En toen de oude Varvara Andrejevna op een dag huilend bij Rosenthal op de binnenplaats kwam en vroeg: ‘Wat gebeurt er toch in de wereld, opa?’, liep de onderwijzer terug naar zijn kamer en zei daar: ‘Over een dag of twee zullen de Duitsers waarschijnlijk een massa-executie van de Joden organiseren; het leven waartoe ze de Oekraïne hebben veroordeeld is al te verschrikkelijk.’
‘Wat hebben de Joden ermee te maken?’ vroeg Voronenko.
‘Hoezo? Daarop berust alles,’ zei de onderwijzer. ‘De fascisten hebben een pan-Europese, algemene dwangarbeid ingesteld, en om de dwangarbeiders eronder te houden is er een complexe hiërarchie van onderdrukking. De Nederlanders hebben het slechter dan de Denen, de Fransen hebben het slechter dan de Nederlanders, de Tjechen hebben het slechter dan de Fransen. De Grieken en de Serviërs krijgen het nog zwaarder te verduren; dan komen de Polen en onderaan staan de Oekraïners en de Russen. Dat zijn alle trappen in de dwangarbeidhiërarchie. Hoe lager, hoe meer bloed, zweet en slavernij. En ten slotte ligt er onder die enorme, getrapte gevangenis een afgrond, waartoe de fascisten de Joden hebben veroordeeld. Hun lot moet alle Europese dwangarbeiders afschrikken, opdat zelfs het meest verschrikkelijke lot een geluk lijkt in vergelijking met dat van de Joden. En nu, lijkt me, is de ellende van de Russen en de Oekraïners zo groot dat de tijd is gekomen om te laten zien dat er nog een gruwelijker, schrikwekkender lot bestaat. Ze zullen zeggen: “Klaag niet, wees gelukkig, trots, blij dat jullie geen Joden zijn!” Het is geen redeloze haat, het is de simpele rekenkunde van onmensen.’