Filip van België speelt mee in een promofilmpje voor de Rode Duivels, onnozeler kan een koning zich niet opstellen. Ons royale staatshoofd kent immers geen kloten van voetbal. Het is een flauwe reclamestunt, hem aangepraat door zijn adviseurs en niet afgekeurd door zijn vrouw. Zo’n vorstelijke pipo kan je voor alles laten opdraaien, mits het scenario klaarligt en het script kan afgelezen worden. Dat was niet het geval bij de verschrikkelijk doodslag op politieman Thomas M. die door een dolle moslimfanatiekeling werd gekeeld. Daar had onze koning geen woorden voor, het Hof schreef de boodschap in zijn plaats, het gebruikelijke getuigenis van medeleven met de familie en delen in het groot verdriet enzo. De slachtpartij geschiedde in de nabije buurt van het Koninklijk Kasteel te Laken. Het bloed is misschien nog niet van de straat om het hoekje geveegd. De woede van de volkse mensen tegenover hoofddoeken en sluiers neemt ondertussen toe. Niemand van ’s lands elite durft te spreken van fascistisch moslimfundamentalisme of islamitisch terrorisme. De Koning verkiest voetbal, dat scoort zoveel makkelijker, dat veronderstelt ook geen eigen mening, daarvoor heb je zeker geen ballen aan je lijf nodig, hoogstens een camera en wat lachen op commando. Onze monarchie vergeet dat ze slechts aanwezig is voor de prentjes en het decorum. Waarom hebben wij nog ontzag voor een poppenkast zonder moraal?
Ik had op het Koninklijk Paleis indertijd mijn goeie collega Ricky die vaak fungeerde als vaste lijfwacht van prins Filip. In verband met bovenstaande context is één typerende anekdote me bijgebleven. Er was een verplaatsing waarbij Filip achteraan in de dienstwagen zat naast Michel D’Hooghe, de toenmalige voorzitter van de Belgische Voetbalbond (1987-2001). Mijn maatje zat vooraan naast de chauffeur, zij werden verondersteld waakzaam te zijn en vooral zwijgzaam te blijven, zo schrijft het veiligheidsprotocol dat voor. Het gesprek tussen Filip en D’Hooghe ging uiteraard over onze nationale voetbalploeg.
Mijn kameraad was er evenwel ongewild getuige van dat de conversatie allesbehalve vlot verliep, er traden constant communicatiestoornissen op. D’Hooghe bleef zich uitsloven, maar Filip zat er met de handen aan het hoofd en de mond vol tanden bij. Voetbal zei hem niks, behalve dat een bal rond was en dat de arbiter een fluit had kon hij niets bedenken. De bondsvoorzitter bleef braaf aanvallen en gaf de perfecte voorzetten, maar de prins ging telkens de mist in. Ten einde raad tikte D’Hooghe mijn collega Ricky op de schouder, of die misschien iets van het spelletje kende? Mijn maat wou zijn grote baas depanneren en gaf voorzichtig een paar rake antwoorden. Michel D’Hooghe was opgetogen, de pijnlijke stiltes waren opeens doorbroken met een mannetje meer dat meespeelde. Zo werd het toch nog een gezellige rit. Tot Filip, na de reglementaire speeltijd, zijn tricolore duivels ontbond. De discreet gedienstige Ricky kreeg een harde kopstoot van de latere koning (en actuele acteur in het geënsceneerde voetbalspel). Wat was er gebeurd dat de prins niet zo leuk vond? Zijn beste veiligheidsagent had volgens hem voor zijn beurt gesproken, hij had zijne prinselijke hoogheid te kakken gezet door beleefd en tactvol in te gaan op de vragen van D’Hooghe.
Mijn maat was uiterst gereserveerd geweest, hij nam het op voor zijn domme patron, maar ontving achteraf de volle lading. Voor politiemensen als die professionele Ricky had Filip wél de nodige belangstelling. Om verbaal op te kloppen en te desavoueren.
