Hijgend brabbelde ze verder in het Pools, zoals vroeger, toen hij haar huisleraar was geweest, gromde de heftige, wellustige taal die ontsnapt aan iemand die fysiek en geestelijk naakt is: gebroken zinnen, wilde overdrijvingen, dronken herhalingen. De vereniging was niet die van Grein en Anna, maar van een hogere macht, die door het mysterie van spiritueel magnetisme na lang smachten één was geworden via hen. Zij en hij waren eenvoudig de tussenpersonen.