VN-rapporteur Ahmed Shaheed heeft in een interview uitgebreid zijn rapport over antisemitisme toegelicht. Shaheed vergelijkt het antisemitisme met de kanarie in de kolenmijn en noemt zijn rapport een goed begin voor de VN om werk te maken van het aanpakken van het probleem.
Eind vorige maand werd het rapport van de VN Mensenrechtenraad over antisemitisme aan de Algemene Vergadering voorgelegd. Speciaal Rapporteur op het gebied van religie- en gewetensvrijheid Ahmed Shaheed gaf gisteren in New York verschillende interviews, waarin hij zijn bevindingen in gewone taal kon toelichten.
Het is voor het eerst dat in de VN-Mensenrechtenraad specifiek over antisemitisme gerapporteerd wordt. Het orgaan zelf wordt vaak bekritiseerd vanwege vooringenomenheid tegen Israel: het land is als enige een vast agendapunt, er zijn meer resoluties tegen Israel aangenomen dan tegen alle andere lidstaten bij elkaar.
Gevraagd naar zijn keuze om over antisemitisme te rapporteren, noemde Shaheed zijn observatie dat binnen de VN bijzonder weinig belangstelling is voor het probleem. Ook is de hoeveelheid antisemitisch geweld wereldwijd relatief hoog, terwijl het aantal incidenten stijgt. Hij noemt de publicatie van zijn rapport dan ook “long overdue”, oftewel geen seconde te vroeg.
Kanarie in de kolenmijn
Het rapport doet uitgebreid verslag van de verschillende hedendaagse verschijningsvormen van antisemitisme. Terwijl het voor een groot deel uit observaties bestaat, neemt de rapporteur op sommige punten ook zelf een positie in. Zo stelt hij dat boosheid over acties van de Israelische regering in praktijk vaak op antisemitische manieren wordt geuit, en noemt hij de ontkenning van Israels bestaansrecht een “hedendaagse manifestatie van antisemitisme” (bevinding 17).
In zijn interview gisteren kon Shaheed zich echter ook in minder bureaucratisch taalgebruik uitdrukken. Hij noemt het antisemitisme de “kanarie in de kolenmijn van haat wereldwijd”, omdat het de bestrijding van alle andere vormen van intolerantie ondermijnt. Zijn rapport ziet hij dan ook als aanleiding voor meer actie om het probleem aan te pakken.
Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van werkbezoeken en vragenlijsten aan vertegenwoordigingen van lidstaten. De rapporteur heeft bovendien experts en NGOs, waaronder CIDI, om input gevraagd.
Nederland in de VN
Afgelopen week heeft Nederland een plaats weten te bemachtigen in de VN-Mensenrechtenraad. Volgens de Nederlandse vertegenwoordiging moet de Mensenrechtenraad worden “versterkt en hervormd”. Dat zal een lastige opgave worden, aangezien landen als Venezuela en Soedan tegelijk met Nederland aantreden. Met het laatste mensenrechtenrapport komt daar nog een flinke opgave bij.