Ik heb vandaag mijn kleindochtertjes mogen spreken, en een klein beetje zien. Samen met Nathalie, ze hielp me. Alleen was dit niet haalbaar voor mij. Het is ook hallucinant, surrealistisch zelfs, een scène uit een totaal ongeloofwaardige film. Maar het vindt wél plaats, onder de onverbiddelijke regie van Vé, mijn schoondochter. Maar ‘schoon’ is anders.
Vé heeft bepaald dat er één ontmoetingsmoment is per maand. Omdat een fysiek bezoek niet kan wegens de restricties van corona hadden wij een zwaaimomentje voorgesteld, beetje op afstand, maar wel in mekaars gezichtsveld, en dan effe bellen met de GSM. De kindjes misschien vanuit het deurportaal, wij vanuit de auto bijvoorbeeld, op een goeie 100 meter.
Vé vond dat niet uitvoerbaar. Wegens niet haalbaar, verdere verklaring ontbrak. Het was dus niet wenselijk voor haar, naar onze argumenten werd niet gevraagd. Ik ben slechts de opa, Nathalie een voorlopig onbekende, die ze tot nader order verkiest niet te leren kennen.
Vé vergeet, heel intentioneel, dat ik de vader ben van Vinnie, haar overleden man, mijn zoon en enig kind. Vé heeft een hekel aan mij, sinds ze weet heeft van mijn bestaan. Ik heb haar afkeer gevoeld vanaf het allereerste ogenblik. Niettemin heb ik haar alle kansen gegeven, ik heb haar succes gewenst, als geliefde van Vinnie, later als zijn vrouw.
Het mocht niet baten, de hekel nam dimensies aan van een psychisch gezwel, verkankerde tot haat.
Ik heb alles reeds uitgeschreven in het ‘Privé Boek voor de Kindjes’, nog eens nader uitgelegd, bij herhaling zelfs, in het Testament van Taal 2020. Het heeft allemaal niet mogen baten, zij volhardt en bijt zich vast in mijn hart. Maar ik zal niet bezwijken en ik blijf ook schrijven, ik noteer al haar laagheid, haar lelijkheid staat geacteerd. Hier en in andere geschriften, steeds weer voor de kindjes later. Opdat de haat het finaal niet zal halen.
Ik ageer samen met Nathalie, zij staat me bij in deze bij wijlen uitzichtloze en compleet absurde strijd. Ik heb ook de sympathie van haar kinderen Barry en Katoke, twee nobele getuigen die ondertussen kunnen weten dat ik grotendeels wel deug. Tot mijn vreugde, het verzacht de ergste pijn.
Terug naar het verslag van vandaag. Vijf minuten (jawel, ongeveer 300 seconden) mochten we video-whatsappen, via het kleine schermpje van de smartphone. We zagen het wisselend beeld van de living, een blik op de tuin, tussendoor wat fragmenten van Martje, soms ondersteboven, twee keer Roosje in de snelle vlucht, beetje gefluister van Vé op de achtergrond, de woordjes papa en verjaardag vielen in een onduidelijke context. Wij vroegen beurtelings om nadere uitleg, trachten de kindjes beter te bereiken, mikten juister met onze display, maar opeens viel het besluit dat we beter konden stoppen wegens toch weer onmogelijk.
Dit was een onuitvoerbaar scenario geweest, helemaal onvoorbereid en ter plekke ongeïnspireerd begeleid door Vé. Ze had daags voordien het uur nog vervroegd, half 10 in plaats van 10 uur, zonder enige verklaring, in een bericht zonder aanspreking. Nathalie antwoordde haar zeer beleefd dat het oké was, maar Vé haalde meteen uit naar mij: als het hem niet aanstaat, dan moet hij maar wachten tot na corona… In de gekende stijl van haar venijn.
Ze wil, consequent aan zichzelf, niks liever zien dan miserie daar waar er potentieel vrede kan zijn. Heeft het met haar latente hang naar hysterie te maken? Welke ziekte heeft er bezit genomen van de ziel van deze vrouw? Wie stopt dit dolgedraaide despotisme? Wie houdt dit losgeslagen mens tegen in een mogelijk labiel moederschap? Ik lig er ’s nachts wakker van. Ik spreek met Vinnie, smeek uit radeloosheid om zijn hulp, maar helaas, zijn antwoord rust in de dood.