Zo werkt dus de moraal aan het Koninklijk Hof, het komt neer op slaafs paraderen en een rol instuderen, wat niet altijd lukt en dan schopt men om zich heen, liefst naar beneden. Daarom mag het ook niet verwonderen dat de vermoorde Thomas M. niet de nodige hoofse eer heeft gekregen, dat de islamitisch geradicaliseerde dader voor het vorstelijke Laken geen naam draagt. Daar is geen uitleg voor die ze zelf kunnen bedenken, in de lamme-goedzak-achtige (letterlijk af te lullen) kerstboodschap zal het integendeel voorspelbaar klinken dat we verbindend moeten werken en niet mogen polariseren, en vooral: verdraagzaam zijn tegenover al wie onze samenleving ondergraaft en een ideologie van haat (vermomd als religie) aanhangt. Het is zó makkelijk voor Filip om in een filmpje met zijn fluit te spelen en een balletje te laten trappen. Buiten het speelveld van het entertainment worden ondertussen kelen overgesneden. In Qatar waren duizenden slaven aan het werk, een groot aantal overleefde het niet, dit is het wereldkampioenschap voetbal van de schande. Weet Filip dit niet? Er zijn misschien moedige mensen zoals mijn ex-collega Ricky voor nodig om hem dat te vertellen. Mijn oproep is reeds op voorhand tevergeefs, er resten enkel nog wat lakeien op dat Paleis.
Lafheid en zwijgen zijn blijkbaar een nieuw modeverschijnsel. Een andere ex-collega van mij, gewezen commissaris en ex-directielid in Kazerne Dossin, is hyperactief op Facebook, als de melige filosoof van de bloemetjes en de bijtjes. Hij is kampioen van de beeldberichten over de zon en de maan die op- en ondergaan. Hij is de grote goeroe van de goedheid en de gevoeligheid, bovendien een godsdienstfanaticus die zeemzoete gebeden plaatst op FB en zijn God voor alles dankt, inclusief de zachte dood (zo lang zijn eigen familie buiten schot blijft). Op 11 november postte hij (in niks origineel) een klaproos, dé link met de wapenstilstand van WOI, een knallend rood dat voor vrede stond. Hij vroeg amechtig aandacht voor de jongens die meer dan 100 jaar geleden in de loopgraven waren gestorven. Applaus op alle banken, honderden duimpjes en hartjes. Tot ik zijn rozig feestje verknalde.
Ik vroeg of hij, als ex-officier van de Federale Politie en als gewezen kaderlid van Kazerne Dossin (museum van de Holocaust én de Mensenrechten!) ook geen traan had kunnen plengen voor de jonge Thomas M. (29 jaar) die de avond voordien was vermoord door een hedendaagse vijand van ons Westerse volk: een zoveelste moslimterrorist. Dat beviel betrokkene maar matig. Om een lang verhaal kort te maken, hij voorzag nog rap één regeltje voor Thomas M. onderaan zijn tekst voor de gesneuvelden van WOI, maar hij wiste wel mijn commentaar. Ik ontving nog een moraliserend bericht van hem dat we zeker niet mogen polariseren en vooral de verbinding met de islamitische gemeenschap niet mogen verbreken. Tja, daar gingen we weer, de gekende riedel.
Ik antwoordde: zo werden misschien in de jaren ’30 van vorige eeuw door een meute mensen theatraal de doden van de Slag bij Waterloo (1815) herdacht, terwijl de nazi’s ter plekke reeds hun verschrikkelijke moordapparaat ontwikkelden. Toch niets makkelijker dan je politiek correct te wentelen in de morele herdenking van de vrede uit een ver verleden maar doof en blind blijven voor de oorlog die onder je ogen plaatsvindt. De bezielde gelovige hakte toen met het mes van zijn toornige God, hij haalde uit met zijn zwaard van de omgekeerde rechtvaardigheid. Hij wiste wit van woede nogmaals mijn commentaar. Daarna gaf deze Vlaamse moslimmaat mij de genadeslag, hij schrapte onze FB-vriendschap. Zo laf. Ik had hem onzacht wakker gemaakt uit zijn weke plaatjes en zijn makke praatjes. Hij had buiten mijn aandacht voor een gesneuvelde inspecteur gerekend, een kompaan uit onze vroegere beroepswereld. Ik interpreteer deze strategische vergetelheid (lees: de moslims niet beledigen) als een indirecte maar forse trap tegen het graf van een dappere soldaat bij de politie die zijn plicht deed voor de veiligheid in onze maatschappij.
Koning Filip mag hierover zijn mening geven!