Joods Amerikaanse wetenschapper krijgt Nobelprijs Geneeskunde 2020
De Amerikaans Joodse wetenschapper Harvey J. Alter werd gisteren onderscheiden met de Nobelprijs voor Geneeskunde 2020 voor de ontdekking van het hepatitis C-virus, een belangrijke bron van leverziekte die miljoenen mensen wereldwijd treft. Alleen al in Groot-Brittannië zijn 215.000 mensen getroffen door deze ziekete.
Professor Alter deelt deze bijzondere prijs met de Amerikaanse wetenschapper Charles M. Rice en de in Engeland geboren wetenschapper Michael Houghton.
Bij de aankondiging van de prijs in Stockholm merkte het Nobelcomité op dat het werk van het trio een belangrijke bron van door bloed overgedragen hepatitis identificeerde die niet kon worden verklaard door de eerder ontdekte hepatitis A- en B-virussen. Hun werk, dat teruggaat tot de jaren zeventig en tachtig, heeft miljoenen levens gered, aldus het Nobelcomité:
Dankzij hun ontdekking zijn er nu zeer gevoelige bloedtesten voor het virus beschikbaar en deze hebben in wezen post-transfusie hepatitis in veel delen van de wereld geëlimineerd, waardoor de mondiale gezondheid aanzienlijk is verbeterd. Hun ontdekking maakte ook de snelle ontwikkeling mogelijk van antivirale middelen gericht tegen hepatitis C’, voegde het eraan toe. ‘Voor het eerst in de geschiedenis kan de ziekte nu worden genezen, waardoor de hoop wordt gewekt dat het hepatitis C-virus onder de wereldbevolking zal worden uitgeroeid.
In een artikel vol zelfspot uit 2013 schreef Alter zijn medische carrière toe aan zijn joodse opvoeding en zei dat zijn vader arts wilde worden, maar werd tegengehouden door financiële beperkingen:
Omdat ik de enige zoon van Joodse ouders in New York City was, was het voorbestemd dat ik dokter zou worden. Een van mijn vrienden, met een vergelijkbare achtergrond, koos ervoor om geen dokter te worden en er is nooit meer iets van vernomen. De weg die niet is afgelegd of hoe ik van de lever heb leren houden: een persoonlijk perspectief op de geschiedenis van hepatitis. Mijn vader had in ieder geval een sterke invloed op mijn weg naar de geneeskunde, hoewel ik denk dat ik deze weg ook zonder zijn inspiratie zou hebben gekozen.
Alter, die in 1935 in New York werd geboren, voerde zijn bekroonde studies uit aan de Amerikaanse National Institutes of Health in Bethesda, waar hij actief blijft, aldus de commissie. Alter beschreef de reis naar het identificeren van hepatitis C als een inspanning van tientallen jaren.
De Joods-Amerikaanse wetenschapper Baruch Blumberg ontdekte eerder het hepatitis B-virus in 1967 en ontving de Nobelprijs voor de Geneeskunde van 1976. In een interview met The New York Times in 2002 zei Baruch Bloomberg dat “[Het redden van levens] me naar de geneeskunde trok. Er is, in het joodse denken, het idee dat als je één leven redt, je de hele wereld redt.”
Maar deze ontdekking [van Blumberg] verklaarde niet alle gevallen van chronische hepatitis, een ziekte die steeds vaker voorkwam, zelfs bij ogenschijnlijk gezonde mensen die bloed hadden gekregen of gegeven. Alter werkte bij de Amerikaanse National Institutes of Health toen hij ontdekte dat plasma van patiënten die geen hepatitis B hadden, de ziekte ook kon overdragen.
“De doorbraak kwam in 1989, toen Michael Houghton en collega’s van Chiron Corporation een combinatie van moleculaire biologie en op immunologie gebaseerde technieken gebruikten om het virus te klonen”, aldus Gunilla Karlsson-Hedestam, lid van het Nobelcomité.
Professor Harvey J Alter ontving reeds eerder een belanrijke onderscheiding als erkenning voor zijn belangrijke rol bij het identificeren van hepatitis C. Op de 9th Dubai International Conference for Medical Sciences die werd gehouden in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) van 14 tot 16 december 2016, werd hij onderscheiden met de prestigieuze Grand Hamdan International Award.