In Kazerne Dossin, het museum van de Holocaust te Mechelen, loopt momenteel de tijdelijke tentoonstelling Universal Human Rights – Why they matter. In het schoon Vlaams wil dat gewoon zeggen Universele mensenrechten en waarom ze belangrijk zijn. Het is me een raadsel waarom die titel in het Engels moet. De locatie ligt in Vlaanderen en Dossin ressorteert bovendien onder de Vlaamse overheid. Zijn we zo bang van onze eigen identiteit?
Ik ben reeds meer dan zes jaar gids in het museum. Tot mijn grote persoonlijke voldoening, Dossin was een uitstekende leerschool om nog sterker en bewuster in het leven te staan. Het was mijn verbeterde humaniora, ongeveer 40 jaar na die Grieks-Latijnse stak ik een ultiem tandje bij, beet me vast in de materie van de Holocaust en ontdekte de ethische vuurtoren die er diep in verborgen zit.
Een verpletterend verhaal waaraan alle dingen en feiten in een mensenleven kunnen geijkt worden.
Ik werd op korte tijd zoveel wijzer, hiervoor dank ik Dossin.
Ik doe dus een wederdienst en ik bezoek de tentoonstelling. Verwonderlijk, ik word op de eerste affiche begroet met ‘welkom activist’. Tja, ik verkies eerder een bezoeker te zijn dan een activist. Het woordje is momenteel volledig geconnecteerd aan al wat ‘woke’ is. Met die uitwassen van een elitair en zelfs totalitair gedachtengoed wil ik niets te maken hebben. Sorry Dossin, ik laat me niet voor die kar spannen, dit is semantisch een misstap. In het verlengde van het appel op die activist werpt men de volgende vraag op: hebben aliens dan ook mensenrechten? Een infantiele invalshoek, ja toch?!
De expo valt te betreden (er is geen alternatieve ingang) onder een fluo-feeërieke hemeloverdekking, een sprookjesachtig rood-roos gewelf. Sta me toe van dit nogmaals kinderachtig te vinden. Bovendien kunnen de bezoekers van de permanente expo, op weg naar de vestiaires, deze psychedelica niet ontwijken. Beetje moeilijk te rijmen, pijnlijk zelfs, in vergelijking met de absolute horror van de Shoah, die toch nog centraal staat in het verhaal van dit huis. Anderzijds worden mogelijke adepten van de ontjoodsing hier wel op hun wenken bediend. Maar misschien ben ik te kritisch? Rare paradox, dat is dan een geschenk van Dossin zelf. Ik leerde vragen te stellen bij wat normaal en evident lijkt. Ge zijt een zagenvent, zeggen anderen. Dank u collega’s.
Ik slenter verder door de rest van deze tentoonstelling, interessant materiaal, didactisch is deze expo perfect. Een absolute aanrader voor leerlingen van het hoger middelbaar. Wat ik mis, is misschien iets wat de gids in mij typeert: ik zoek de boodschap, de moraal, de bijbel van een tempel als Dossin. Wat moet men hier educatief aan overhouden, wat is finaal het pedagogische saldo? Waar zit de link met het dagdagelijkse, met het onrecht haast ter plekke, de boze buitenwereld die reeds op straat op de uitkijk staat of de demonen in het eigen hoofd, de kwade driften in de buik? Wat met het eigen ikje, ons kleine ego, dat in strijd gaat of in de clinch ligt met deze hooggeprezen en nog hoger gegrepen idealen van de universele mensenrechten? De geëtaleerde didactiek is excellent, maar blijft wat steken in containerbegrippen en versteende exposés.
Waar blijft de vraag naar de zelfevaluatie, de blik in de spiegel, de interne biecht?
Toegegeven, ik lijd misschien aan beroepsmisvorming als gids, ik zie overal hiaten, ik duik mogelijks te graag in gaten die anderen liever dichtlaten. Ik genereer hiermee tegenstanders die blijven uitgaan van vaststaande feiten en van makkelijke meningen die gebeiteld staan voor de eeuwigheid. Ik geneer me eerder voor mezelf als ik niet zeg of schrijf wat ik meen.
Ik excuseer me niet.
Zo ben ik lichtjes verbijsterd als ik bij het paneel van ‘recht op verzet’ beland.
Om te beginnen kijk ik naar de iconische foto van Tankman, zie Tiananmenplein (China) 1989 en de opstand van de studenten tegen de dictatuur van het communisme. Naast deze prent prijkt een tekst die haaks staat op de afbeelding. Het is een lofzang op het begrip ‘revolutie’ dat in China niet wordt beschreven als een gevaarlijk woord om te gebruiken, maar als een woord waaraan hoge idealen zijn verbonden.
