Jaren geleden was ik op een optreden van zanger Henry Rollins in de Brusselse Beursschouwburg. De man is ook schrijver, dichter, acteur en ‘spoken word’ kunstenaar. Het credo van Henry Rollins is dat talent nogal onbelangrijk is om te slagen, er moet in de eerste plaats gewerkt worden.
Rollins beschouwt zichzelf als matig begaafd. Hij teert vooral op zijn temperament, met extra hyperkinetische aanleg en zijn bereidheid om extreem te transpireren voor een ideaal. Met dat motto verkeert hij in goed gezelschap; Jacques Brel en Hugo Claus dachten er niet anders over. Het is niet erg om te mislukken, zei maître Jacques, maar je moet altijd proberen. Jawel, je talenten, zelfs indien schaars, ten volle maximaliseren. Plus est en vous!
Ik was eigenlijk niet echt onder de indruk van de performance van Henry Rollins. Veel gebeuk en gebrul op dat podium; hij gaat te keer als een gek die zijn mankementen haast agressief etaleert. Maar hij is onmiskenbaar integer, zeker een goeie gast. Alles is weliswaar aangedikt, excentriek en extravagant, maar het is een geforceerde pose om te scoren met zijn strakke boodschap. Hij maakt zijn punt pas bij het slot. Als het hippe publiekje alsmaar blijft kloppen om meer, om een zoveelste bis van zijn theatrale ziekte, zegt hij droogweg: No! Go home!
Dan lacht hij minzaam, hij verklaart zijn botte reactie in een paar zinnen. Kort samengevat komt het er op neer dat Henry Rollins zijn uitzinnige fans bij aandrang naar huis aanmaant om dan zelf eens iets te gaan doen. Do it!
Rollins ten voeten uit, de ingoede anti-vedette, de podiumkunstenaar die zijn volgers de artistieke toer op stuurt. Ambtenaren en boeren, studenten en docenten, blinden en doven, hef uw tamme kloten op. Ontwerp u zelf!
Nonkel Henry gaat te keer tegen dolle adoratie, tegen de verblinding door idolatrie. Hij roept ons op om het beste in ons zelf op te wekken. Ga aan het werk gasten!
Dat bedoel ik, goede mensen, beste facebook-lezers, stel eens zelf een tekstje op. Laat de likjes en de lachjes vaker links liggen, like niet als de kindjes met je vingers. Schuif wat minder met die opgestoken duim. Fluit flinker met een uitgeschreven commentaar, laat je gaan in woord en taal.
Ik zie hier als verwonderde neofiet al dat schone volk passeren, met hun zondagse kleren aan en hun uitgesmoste eten. Nee, het is niet zum kotzen, maar het leven moet toch meer zijn dan een goed gelukte selfie of een zoetige blik… die diep vanbinnen eerder naar liefde zoekt en weent van miserie. Laat de glitter en de glamour van de blinkende prentjes weg.
Mag ik bekennen dat ik dik verzadigd ben van de hondjes op het strand, van de feestdissen met de blinkende families, van de stiekem gepikte kunstfoto’s en van de internet-ontleende cultuurportretten en de dure schilderijen die wel mooi zijn maar nooit van eigen hand. Plagiaat op grote schaal en niks dan zelfbedrog om de schoonste te zijn in andermans ogen.
Mag deze facebook toch niet beter een peesboek zijn dan een vreesboek?
De zweep op jezelf lieve mensen, presteer ne keer iets, zweet een mening uit of pers een vers dagboek uit je onderbuik. Schrijf naar mekaar, ook naar mij graag, dat de dag goed begonnen is met een spetterend kakske, daarna het gras kort afgereden, inclusief de kantjes (niet vergeten!), om na de middag lui in de zon te hebben gelegen, bloot van huid en denkend aan een sterke tekst om de wereld te verbeteren, door al wat fake is te weren. Om te beginnen op facebook, dat is mijn kleine geloof én hoop, met late dank aan punknonkel Rollins, de muzikale pletwals en de brullende taalbulldozer.
Wat we zelf presteren, leest zoveel beter. Dan zijn we in geweten ook schoner mens.
Een uitsmijter. Als beginnende facebooker stuurde ik een bericht naar een bekende leraar godsdienst en een bevlogen Jodenvriend. Wij zaten naast mekaar bij de première (in 2019) van de film Entebbe in Antwerpen, beiden op uitnodiging van Joods Actueel. We waren alle twee vergezeld van onze toenmalige partner. Het was een eerder kort maar vrij hartelijk gesprek. Betrokkene gaf mij nog een persoonlijke boodschap mee voor een lid van de directie van Kazerne Dossin. Die heb ik uiteraard graag overgebracht.
Bij onze (weder)kennismaking op facebook beweerde die man mij niet te kennen, hij was zogezegd nooit aanwezig geweest op die filmvoorstelling.
Tiens, dat was raar, kan iemand een ‘alter ego’ aannemen op facebook? De man volhardde evenwel in de negatie,
ik was onbestaande geweest voor hem. Tot een derde opdook, eveneens aanwezig op die film, zij wees hem op zijn vergetelheid. Dat beviel hem opvallend matig. Ik ontving geen sorry… maar wel zijn facebook-vriendschapsverzoek.
Dat vind ik fake, goeiekoop.