweging.

Mohamed Al-Dura

Ware het niet dat de NYT kort daarna een brief ontving van een arts uit Chicago:

‘De Palestijn op uw foto is mijn zoon, Tuvia Grossman, een joodse student uit Chicago. Hij werd met twee vrienden uit een taxi getrokken door een menigte Palestijnse Arabieren en raakte door messteken en ander geweld zwaargewond. De Israëlische soldaat op de achtergrond heeft mijn zoon gered van die menigte. Niet op de Tempelberg, zoals u schrijft, daar is geen benzinestation…’

Op dezelfde dag sneuvelde in Gaza de 12-jarige Palestijn Mohamed Al-Dura — althans, daar heeft het de schijn van. Hij was met zijn vader in de vuurlijn geraakt van een schietpartij tussen Hamas-militanten en Israëlische soldaten — die toen nog in Gaza waren gestationeerd.

Er was een cameraman aanwezig, ook een Palestijn, die voor televisiezender France 2 werkte. Zijn beelden verschenen nog diezelfde avond in Frankrijk op de Franse televisie: vader en zoon schuilend voor de kogels. Ze verspreidden zich destijds als een olievlek over de wereld en zorgden vooral in islamitische landen voor veel opschudding.

Haat voor de joodse staat

De opnames lieten niet zien wat er precies gebeurde, noch of Mohamed en zijn vader daadwerkelijk door kogels werden getroffen. Laat staan wie er op hen schoot.

Het verhaal bij de beelden kwam van de Frans-Israëlische journalist Charles Enderlin, die zelf niet ter plekke was. Hij stond bekend om zijn intense haat voor de joodse staat. Volgens hem waren de beelden die meer informatie bevatten te gruwelijk om uit te zenden…

Terwijl moslims overal ter wereld massaal woedend de straat opgingen, en de kleine Al-Dura op postzegels werd vereeuwigd en met straatnamen herdacht, sloeg elders de twijfel toe. Maar France 2 sleepte met haar diepe zakken iedereen voor de rechter die openlijk de betrouwbaarheid van de beelden betwistte. De ‘affaire Al-Dura’ leidde tot een juridische strijd die 12 jaar zou duren — zoals dat kan gaan in Frankrijk.

Nu eens kregen de sceptici gelijk, dan weer de zender…

40 journalisten en redacteuren in Israël

Eerdergenoemd persbureau AP heeft continu zo’n 40 journalisten en redacteuren in Israël; meer dan in China of Rusland. En meer dan in alle 50 landen van zwart Afrika bij elkaar. Ook in Syrië had AP vaak niet meer dan één stafmedewerker, terwijl daar acht jaar lang gemiddeld 50 000 mensen per jaar sneuvelden. Meer dan in het hele Israëlische conflict ooit…

The New York Times-journalist Matti Friedman werkte jarenlang voor AP in Israël. Hij schreef later verschillende artikelen over die tijd, waaronder: ‘How the media makes the Israel story.’  De ondertitel luidde: ‘Nieuws uit Israël zegt minder over Israël dan over de mensen die dat nieuws schrijven.’

Een soort eigentijdse zedenschets

Volgens de van oorsprong Canadese verslaggever is de globale obsessie over de joodse staat in niet geringe mate toe te schrijven aan de manier waarop de media het conflict daar brengen.

‘Er wordt een opvallend eenduidig en deels fictief verhaal naar buiten gebracht, dat in het keurslijf van een voorgeschreven narratief moet passen. Men creëert een soort eigentijdse zedenschets, met de joden van Israël als moreel slechter dan welk ander volk op aarde ook. Daarmee volgt men een klassiek gedachtepatroon, dat sinds mensenheugenis diepgeworteld zit in de westerse beschaving…’

Friedman komt met voorbeelden van gebeurtenissen die het plaatselijke bureau van AP wel of niet nieuwswaardig bevond. Foto’s van zwaarbewapende zwartgeklede mannen die de Hitlergroet brengen tijdens een evenement van de Al-Quds Universiteit in Oost-Jeruzalem, werden bijvoorbeeld afgewezen. De militaire bezetting van Oost-Jeruzalem wordt door veel joden afgekeurd, maar door zulke foto’s zou men allicht van mening kunnen veranderen. Ze kwamen wel terecht bij minstens één Amerikaanse universiteit die met Al-Quds samenwerkte: de Brandeis University, die meteen alle banden verbrak.