Gelukkig is er mijn geliefde, zij steunt en stuurt, zij houdt vol in deze gekke realiteit die neigt naar surreële zotternij, een pijnlijk script dat in zijn diepste kern aan pure horror raakt. Dit verhaal draagt het DNA van een dictatuur, dit is een soort Noord-Korea dat toegeslagen heeft in een gezin. De leden en naaste verwanten worden er geterroriseerd door één demonische persoon. Een diabolische mama.
Of Vé nu gebukt gaat onder verdriet of niet, ik verdien deze dwingelandij niet. Ik ben zeker niet perfect, ik heb een speciaal leven geleid, met vele geliefdes die me deels geluk en nog meer problemen opleverden, maar dat was per definitie privé. Punt! Dat behaagt de familie van Vé (de AB’s) niet, maar het waren wel mijn eigen zaken. Dat wist om te beginnen Vinnie, hij was daarin correct. Dat volstaat dan voor mij. De rest is enkel geschiedenis, bij uitstek mijn discrete historiek.
Nathalie begrijpt dit, daarom is zij ook mijn vrouw geworden. Haar liefde was de tegenkracht voor de dramatiek, een kind verliezen aan kanker.
Vé benijdt mij, veracht mij zelfs, omdat ik heb teruggevochten, de dood het hoofd geboden heb. Geen pillen of psychiaters, maar de simpele taal der liefde. Ik schreef ook een boek, over moed en hoop, een ode aan mijn zoon. Dat was vloeken in de kerk voor haar, ik was een duivelse ketter.
Als een man zich weerbaar opstelt, niet overal gaat wenen of de wereld veroordelen om zijn tegenslag, dan riskeert hij haat en hoongelach, dat heb ik nu ervaren. Zelfredzaamheid wordt als een kwaal aanzien, morele trots wordt dan een kwaad. Mensen houden liever van huilebalken, dat levert hen geruststelling op bij de blik in de spiegel. Dat is mijn mening.
Het kadert misschien allemaal in de tijdsgeest. Een culpabiliserende uitleg over het verleden is trendy en ondertussen zet men een moraliserende pressie op het heden. Met ander woorden, in het betoog van Vé draag ik een grote schuld mee, weliswaar vanuit een paar decennia die zij nooit gekend heeft, inzonderheid de eerste 30 jaar van het leven van mijn zoon. En in het heden ben ik dus doelbewust een boeman. Haar storende factor, onconventioneel.
Vergelijk dit met het actueel gedoe rond de eeuwige westerse schuld omtrent kolonialisme en racisme. Men vindt altijd wel een stok om een blanke man te slaan, vooral als hij tot de baby boomers behoort, een behoorlijk professioneel parcours heeft afgelegd en zonder geldzorgen is. Ik heb bovendien nog het allergrootste geluk in de liefde gehad, deels afgedwongen ook. Dat vergeeft men mij nooit. Het is gewoon te mooi voor hen die het moeten stellen met een bekrompen geest. Wat al deze mensen, met hun kritiek op verleden en heden, ten gronde mankeert is een wissel op de toekomst, t.t.z. de totale afwezigheid van een project om hun problemen aan te pakken.
Ik had wél een suggestieve inzet, zeer concreet, ik schreef een Lied, een gezongen boek. Ik toonde de weg van Vinnie, mijn ode aan zijn moed en hoop. Mijn zoon is dood, een fatale overmacht, maar er is niettemin een boodschap. Voilà. Ik vertik het principieel om mee te gaan in de gemakzuchtige slachtofferindustrie. Dat is mijn heel eigen fierheid. En die van Nathalie. Wij bekampen de morele verontwaardiging van een soort hippe ontaarding bij het tijdelijk modieus publiek. Ten gronde gaat het hier om een dikke laag afgunst.
