Hier staan we dan: mensen, rozen, everzwijnen, bacteriën. Alleen vanwege het feit dat we goed zijn in blijven bestaan. Zonder enige bedoeling! Wat een tegenvaller.
Het universum lijkt soms wel eens op een grote pan soep op het toevallig nog brandend fornuis van een vergeten berghut; in geen jaren is er iemand langsgekomen, en in geen jaren zal er iemand langskomen ook. Er gebeurt van alles in de pan; een worteltje drijft naar links en een stukje worst borrelt naar rechts. En dat allemaal zonder enige bedoeling. Maar mocht er iets in de pan gebeuren dat zichzelf in stand houdt, dan zal dat zichzelf in stand houden ook. En zo is het ook met het leven. Een pan soep, een poekelpiste. Geen hoogdravende opdracht van God. Gewoon iets wat in het universum ontstaan is en goed blijkt te zijn in blijven bestaan. Alle dingen die er nu zijn en er een tijdje geleden ook waren – planten- en diersoorten, gedragspatronen, regels, bedrijven, organisaties, ideeën, apparaten – al die dingen zijn er nog omdat ze in zekere zin goed zijn in overblijven. Dat is alles, zo simpel zit het in elkaar!
De vraag waarom het leven ontstaan is heeft geen zinnig antwoord. Waarom zijn die bloeiende bloemetjes, heerlijke aardbeien en prachtige papegaaien ontstaan? En waarom zijn wij – de mensen – ontstaan? Nergens om! Er is niemand voor wie we ontstaan zijn en er is niemand die ons ontworpen heeft. Niets duidt erop dat het leven ontstaan is met een reden of een doel. We zijn ontstaan en hier zijn we. Er is zelfs geen universeel goed in dienst waarvan we ons leven kunnen beschouwen.
Dat betekent niet dat mijn en jouw leven doelloos is. Het leven zelf kan wel een doel hebben, alleen het ontstaan van het leven heeft geen doel. En dat is eigenlijk maar heel mooi ook. Want dat geeft ons de mogelijkheid onze eigen doelen te bepalen.