Naast het imperium kende Londen nog een andere drijvende kracht: de massa, de onafzienbare, anonieme menigte. (…)

Karl Marx was degene die de massa’s uitvond, en het is geen wonder dat hij dat hier in Londen deed. ‘Massa’ ontstaat – ik vat een theorie van Walter Benjamin samen -, op het moment dat de mensen op straat, de voorbijgangers, elkaar niet meer in de ogen kijken. ‘Massa’ ontstaat ook wanneer het bewustzijn dat ieder mens en ieder menselijk product uniek is, vervaagt en alles en iedereen vervlakt tot gebruiksvoorwerp. ‘Een stroom menselijkheid’ zo omschreef de sociaal-realistische schrijver George Gissing de miljoenenmassa op Jubilee Day 1887, ‘een gedreun van talloze voetstappen en een laag, monotoon geluid dat suggereerde dat een of ander enorm beest in zichzelf aan het spinnen was, in stomme tevredenheid’.