Vandaar kwam ook alle bagger die ik over me heen kreeg, en nog steeds krijg, met Vé dapper op kop. Mijn naaste familie blijft eveneens afwezig, ze betogen naarstig mee voor de wereldvrede, detecteren met een vergrootglas discriminatie in de maatschappij. Ze rollen hun politieke rode lopers uit voor slachtoffers die van heinde en verre komen aanzetten, ze zoeken ze op en ze vertroetelen ze. Dat mag van mij. Maar mag ik misschien ook even? Kan er een minimum aan aandacht zijn voor mijn persoonlijk drama, de dood van Vinnie én direct daarop de demonisering door Vé? Met als loodzwaar gevolg dat mijn kleindochtertjes mij als het ware brutaal worden afgepakt. Kunnen zij daar even van wakker liggen?
Hoe grotesk en hoe gruwelijk is een stuntelige en minuscule videochat van plusminus 5 minuten, één keertje per maand. Hallo moeder, dag zuster en schoonbroer, mag ik soms wat vloeken omwille van uw verstek bij deze schending van mijn mensenrechten, uw harde stalinistische apathie?
Laat ik positief eindigen, perfect op de uitgezette lijn van mijn morele en mentale opstelling blijven. Mijn geliefde heeft een goeie kennis in Leest. Het betreft Lieve, ze is net zo oud (lees: jong!) als mijn geliefde Nathalie en is eveneens afkomstig uit de periferie rond Brussel. Lieve en Nathalie gaven samen ook een paar jaar les in dezelfde school.
Ik zag Lieve voor het eerst vorig jaar in de buurt van het station van Mechelen, ze was op wandel met Frank, haar prachtige liefdesman.
Onze dames zwaaiden naar mekaar. Ik groette en lachte het koppel toe. Mooie mensen. Op weg naar een levenslang geluk. Het was hen gegund. Ik zette toen zelf schuchtere stappen naar mijn Nathalie, bewonderde haar schoonheid, was fan van haar diepmenselijke fierheid. Verliefsig.
Kort daarna sloeg het noodlot toe, voor Lieve en Frank. Een wagen ontspoorde op de baan en knalde op het bushokje waarin zij samen stonden te wachten. Lieve raakte héél zwaar gewond, vocht voor haar leven. Frank was in shock, hun wereld werd compleet op zijn kop gezet.
Lieve overleefde wonderwel deze catastrofe, Frank vecht nog tegen de wanhoop in zijn hoofd. Zij strijden samen, moedig, hoopvol, en sterk.
Lieve kan nog lachen, ‘ik leef nog’ zei ze ons onlangs. Ook met maar één been, want dat is de loodzware tol die ze moest betalen. Ze strompelt voort, maar ze doet het schoon.
Mijn geliefde gaf haar een paar weken geleden iets om te lezen, eventueel om commentaar op te geven. Het was het Lied van Vinnie. Confronterend?
Ik geef hierna het letterlijke antwoord van de zwaar gedupeerde maar zeker niet ongelukkige Lieve. Ze heeft het boek met volle verstand gelezen, haar handicap bleek geen enkele hinder voor een evaluatie. Ze analyseerde zeer helder. Dit bericht sms-te ze aan mijn Nathaliefje:
“Ik heb het Lied van Vinnie gelezen. De liefde tussen vader en zoon voel je op elke bladzijde. Toch betrekt hij er nog veel deelgenoten bij. Echt mooi. Het is een boek waardoor je Vinnie precies altijd hebt gekend. Geen verdrietig boek, maar een boek van verder leven. Echt mooie verwoordingen. Geef hem een dikke knuf”
Met immens plezier en zwaar gepakt las ik haar hartverwarmende reactie. Dikke merci Lieve, dit doet deugd. Toch een klein beetje vreugd tijdens de heersende terreur van een ziedende Vé.
Ik ga de boodschap overmaken aan mijn familie, misschien dat ze het Lied van Vinnie alsnog (na bijna twee jaar temporiseren) gaan lezen. In plaats van hun gebruikelijke huislectuur die ideologisch in de buurt komt van het communistisch manifest van Marx en de codex van een paar kameraden zoals Mao en Stalin.
Het is maar een tip, voor meer vrede op deze aarde en minder hypocrisie in eigen kringen. Als je de wereld wil veranderen, begin dan bij je naaste. Met kleine daden, geen dure woorden. Vertel het daarna verder aan Vé.
Wees mede mijn spreekbuis. Help tegelijkertijd de kindjes vooruit. Graag.