Inleiding op Facebook
Het prozagedicht dat ik u op ons blog aanbied
is niet voor gevoelige lezers, het is snoeihard
en ongemeen wreed: ik verdedig me tegen
gemeen volk, vandaar dat de woorden deze
keer vanuit mijn leeuwenkop komen gestoten
ik klauw en ik bijt en ik rijt wonden open en ik ver-
scheur de ondeugdelijkheid en de rauwe razernij
die tegen mij wordt ingezet na de dood van mijn
zoon, men wil een karaktermoord op zijn vader
Ik ben mijn eigen raadsman en ik word bijgestaan
door de trotse schoonheid van mijn grote geliefde
men poogt ons te vermorzelen met dreigementen
en een zak vol geld om dure advocaten in te huren
wij hebben enkel onze integriteit vermeerderd
met onze eerlijkheid, wij vechten voor de zorg en
het welzijn van twee kleine meisjes, dat volstaat om
alle haat te torsen en voort te gaan met open gelaat
de blik op de kinderen en de papa die er niet meer is
U kan het lamento, een tragische sterfcantate, hieronder
lezen, het is een lied geschreven met tranen van liefde
Wanmanierenfamilie
Op maandagochtend knalt het plots
mijn smartphone staat in brand
ik luister en het huis begint te barsten
van een klank die raast en ratelt
god-bewaar-ons dit is zotte Klaas
de vader van de dame die ontaardde
ook bekend als zombie met een bril
het is de gekke man van grillen
die hij doorgaf aan zijn kroost
hysterie in de genen is gelijk aanwezig
hij gaat over tot wat grof geblaf
dat moet gedaan zijn met uw klapgedacht
gij maakt zo onze naam en faam kapot
uw woorden zijn verknoopte koorden
die ons slaan en als een gesel affronteren
ik heb meteen geen antwoord
daarom zwijg ik half verlamd
ik denk aan zoon en enig kind
van mij die dood moest gaan
terwijl die schurk blijft schreeuwen
verder leven mocht in lelijkheid en
al zijn laagheid wist te ventileren
in een achterbakse wedstrijd om
mij altijd buitenspel te zetten zelfs
tot in de rouwkapel werd ik gepest
tot op de afscheidsplechtigheid genekt
door de totaal infame Klaas met dame
hun theater voor publiek van stadse kliek
was aanstootgevend voor mijn volk
van simpele soortgenoten en uniek
van schone schijn vermengd met
hard venijn en handenvol verdorvenheid
ik ween nog om mijn kind dat hij zich
niet verweren kon vanuit zijn lamme kist
hij lag daar triest te liggen maar hij wist
in al zijn bleke dood-zijn dat die snobkomedie
een traditie in zijn schaamfamilie was geweest
en was hij daarom zo voortijdig heengegaan
bezweken onder alle vuile streken van
de duivelsfirma die daar huisde: Klaas & co
dat zit ik op die donkere maandag
bij mezelf te overdenken terwijl
de man die als een hond blijft blaffen
plots een tandje bijsteekt en mij straft
door mij de kleine meisjes af te pakken
hij besluit (met briesen en met brullen)
dat het voortaan uit is met bezoeken
aan het huis waar zoonlief schoon vertoefde
waar hij de goede papa van zijn kindjes was
ik stel me vragen bij wie zijn taken overnam
omdat sindsdien de wraakgodin daar heerst
er woont een zieke geest die mij als vader
altijd weer vernedert die niets anders meer
dan haten kan en mensen onderdelen in
twee kampen: helaas voor mij zit ik al jaren
in het concentratie-oord voor ouders die
hun zoon verloren en dan koudweg naar de oorlog
moesten trekken om hun rechten op te eisen
in de droeve pas gestarte ijstijd, maar: ik vecht
met taalgeweren en desnoods het tekstkanon
ik zal mijn dode kind zijn trotse eer bewaken
en hem wreken om de niets ontziende pijn
die ons werd aangedaan… ik zal de wereld
laten weten dat wij ethisch willen overleven
dat is mijn mooiste erfenis voor als ik sterf
ik draag dit grote angst- en doodsgedicht vanuit
de diepten van mijn spijtig vaderhart (dag zoon)
hier graag op aan zijn kwetsbaar kleine meisjes
ik hoop (wanhopiger dan ooit) dat hen nooit iets moge
overkomen door de waanzin van die psychiatrisch
aangetaste en volledig losgeslagen naasten
want dan word ik meer dan in wat woorden
radeloos verloren toch een moordenaar
van haat als laatste wapen tegen kwaad