Weeral. De dodelijke mesaanval op een ambtenaar van het politiecommissariaat in het vredige stadje Rambouillet vrijdagmiddag komt helaas niet meer als een verrassing in Frankrijk. Het slachtoffer Stéphanie M., al 28 jaar werkzaam op het plaatselijke commissariaat was ook niet ‘op het verkeerde moment op de verkeerde plek’ zoals we in ons fatalisme al wel eens geneigd zijn te reageren wanneer het nieuws van een nieuwe terreuraanslag ons opschrikt.
Wetsdienaar als symbool
Neen, de Tunesische dader Jamel Gorchane heeft zijn slachtoffer vrijdag doelbewust gekozen. De man kwam elf jaar geleden illegaal naar Frankrijk en had nog maar pas zijn wettige verblijfspapieren gekregen. Hij heeft Stéphanie M. gevolgd toen ze het commissariaat even verliet om wat verderop in de straat de parkeerschijf achter de voorruit van haar wagen aan te passen. Hij heeft gewacht tot ze weer binnen ging in het commissariaat om haar vervolgens voor de neus van haar collega’s en onder het roepen van ‘Allah Akbar’ de keel over te snijden. De collega’s van Stéphanie M. konden de dader doodschieten, maar te laat.
Had Stéphanie M. zich niet even naar buiten begeven, de dader had iemand anders gekozen, maar het moest een wetsdienaar zijn. Een wetsdienaar als symbool van het gehate, ongelovige Frankrijk. Ik ben benieuwd of The New York Times en CNN, zoals in het geval van de vorig jaar in hetzelfde departement (Les Yvelines) onthoofde Samuel Paty, ook deze keer zullen durven insinueren dat het slachtoffer het misschien zelf gezocht heeft. Of dat Frankrijk het wegens zijn laïciteitsbeleid zelf gezocht heeft.
Een lange lijst
De lijst begint lang te worden van politiemensen die in Frankrijk de voorbije jaren ten prooi vielen aan terreur door moslimextremisten. Agenten en bij uitbreiding iedereen die werkt voor de ordediensten behoren per definitie tot de geprivilegieerde doelwitten van islamitische terreurorganisaties, zegt Bernard Rougier, Midden Oosten-specialist en auteur van Les territoires conquis de l’islamisme dit weekend in een interview met Le Figaro: ‘In hun eigen landen zien ze hen als knechten van ongelovige en corrupte regimes. In Frankrijk is de politie de incarnatie van de ongelovige staat.’
Stéphanie M., moeder van twee jonge kinderen, is dus de zoveelste in een lange rij. En de daders maken daarbij geen uitzondering voor agenten van allochtone origine, de ‘ultieme collaborateurs’ zo men wil. Men denkt daarbij in de eerste plaats natuurlijk aan Ahmed Merabet, doodgeschoten door de gebroeders Kouachi bij de aanslag op Charlie Hebdo.
In naam van IS
Een kort overzicht van de slachtoffers bij de politie van deze ‘lone wolves’, die al te vaak onder de radar van de inlichtingendiensten blijven, mag duidelijk maken hoe aanwezig de islamistische terreurdreiging in Frankrijk nog altijd is. Parallel met de aanval op Charlie Hebdo schiet Amedy Coulibaly in het Parijse voorstadje Montrouge Clarissa Jean-Philippe dood. Op 13 juni 2016 vermoordt Larossi Abballa, 25 jaar, een jong koppel politieagenten, Jean Baptiste Salvain en Jessica Schneider, met een slagersmes.
Hij doet dat in hun eigen woning, voor de ogen van hun driejarig zoontje. Xavier Jugelé wordt doodgeschoten op de Champs-Elysées in april 2017, enkele dagen voor de eerste ronde van de presidentsverkiezingen. En natuurlijk denken we aan luitenant-kolonel Arnaud Beltrame die zichzelf opofferde door de plaats van een gijzelaar in te nemen in de supermarkt Super U van Trèbes. Hij bekocht zijn heldendaad met zijn eigen leven. Het was een van de bloedigste aanslagen van de laatste jaren. Alle aanslagen gebeurden in naam van IS.
