Zionistische bewegingen en vestigingen in Erets Jisraeel (Het Land Israël) kwamen voort uit zowel positieve als negatieve omstandigheden. Positief was de invloed van de haskala, de Verlichting, die bij vele Joden in diverse landen nationaal bewustzijn deed ontstaan. Negatieve omstandigheden waren: de pogroms in Oost-Europa, vooral in Polen, Rusland en Roemenië, het groeiend anti-semitisme in Duitsland en de mislukking van de emancipatie en de daaraan verbonden burgerlijke gelijkberechtiging in Oost-Europa.
Leon Pinsker (1821-1891), arts in Odessa en aanvankelijk voorstander van assimilatie, werd zich van bovenstaande punten terdege bewust en kwam tot de conclusie dat alleen een nationale bevrijding en vestiging op eigen grond een oplossing zou kunnen bieden. Hij verwoordde dit standpunt in zijn boek Auto-Emanzipation, geschreven in 1882, en werd twee jaar later leider van de Choweewee Tsion.
Theodor Herzl (1860-1904), geboren in Boedapest, studeerde rechten in Wenen, waarna hij de journalistiek in ging. Wenen was zeker niet vrij van antisemitische smetten, maar vooral het proces in Parijs tegen de Joodse kapitein Dreyfuss, dat Herzl voor de Weense krant Die Neue Freie Presse versloeg, droeg bij tot zijn visie dat alleen emigratie naar een eigen land een uitweg zou kunnen zijn. In 1896 publiceerde hij de brochure Der Judenstaat, waarin hij deze gedachte tot in details uitwerkte.