Als in het bos een boom omvalt zonder dat iemand het hoort, maakt hij dan geluid?
… het geluid zoals we dat meestal opvatten, is een menselijke constructie, want mensen, honden en vleermuizen horen verschillende dingen. De meeste mensen geven dat toe, maar nemen blijkbaar ook aan dat er wel degelijk iets is wat onafhankelijk van de menselijke of dierlijke luisteraar bestaat. Wat gebeurt er als we een microfoon in het bos zetten en het geluid opnemen? Dan luisteren we ernaar (die microfoon is onze plaatsvervanger). Kunnen we met een een audiosensitief apparaat de geluidstrillingen meten? Ja, maar is dat dan geluid of een reeks trillingen? En er moeten nog steeds mensen zijn om die trillingen te identificeren als ‘geluid’ – mensen die de metingen ‘vertalen’. Het begint ons langzaam te dagen dat er in onze afwezigheid wel degelijk iets gebeurt, maar dat we het alleen geluid kunnen noemen in relatie tot onze feitelijke of hypothetische aanwezigheid: als ik erbij zou zijn, zou ik het horen.
Dit geldt natuurlijk niet alleen voor geluid maar voor al onze zintuiglijke indrukken en concepten – de kleur van een boom, zijn omvang, zijn geur, zijn textuur… Zijn dat kenmerken van een werkelijk bestaande boom of alleen constructies van de menselijke geest?
Uit ‘De belangrijkste filosofische uitspraken’ – Gareth Southwell – Van Socrates tot Hawking