In de late jaren ’60 liep er in het landelijke Becquevoort een puber rond die tijdens de schoolvakanties al liftend door Europa trok. Dat was voor die tijd een ongeziene prestatie, ik kon zoiets niet bevatten, die gast oversteeg met zijn eigenzinnige buitenlandse trips mijn stoutste fantasieën. Zelf gaf hij daar niet zoveel publiciteit aan, die jongen was al cool lang voor dat woord in gebruik raakte, hij was reeds als 17-jarige de prille belichaming van wat ik later zou leren kennen als het type his own man, hij regelde zelf zijn leven, hij bepaalde zijn eigen wetten, hij liet de wereld enkel toekijken hoe hij zelf de dingen naar zijn hand zette. Ik was bijna een leeftijdsgenoot van hem en ik woonde in de naburige gemeente Baalrode, ik wist dat hij Mario heette, de zoon was van een goed boerende middenstander en een paar adembenemend mooie zusjes had, de blitse tweeling Marlies en Marina. Eigenlijk had ik voor die prinsessenmeisjes nog meer belangstelling, bijna zoveel als voor hun supersensuele mama, voor haar werd later het promo-woordje milf uitgevonden, enfin, het was alleszins een opmerkelijk schone familie.
Mario liep zoals ik school op het Sint-Jan Berchmanscollege in Diest, waar hij enkel uitblonk in het principieel alleen zijn: tijdens elke speeltijd zag ik hem ergens staan dromen, zich blijkbaar helemaal niet bewust van zijn omgeving, iedereen liet hem ook gerust, hij had immers het uiterlijk van de jonge Marlon Brando, knap maar onaanraakbaar, ne me touche pas leek hij zonder woorden te zeggen. Op de schoolbus zag ik hoe de meisjes om hem heen drumden, Mario antwoordde hoogstens macho-minzaam met zijn monkellachjes. De strafste stoot die ik over hem hoorde was de volgende: op zijn laatste lifterstrip was hij tot in Marokko geraakt, tijdens een hittegolf daar én na het roken van bedwelmende sigaretten (wist ik toen veel wat dat was) had hij een zware inzinking gekregen en was hij in een soort coma geraakt, hij had toen 24 uren bewusteloos in een gracht gelegen. Zulke verhalen die ik via via vernam maakten op mij een verpletterende indruk, dat was pas een jongen die reeds als minderjarige een echte man met karakter was. Voor mij kleefde er enkel romantiek aan Mario, en een overdosis seks-appeal, ik met mijn totaal gebrek aan zelfvertrouwen en bevangen door allerlei angsten zag bij mijn school- en streekgenoot prioritair die heldenstatus. In mijn verbeelding was hij in Marokko verzorgd geweest door een wulpse harem van buikdansende vrouwen, op zijn minst halfbloot, met zwiepende tieten en wiegende konten, sluiers waren in die tijd verplicht doorzichtig. Mario moest nog seksbommen van jonge moslima’s gekend hebben, nu een fata morgana.
Maar er kwam een knip in het verhaal, de harde realiteit sloeg toe, Mario werd plots ingehaald door het botte collegereglement: hij werd van school gestuurd, zonder pardon, wegens schuldig bevonden aan het bezit van een verboden product, een clandestien dingetje dat indertijd een Engels jasje werd genoemd. Ik was 15 jaar en mijn verstand was nog te klein om te vatten wat hier eigenlijk het misdrijf was, laat staan dat ik snapte wat zo’n angelsaksisch jasje was, hoe en waar werd zoiets gedragen? Onder uw kleren, grapte een maat, als ge in uwe blote staat, klaar om uw gerief ergens in te steken. Dat waren verduidelijkingen die mij deden duizelen, dit was een soort nieuwe mode waarvan de finesse mij ontging. De volgende keer dat ik in de kleedkamer met mijn voetbalkameraden stond, keek ik stiekem mijn ogen uit mijn kop, wie had hier al zo’n Engels jasje, was dat misschien de minuscule slip zoals een paar trendy vriendjes reeds droegen, in plaats van die lange witte slobbergevallen waarin de meesten (zoals ik) toen nog rondliepen?
