Uit het artikel van MONTASSER ALDE’EMEH en JEROEN ZUALLAERT
 
Complottheorieën

Het vertrouwen in de overheid en de ordediensten is bijzonder wankel bij de Molenbeekse jeugd. Bijna iedereen heeft wel een verhaal over hoe hij hardhandig aangepakt is door politieagenten. Aan journalisten hebben ze ook een hekel. ‘De media zijn in handen van zionistische Joden’, snuift Nabil. Veel moslimjongeren geloven niet dat er een aanslag is gepleegd op Charlie Hebdo. Ze hebben die redactie al jaren bedreigd, klinkt het, waarom zouden ze dan tot nu wachten om toe te slaan? En waarom krijgen we geen lijken te zien van de daders? Ook aan het filmpje waarin een van de terroristen de gewonde politieman Ahmed Merabet door het hoofd schiet, hechten de meesten hier geen geloof. ‘Meneer, ik speel Playstation 3, en ik garandeer u dat het filmpje niet echt is. Als je met een kalasjnikov iemand door het hoofd schiet, spat het uit elkaar. In dat filmpje zie je niet eens bloed.’

Samenzweringstheorieën doen het goed bij veel Brusselse moslimjongeren. Velen zijn ervan overtuigd dat de Franse inlichtingendiensten de aanslag op Charlie Hebdo in scène hebben gezet om moslims te kunnen verdrukken. Het is zoals de aanslagen van 11 september 2001, meent Mohamed, een jonge Marokkaan met een capuchon die erbij is komen staan. ‘Dat was een complot om olie en goud van moslimlanden te stelen.’ Ook Al-Qaeda is volgens velen een verzinsel, bedacht door de CIA of de Mossad. ‘De jihadisten zijn het nieuwe Amerikaanse leger!’ fulmineert Mohamed.

‘De houding van het Westen is hypocriet’, zegt Fikri, een 39-jarige man van Berberse origine. ‘Waarom komen er voor twaalf doden in Parijs miljoenen mensen op straat, en geeft niemand om de duizenden doden in Syrië, Irak of Afghanistan? Waarom worden Joden die voor het Israëlische leger vechten niet gestraft?’ Ook de vrijheid van meningsuiting wordt volgens hem veel te selectief toegepast. ‘Iemand die met een tekening een miljard mensen beledigt, mag zijn gang gaan. Maar als (de Franse komiek) Dieudonné eens de waarheid durft te zeggen, gooien ze hem meteen de bak in.’

Verraders

Iets oudere moslims klinken voorzichtiger. Veel vaste stamgasten van de theehuizen rond Ribaucourt hebben weinig zin om erover te praten. ‘Het is beter om het niet over politiek te hebben’, zegt Rachid, een Algerijn van een jaar of veertig. ‘Ik zeg altijd: mange du pain et ferme ta bouche.’ Maar ook bij de eerste generaties is het wantrouwen groot. Wanneer we via onze smartphone de laatste ontwikkelingen lezen, is Rachid ervan overtuigd dat we hem stiekem hebben gefilmd. Pas nadat hij de smartphone grondig onderzocht heeft, laat hij zijn argwaan varen.

Zijn compagnon Abdeslam wil wel praten. Hij is bang, zegt hij. ‘Ik heb de Algerijnse Burgeroorlog van de jaren negentig meegemaakt. Ik heb toen alle dagen terrorisme gezien. Ik had een mooi leven, maar ik heb alles moeten achterlaten. Alle dagen waren er aanslagen. Je werd er helemaal paranoïde van. Op het einde kon ik geen vrouw met een handtas zien of ik dacht dat het een bom was. Nu ben ik bang dat het geweld hierheen komt.’ Over België krijgt het tweetal geen onvertogen woord over de lippen. ‘België heeft ons onderdak gegeven. We hebben werk, er zijn goede scholen, het is hier rustig. De Arabische landen doen niets voor hun bevolking.’

Het is bijna een waterscheiding binnen de moslimgemeenschap. Waar de eerste generatie de overheid vooral dankbaar is voor de kansen, hebben veel jongeren van de tweede of derde generatie het gevoel tegen een muur op te botsen.