Wat de toekomst brengt
Vraagt zij met bange ogen

Hij denkt oorlog dood
Of plotse hongersnood

Hij spreekt van vrede
Zegt een woord of twee

Van hooggegrepen liefde
Zwijgt verlegen en verlegt

Zijn handen van haar rug
Naar lager om te voelen

Wat zij juist bedoelt en
Hoe het verder moet

De zwoele zon is ongenadig
Deze dag zij prikt en streelt

En steekt haar vloeistofstralen
gloeiend in hun kant- en klare hart

De tafel barst de witte kamer
Kantelt in het omgewoelde bed

Geen kat te zien vandaag
Geen klauwen van de vrouw

Die snikt en alles slikt van hem
Zij klemt zich in zijn lenden vast

Zij is een warme fee geen feeks
Zoals zij later worden zal dat kan