Ik zat dagenlang in een impasse van onwetendheid, ik was er tegelijkertijd verlegen en beschaamd over, iets van de mysterieuze grote wereld ontsnapte mij, aan de kriebels in mijn onderbuik voelde ik dat het met seks te maken had, ik gokte op ontkledingen, misschien iets in verband met striptease? Tot ik in de dorpse boekerij (bibliotheek) van Baalrode, achter de rug van onze pa die bibliothecaris was, een encyclopedie kon raadplegen: ik zocht eerst bij kleding, daarna bij Engeland, tenslotte bij erotiek en dat was dikke bingo, mijn hart sloeg over van geluk: een Engels jasje was niks anders dan een rubbertje, om over een banaan te trekken, een transparant velletje over de schil (zag ik op dat prentje), ik kon nog niet het directe verband leggen, maar op de volgende bladzijde werd het geheim verklaard, het paste ook voor een grote plasser, zoals de mijne als hij zijn kop op stak, dus het ging om voortplanting dacht ik, voor als ge van die plezante dingen gaat doen om kinderen te krijgen die ge eigenlijk niet wilt. Opeens stond onze pa achter mij, ik klapte mijn seksbijbel dicht maar had nog in de rapte gezien dat het omhulsel van de vruchten (banaan, komkommer, wortel enz) soms… condoom werd genoemd. Aha, ik hoorde er voortaan ook bij!
Om alles nog eens samen te vatten: Mario werd van school weggestuurd omdat hij in het bezit was bevonden van één (= 1) voorbehoedsmiddel dat hij bijvoorbeeld in Marokko had willen gebruiken om daar geen Vlaamse moslimkindjes te verwekken. Zouden de priester-leraars van het college anders gereageerd hebben als zijn condoom preventief zou gediend hebben bij katholieke meisjes of vrouwen? Zoveel ingewikkelde vragen voor mijn jonge kop, maar opgepast: mijn op de zwarte college-markt aangeschafte exemplaar (1 condoom) zat goed verstopt aan de voorkant van mijn onderbroek. Tja, ik had niet gedraald, zodra ik het geheim had ontrafeld, was ik zelf op zoektocht gegaan, had ik de aangeboden marchandise – stijf van concentratie – gepast en zonder aarzelen contant die vijf frank betaald. Ik was vestimentair-intiem in orde, het capotje zat klaar voor de veilige vrijerij!
Na zijn ontslag op school ben ik Mario voor jaren uit het oog verloren. Ik dacht soms nog wel aan die speciale gast, maar situeerde hem geografisch in Noord-Afrika, op hitsige jacht naar de bedwelmingen van Maghrebijnse meisjes en het vrij gebruik van hasjiesj en marihuana.
Achteraf bekeken zat ik er niet zo ver naast, Mario had blijkbaar een leven geleid dat vol heeft gezeten met allerlei verleidingen, de meest diverse verlokkingen en exquise vormen van extase. Maar beroepshalve was hij wel compleet tegendraads geworden, hij behoorde tot het corps van de wettelijkheid, de orde en het gezag, hij was (wat ik een ganse carrière lang niet geweten heb) gewoon een collega van mij, Mario was commissaris bij de lokale politie van Brussel, tot op zijn 65ste. Het is pas in die eindfase dat wij toevallig in onderling contact kwamen, onze professionele wegen hadden zich nooit eerder gekruist, want hij was steeds een man geweest van de operationele recherche. Ik was ook een onderzoeker, maar zoveel minder in buitendienst, vandaar dat het raakvlak ontbrak. Wij maakten slechts per chance kennis met mekaar, ik heb hem niet herinnerd aan het college, condooms of trips op wiet of erotiek, geen vragen over strapatsen met seks thuis of op een ander, maar… Mario klapte wel zelf uit de biecht.
Hij was aan zijn vierde huwelijk toe, voor de tweede keer met een Zuid-Amerikaanse, en hij bleef regelmatig op verkenning gaan in haar thuisland, weliswaar alleen, dat reist zoveel makkelijker. Hij kende daar in het diepe indianenland een paar stamhoofden, hij mocht – u gaat me niet geloven, maar zo klonken zijn woorden – van die inlandse sjarels & sjamanen telkens een troep zwoele meisjes met van die korte hoepelrokjes (en verder niks aan) uitproberen, de medicijnmannen voorzagen hem van een ter plekke zelf gemaakt voorbehoedsmiddel, het bestond uit een soort rubber van de bananenboom, dat gleed zoveel comfortabeler dan de condooms van fabricale productie.
Beste lezers – ik verzin dit niet – Mario was zijn leven lang aan erotisch genot-toerisme blijven doen, zijn exotische ervaringen waren bovendien vaak favorabel geweest voor zijn opsporingswerk bij de politie, vooral in prostitutiedossiers die uitheems getint waren. Om maar één voorbeeld te geven: de Alhambrawijk achter het KVS-theater in Brussel loopt vol met vrouwelijk, halfslachtig en mannelijk tippelvolk, allemaal van Zuid-Amerikaanse afkomst, daar moet commissaris Mario blindelings zijn weg tussen gevonden hebben, de pooiers waren voor hem een erg makkelijke prooi, hij had expertise zat. Mijn intrigerend maatje uit Becquevoort had inderdaad zijn evenwichtige weg gemaakt door het politioneel nuttige aan het seksueel aangename te paren. Echt gebeurd, Mario had zich quasi professioneel het pleuris geneukt.