Pas wanneer zij de Variaties speelt, komen de herinneringen, pas dan kan zij ze toelaten en tenslotte oproepen. Dat lijf-aan-lijfgevecht zet ze op papier, ze zuivert het verdriet en stoot het uit, noot na noot. Een partituur als therapie. Anna Enquist vertelt ons over haar dochter, vertelt ons over zichzelf, de moeder, vertelt ons ook over Bach en de geschiedenis van een partituur die aan het sublieme grenst. de afspraak van dood en geboorte wordt gedragen door de Variaties.
De drie objecten zijn voor mij nu onafscheidelijk, worden al maanden niet meer weggeborgen, maar wachten in de salon, vlakbij de cd-speler en de leestafel: de cd in zijn gebarsten hoesje, de biografie van Gould door Bazzana, vol met papiertjes om fragmenten aan te duiden, en de stukgelezen roman van Anna Enquist. Ik heb geen van de drie ooit uitgeleend, maar ze wel vaak weggegeven, zonder later durven te vragen wat de mensen ervan vonden. Uit angst dat ze er niet van hadden gehouden. Nog meer uit angst om onze initimiteit geweld aan te doen. Want ik weet nu hoeveel die streling van het klavier, die zuivere noten, begeleid door het neuriën van de pianist, het knarsen van zijn stoel, de ademhaling van de man die de muziek uit zijn piano tovert, hoeveel dat alles vertelt over moeilijke periodes die we doormaken, over ons gekwetst zijn en over ons verdriet.
Beatrice Delvaux (Le Soir) in De Morgen van zaterdag 7 juli 2012