Hallo expomakers, over welk China hebben jullie het eigenlijk? Alleszins niet het huidige China waar de mensenrechten nog steeds flagrant met de voeten worden getreden. Waar ongeveer 1 miljoen Oeigoeren (Chinese moslims) worden vervolgd en zelfs ondergebracht in een soort opvoedingskampen (of zijn het concentratiekampen?). Waarom de dingen niet bij naam noemen, waarom zo laf en flou? Waarom die compleet foute en totaal misplaatste suggestie dat de Chinezen zomaar pasklaar en vrijblijvend de stok van de ‘revolutie’ kunnen hanteren. Dat kan nu niet, dat kon ten tijde van Tankman niet. Vertel ons alsjeblief geen sprookjes! Mao & co waren dictatoriale massamoordenaars!
Van hetzelfde wansmakelijke laken een stinkende kakbroek bij het prentje van de Russische opstandelingen in 1917. Ik citeer tekstueel uit het paneel: het doel kan enkel bereikt worden door de omverwerping van iedere tot nu toe heersende maatschappelijke orde … dat de heersende klassen sidderen voor een communistische revolutie!
Dit komt linea recta uit het Communistisch Manifest van Marx. Dit wordt hier zonder de minste vorm van enige duiding neergepoot bij ‘recht op verzet’.
Geen woordje over de totale gruwel die zou volgen in de Sovjet-Unie: de blinde repressie tegen intellectuelen en dissidenten , de clandestiene doodseskaders, de hongermoord (Holodomor) op de Oekraïners, de massale verbanningen naar Siberië, de eeuwige vergeetputten van de Goelag Archipel etcetera.
Hitler was aanstoker van WOII, hierbij vielen mondiaal ruim 60 miljoen dodelijke slachtoffers. De communistische dictators Mao en Stalin waren respectievelijk verantwoordelijk voor ongeveer 70 miljoen en 40 miljoen doden. Aan te stippen valt dat Mao en Stalin hun bloedblad haast exclusief onder de eigen bevolking aanrichtten.
Als men communistische regimes vrijuit gaat associëren met bewegingen die niet meer deden dan het ‘recht op verzet’ hanteren, dan wordt hier aan geschiedenisvervalsing gedaan. De beelden gelinkt aan die teksten op deze expo zijn totaal misplaatst. Sta me toe dat ik me hierover schaam, uit naam van Dossin. Maar weerom met dank aan datzelfde museum, dat mij leerde nadenken.
En tegen de schenen schoppen als het al te gortig en rakelings oneerlijk wordt, rock’n roll op de werkvloer als het om de goede zaak gaat.
Nog een laatste greep uit een verdacht beknopt en onvolledig paneel. Het vertelt ons het volgende: in 1976 kwamen in het destijdse Tsjecho-Slowakije verontruste burgers (kunstenaars en intellectuelen) in opstand tegen het regime.
U leest dit goed, zo staat het er letterlijk: tegen het regime. Er wordt niks aan toegevoegd, de scholieren van het middelbaar onderwijs lezen dit zonder politieke argwaan. Gelukkig zijn er ambetante maar toch alerte gidsen.
Dat land was in die onzalige en vooral ondemocratische tijden een onderdrukte satellietstaat van een meedogenloze dictatuur, de communistische Sovjet-Unie.
Gewoon gemakshalve vergeten te vermelden, beste expomakers? Missertje bij de didactiek of gewild linksrood getint? Ik gis maar. Ook weer niet zó verwonderlijk, het geschiedt volledig conform de moderne tijdsgeest: de misdaden van marxistisch geïnspireerde regimes zijn nooit aan een dwingende roep om bestraffing door het wereldgeweten onderhevig geweest.
De vraag kan gesteld worden, nu de feiten over de communistische terreur in volle omvang bekend zijn, waarom de universele instanties niet met meer nadruk om veroordeling van deze schuldigen hebben gevraagd. Op gewezen nazimisdadigers, zelfs als het ondertussen 100-jarigen zijn, wordt nog steeds verbeten gejaagd, terecht. Over de communistische criminelen wordt zoveel milder, of meestal zelfs niet, geoordeeld. Ik zal u de reden verklappen, het is heel simpel: de geschiedenis wordt door de overwinnaars geschreven.
Hun bloedrode terreur is salonfähig gemaakt.
Wat is het bedenkelijk fijn om een gids in Dossin te zijn, wij zijn er bijna verplicht altijd weer de slimste van de klas. Maar vaak barst mijn kop van het te veel aan assertiviteit. Zoveel makkelijker is het om de andere richting uit te kijken. “Waarom maakt gij daar allemaal zo een spel van”, zegt een passerende collega. Omdat ik een rebel ben geworden, dank zij hen die mij daar hebben opgeleid. Tot hun grote spijt?
