Haar blanke vel
het vecht en vlindert onder mij
het wiegt en wankelt
als een bloemenveld
bespeeld door wilde stoten van de wind

ze rolt en kronkelt in patronen fel
alsof ze aan wil tonen
dat haar zuchten
analoog aan vluchten is

ze ligt verloren in dit heden
levend neergeschilderd
op het stille ledikant
ze lacht onzeker als model
verwonderd en verlegen blond
alsof ze ongewild gevallen is
vanuit het doek der grote meesters

ik een kleine heerser
stamel opgewonden hees
dat ze uit penselen werd gestreken
van artiesten met een erosteken in de hand
zoals de droombeeldvrouwen bij Delvaux
of witte nimfen van Renoir

weer nuchter na het gieren van de liefde
gaat de wind vlug liggen
hangt het liegen in de lucht
een schaduw valt als teken
op het bleek dressoir