Hoe wetenschap de wereld redt

Toen ik op het strand zat op het eiland Kunfunadhoo, besefte ik ineens dat ik zelf ook in de ban ben van een wereld die aan het voorbijgaan is. Wie had ooit kunnen bedenken dat we nog eens de dood te slim af zouden zijn, dat we de code van het leven zelf zouden kunnen ontdekken en gebruiken, dat machines nog eens zouden gaan denken en voelen, dat we materie zouden kunnen manipuleren tot op het niveau van de moleculen, dat het internet nog maar in zijn kinderschoenen staat, dat gegevens bijna net zo werkelijk worden als materie, dat lichaam en machine kunnen samengaan, dat we brandstof kunnen maken uit zonlicht en lucht, dat we het klimaat kunnen beïnvloeden, los zullen komen van het electriciteitsnet en dat we gebruik zullen maken van de hemel om de aarde te vernieuwen.

(…)

Ik ben vooral teruggekeerd naar Boston om Ray Kurzweil te ontmoeten, de man die, afhankelijk van wie je het vraagt, wordt omschreven als uitvinder, goeroe, dwaas, profeet of genie. Volgens sommigen is hij de meest toonaangevende futurist ter wereld (…) Ray is een transhumanist die van plan is honderden, zo niet duizenden jaren te blijven leven (…) Ray denkt dat het onderscheid tussen mens en machine zal vervagen en dat we ons al snel zullen bevrijden van de ketenen van onze biologische gevangenis door samen te gaan met technologie en een nieuwe soort te worden of een reeks nieuwe soorten – nieuwe mensen met krachten die we ons nu nog niet eens kunnen voorstellen.

Tijdens mijn reis lees ik zijn boek ‘The Singularity is near’ – dat gaat over een tijdperk dat binnenkort zal aanbreken, de zogenaamde ‘singulariteit’, een tijdperk waarin het voortschrijden van de technologische ontwikkelingen zo snel zal gaan en de gevolgen zo ingrijpend zullen zijn, dat het menselijk leven er onomkeerbaar door zal veranderen. (…) Ray denkt dat dit ergens rond het midden van deze eeuw het geval zal zijn.