Diversiteit is aan de orde, omgaan met mensen van andere culturen een must. Ik doe mijn best.
Wij leven in Leuven tussen de zwarten en de bruinen, in alle variëteiten. Wij blijven rustig blank, dat is dus niet wit.
Een inlandse madam uit de straat noemde mij ooit een averechtse Belg of een ‘verbasterdeerde’ Afrikaan.
Ik had het raden naar dit koosnaampje. Haar motto was ‘once you go black, you never get back’.
Ze verzamelde Congolezen en Nigerianen, ze legde hen volgens een strikte beurtrol in haar bed.
Zij bekende graag kleur en beging geen enkele vorm van discriminatie. Ze wipte anti-racistisch.
Eén van haar donkere mannelijke speeltjes was in zijn vrije tijd een jager. Zijn terrein bestreek de ganse stad.
Hij dook in alle grote winkels op. Hij sprak de Vlaamse dames aan met zijn buitenlands accent en zijn zwarte charme. Ik zag hem één keer bezig en ik werd verlegen. Wat een mijnheer!
Uit groot respect schreef ik onderstaand (plechtig) gedicht.
Wars van racisme en met een knipoog naar wat wit & woke is.
Dag Allemaal. Tampax. Chocolade. Cola. Tandpasta.
De Standaard. Bronwater. Komkommer. Boter. Kaas.
Haar kar was nog niet volgeladen in de Spar. Maar
niettemin, die had beziens. Ik had het weer als eerste
zelf gezien. Een mens verschiet van niks meer. Split
tot aan haar billen. Strakke blouse, stilleto’s en een pet
waaronder zwoel haar blik te keer ging. Intellectueel
meneer, zo van dat type weet u wel. Zich niet generen
voor de medemens. Pardon of excuseer, tarara, met
haar gat forceerde zij zich een passage langs bananen
en een neger die mij vaag bekend was als Roger: “elle est
blasée, maar scherp van snee” (hij is perfect tweetalig).
Ik heb twee minuten met hem nagepraat. Hij sneed een
bruin brood met zijn blote handen (hun lokaal gebruik).
Wij vonden dat mamzel veel noten op haar spel had:
haar viool. Roger bedacht zich als een Afrikaan, in niets
frivool als wij. Hij ging gewoon zijn trage gang. Een filosoof
die door het donker sloft. Plots schoot het door zijn kop.
Hij ging haar bellen, nee eerst sms-en. Mailen lachte ik. Hij
zweeg timide. Preventief had hij haar nummer bij de selder
en de prei gekregen. Dankzij wat ik typisch noem:
zijn negerstreken. Ik zweeg zedig, ik was tweedes.
Weeral. In de multiculturele wereld. Toegegeven, eerlijk
duurt het langst. Zij kloppen ons met centimeters. Ergens.