Bernard Rougier herinnert ons ook aan de vier doden van de aanslag in oktober 2019 op de prefectuur van Parijs: Damien Ernst met 28 jaar dienst; Anthony Lancelot met elf jaar dienst; Brice Le Mescam met zes jaar dienst; Aurélia Trifiro met 17 jaar dienst. Twee van hen waren eenvoudige administratieve medewerkers op de prefectuur. Daarbovenop komen de vele mislukte aanslagen met geen of slechts ‘licht’ gewonde slachtoffers. Op de luchthaven van Orly in maart 2017; aan het Louvre en aan de Notre-Dame-Kathedraal in februari en juni van hetzelfde jaar; aan het stadion van Colombes in april vorig jaar, waar Youssef T. met zijn BMW inrijdt op een politiepatrouille.
Nationale eenheid?
De politieke reacties op de terreuraanslag vrijdag lieten niet lang op zich wachten. Ze waren vrij unaniem, wat gezien de omstandigheden niet moet verbazen. Sinds de aanslagen op Charlie Hebdo valt het woord ‘nationale eenheid’ al snel, telkens wanneer de Fransen weer opschrikken van een zoveelste islamistisch geïnspireerde aanslag. Maar politiek blijft natuurlijk politiek, en die ‘nationale eenheid’ is pure façade. Achter het gemeenschappelijke oprechte medeleven met de nabestaanden en de collectieve afschuw voor de feiten schuilt er een hemelsbreed verschil tussen de politieke analyse aan de ene kant en de onvermijdelijke electorale berekening van politici die ook bij een terreuraanslag als deze altijd op de achtergrond meespeelt, zeker in hoofde van de oppositie.
Na een zwaar geëmotioneerde Senaatsvoorzitter Gérard Larcher van de centrumrechtse Les Républicains (LR) – hij was lang burgemeester van Rambouillet en woont op enkele boogscheuten verwijderd van de plaats van de aanslag – verscheen Marine Le Pen als eerste politieke verantwoordelijke op televisie om president Emmanuel Macron op zijn falend veiligheidsbeleid te wijzen. Ze deed dat in bijzonder scherpe termen. Voor haar bewijst deze zoveelste aanslag tegen de politie de mislukking van Macron. ‘Frankrijk is vandaag het speelterrein van alle mogelijke vormen van criminaliteit’, aldus Le Pen, een verwijzing ook naar het geweld tussen bendes dat deze dagen weer oplaait in sommige Franse voorsteden. Europarlementslid Nicolas Bay, die voor het RN over twee maanden kandidaat is bij de regionale verkiezingen in Normandië, sprak van zijn kant over ‘de zoveelste terrorist die zich niet op ons grondgebied had mogen bevinden.’
Lijkenpikkerij?
De prompte en politiek offensieve uithaal van Le Pen leverde haar uit linkse hoek prompt het verwijt op dat ze politieke munt uit het leed van het slachtoffer wilde slaan. Maar hoe grof het ook mag klinken: is dat dan niet de normale taak van een politicus?
Jean-Michel Apathie, de journalist met het meest verrukkelijke mediterrane accent van Frankrijk, is geen reporter die je van veel sympathie van Marine Le Pen kunt verdenken. Zijn notoire afkeer voor het Rassemblement National liet hij eergisteren echter achterwege toen nieuwsanker Elisabeth Martichoux van LCI hem vroeg of de snelle commentaar van presidentskandidate Le Pen op de gebeurtenissen in Rambouillet niet iets weg had van ‘lijkenpikkerij’, een verwijt dat MLP in het verleden nog te beurt viel. Maar niet zo voor Apathie die vond dat de reactie van de voorzitster van het RN perfect legitiem was. ‘Dat Marine Le Pen snel commentaar geeft op iets dat veel verder gaat dan een fait divers is niet meer dan normaal en het zou van weinig professionalisme getuigen, mocht ze niet onmiddellijk hebben gereageerd’.
Apathie heeft gelijk, en veel kiezers zullen de commentaar van Marine Le Pen en haar partijgenoot Bay ongetwijfeld onderschrijven. Events zijn onvoorspelbaar in de politiek, wist Churchill een eeuw geleden al. Niet het coronabeleid, maar het veiligheidsbeleid zou wel eens de inzet van de presidentsverkiezingen volgend jaar kunnen worden.