MAANDAG. In een krant verklaarde Ludo Abicht na de zoveelste ‘Joodse Nobelprijs’ dat de Joodse intelligentie niet genetisch was bepaald. Daarop vergeleek hij de geschiedenis van het Joodse intellect – de traditie van het lernen en de invloed daarvan in de loop van vijftig generaties – met de genetische veranderingen bij de bruine beer, die aan de Noordpool in een ijsbeer was veranderd…
In The Bell Curve van Murray en Hernnstein heeft het IQ van de Joden een standaarddeviatie van 15 punten boven dat van de ‘witte’ Amerikanen, 115 tegenover 100. Als ik zeg dat de bordercollie tot het slimste hondenras behoort, zoals iedere etholoog onmiddellijk zal bevestigen, ben ik een hondenkenner. Als ik zeg dat Joden gemiddeld een superieure intelligentie hebben, maar dat geen blanke ooit nog het wereldrecord op de honderd meter hardlopen zal verbeteren, ben ik… ja, wat ben ik dan? Objectief? Wetenschappelijk? Racistisch?
De feiten deprimeren me evenzeer als hun onvermijdelijke conclusie. Waarom is de natuur zo rechts?