Als je de geschiedenis van het geweld herbeschouwt, sta je herhaaldelijk perplex van de algehele wreedheid en verspilling, en word je af en toe overweldigd door woede, walging en peilloze treurigheid. Ik weet dat achter de grafieken een jonge man schuilgaat die met een steek van pijn ziet hoe het leven langzaam uit hem wegvloeit en weet dat hij is beroofd van tientallen jaren waarin hij had kunnen voortleven. Er is een slachtoffer van marteling wiens innerlijk bewustzijn is vervangen door ondraaglijke kwellingen, waardoor alleen ruimte overblijft voor het verlangen dat er een eind komt aan het bewustzijn zelf. Er is een vrouw die heeft gehoord dat haar man, haar vader en haar broers dood in een greppel liggen, en die weldra ‘ten prooi zal vallen aan een gedwongen ontering’.
Het zou al erg genoeg zijn als deze bezoekingen één mens of tien mensen of honderd mensen overkwamen. Maar de aantallen lopen niet in de honderden, de duizenden of zelfs de miljoenen, maar in de honderden miljoenen – een omvang die de geest onthutst probeert te begrijpen, terwijl zijn afgrijzen steeds verder toeneemt wanneer hij begint te beseffen wat de naakte aap zijn eigen soort allemaal heeft aangedaan.
Maar terwijl deze planeet verder draait volgens de vaste wet van de zwaartekracht, heeft die soort ook manieren gevonden om de aantallen omlaag te krijgen en een steeds groter deel van de mensheid in staat te stellen in vrede te leven en een natuurlijke dood te sterven. Ondanks alle rampspoed in ons leven, ondanks alle ellende die nog op aarde voorkomt, is de afname van geweld een prestatie om van te genieten en een stimulans om de krachten van de beschaving en de Verlichting die dit mogelijk hebben gemaakt te koesteren.