Ik loop nog wat rond, mijn algemene indruk is niet negatief. Helaas toch van die impliciete reclame voor het communisme. Maar geen woord over Samuel Patty (gekeeld in Parijs 2020 door een moslimfundamentalist) of over professor Djalali die in een dodencel zit te verkommeren in Iran. Dat is toch niet de waan van de dag zoals ik onlangs meende op te maken uit het laatste evangelie van de directie. Wij willen zo breed mogelijk gaan, zei één van de evangelisten van dienst. Inderdaad, zie wat ik reeds aanhaalde: containerredeneringen. Niemand is tegen vrede en iedereen zet zich af tegen oorlog, met woorden klopt het steeds. Maar benoem ook eens wat manifest niet goed is.
Alvorens de expo te verlaten legde ik nog even het oor te luisteren bij onze premier, hij oreert luid en duidelijk op een video, met een hoogdravend exposé over mensenrechten. Dat moeten we vernemen uit de mond van een man die met dubbele tong spreekt. Zijn ethisch profiel is verbrand bij de porno-tapes. Schuldig of niet, hij en zijn acolieten muilkorfden alleszins de nationale pers. De makke media zwegen met toegenepen billen. Dat doet dan voor mij de deur van deze expo dicht. De vorige tentoonstelling heette fake news, voor een aandachtige gids valt uiteindelijk alles op zijn poten. Daarbovenop ben ik nog eens de uitzondering, ik maak stillekes van mijn kloten. Vooral als ik bij het buitengaan het boek Minjan van Margot Vanderstraten zie liggen in de bookshop. Het barst van meer dan één kleine onwaarheid. Ik bond de kat destijds de bel aan, maar Margot spinde verder in de missertjes. Inderdaad, ik ben soms een zaag, ik blijf op dezelfde nagels kloppen. Ik stop nu wel mijn tirade, u kan me verder lezen aangaande dit onzalige onderwerp op ons blog, zie de bliksemcolumns Ultra-onorthodox (5/11/2021) en Wiedergutmachung (7/11/2021).
Bekaf van mezelf sta ik terug op straat. Iets zit me niettemin nog dwars, het is een megagroot portret van een episcopale etterkop die me achtervolgt. Hij prijkt in zijn hoogste eigendunk op de expo: Desmond Tutu. Wat had die Zuid-Afrikaanse pastoor hier in godsnaam verloren? Die antizionistische christen gaat nu al de geschiedenis in als een rabiate Jodenhater, een verbaal gewelddadige antisemiet van formaat. Beschamend legendarisch is zijn dringende bede aan Israël om de nazi’s… te vergeven. Wisten de historische bollebozen van Dossin ook dat niet? Of mag dat allemaal, in het kader van een nakende ontjoodsing van het museum? Het hart wordt er dan verdacht rap en opvallend hardvochtig uitgehaald.
Ik prakkezeer een beetje verloren over een tegengestelde beweging. Een plaats voor de Nederlands-Joodse filosoof Baruch Spinoza in het museum. Of voor zijn Antwerpse leermeester Franciscus van den Enden? Dat waren de grote wegbereiders van die mensenrechten, ze plaveiden het pad voor de vrijheidsdenkers van de Verlichting. Misschien een brug te ver voor de filosofen van Dossin, hun container was volgeladen met wat leest als trendy materiaal. Ze gaven een brave en overzichtelijke historiek, maar hun werk miste bravoure, ik zag geen uitgestoken nek. Nergens een beetje lef.
Maar onze Vlaamse Franciscus van den Enden stierf wel op een Frans schavot, koord rond de hals, krop definitief in de keel. Het was in het jaar 1674. Noteer het, mijn leermeesters van Dossin. Uw leerling eert een eeuwenlang vergeten pionier van de open geest en het recht op vrije meningsuiting. Hij bekocht het met zijn leven. In zijn spoor spreek ik hier, verleen ik mezelf een eigen kijk en mening.
Van den Enden ontbrak op uw in het Engels opgestelde affiche. Waarin Vlaanderen groot kan zijn, heet niet woke, maar is authentiek en waardevol.
Ik hoop dat ik me vergis, dat Spinoza en Van den Enden toch ergens aanwezig waren op deze expo, al was het maar in een vergeten schoendoos ergens in een donker hoekje, maar beter zou geweest zijn er de bezoekers mee te verwelkomen, bijvoorbeeld: beste mensen, hier opent een tentoonstelling over uw grondrechten, om te beginnen overal en altijd uw gedacht te mogen zeggen, zonder angst voor mogelijke sancties of represailles, dat hebt u te danken aan de grootste Joodse filosoof en aan de helaas minst bekende Vlaamse denker.
Jawel, Baruch Spinoza en Franciscus Van den Enden zijn de gigantische grondleggers van ons aller mensenrechten.