Hamas

Iedere journalist in Israël weet dat Hamas in Gaza recht onder de burgerlijke infrastructuur een militaire infrastructuur heeft gebouwd. Dat het zijn wapenarsenaal in scholen en ziekenhuizen opslaat en dat het tientallen tunnels naar Israël heeft gegraven. Allemaal geen nieuws, behalve als Israël ergens een bom op gooit.

En als verslaggevers er wel nieuws van maken, kun je er donder op zeggen dat ze niet bij grote persbureaus werken. Zoals de Finse tv-verslaggeefster die een reportage maakte vanuit een ziekenhuis in Gaza en doodleuk vertelde dat Hamas een lanceerinrichting voor raketten op het dak had staan.

Of de televisieploeg uit India, die vanuit haar hotelkamer in Gaza filmde hoe Hamas-militanten een lanceerinrichting opzetten in een tent, tussen het hotel en torenflats in. Ze filmde zelfs het afschieten van een raket. Hamas lijkt Israëlische vergelding te willen uitlokken, met zoveel mogelijk burgerslachtoffers. Die brengt Hamas dan onder de ogen van de voltallige pers ziekenhuizen in Gaza binnen. Daarna worden de journalisten weggestuurd en gewonde strijders afgevoerd.

Black Lives Matter

De terreurorganisatie begrijpt de rol van de westerse pers in Israël aanzienlijk beter dan het publiek voor wie die pers werkt. Het Israëlnarratief van witte kolonisten en weerloze inheemse slachtoffers dat onafgebroken de huiskamer wordt ingepompt, past naadloos in de nieuwe ideologie van wokeness. Sterker nog, het heeft die ideologie helpen creëren.

Waar woke volk demonstreert, wordt Israël er bijna altijd met de haren bijgesleept. En waar die demonstratie ook over gaat, je ziet Palestijnse vlaggen en hoort soms ook antisemitische leuzen. Ook bij Black Lives Matter demonstraties. De BLM-organisatie wist via onzinnige beschuldigingen de haat voor Israël in haar activiteiten te breien: de wurggreep die George Floyd het leven kostte, zouden Amerikaanse agenten van de Israëlische politie hebben geleerd.

Papieren Palestijnse vlaggetjes

Maar ook tijdens de ‘Women’s March’ tegen president Trump en in de ‘Dyke March’ voor militante lesbiennes in Chicago waren Palestijnse vlaggen te zien. Zelfs in Engeland zat bij iedere conventie van de Labour partij onder Jeremy Corbyn de hele zaal met dezelfde standaard uitgedeelde papieren Palestijnse vlaggetjes te zwaaien.

Niet alleen de lange westerse traditie van antisemitisme vormt vruchtbare grond voor het Israël-narratief, maar ook de Bijbelse dimensie maakt het aantrekkelijk. Fabels van menselijke ongelijkheid werken nu eenmaal sterker tot de verbeelding als ze in Jeruzalem of Bethlehem spelen, dan in Minneapolis of Beijing.

Gayle Harris

In de Bijbelse dimensie van verraderlijke joden past het verhaal dat de Afrikaans-Amerikaanse bisschop Gayle Harris tijdens een conventie van de episcopale kerk vertelde. Met veel drama beschreef ze dat ze in Israël had gezien hoe Israëlische soldaten een Palestijnse jongen ijskoud doodschoten. Alweer op de Tempelberg: ‘They shot him in the back four times. He fell on the ground and they shot him another six times…

Later moest ze toegeven het hele verhaal uit haar duim te hebben gezogen…

Een reactie achterlaten