De strijd tegen de islam wordt een achterhoedegevecht, want die godsdienst is stilaan terminaal. Dat wil niet zeggen dat ze in haar gevecht met de moderniteit nog veel schade kan veroorzaken. Cruciaal wordt het om een nieuw ‘tribalisme’ tegen te gaan, waarbij de mainstream cultuur dreigt te versplinteren tot een chaos aan identiteiten.
Een oorlog tegen eigen bevolking
Door een aanslag met een bomauto sterven in de Somalische hoofdstad Mogadishu minstens 70 mensen en zijn er 100 gewonden. De aanslag is nog niet opgeëist, maar vermoedelijk zit de islamitische terreurgroep Al-Shabaab daar achter. De Somalische terreurgroep is niet aan zijn proefstuk toe. In 2017 blies een zelfmoordterrorist zich op een drukke markt in Mogadishu op. Er vielen 39 doden. De terreurgroep schrikt er niet voor terug om minderjarigen omwille van geloofsafval of vermeende homoseksualiteit in het openbaar te executeren. De islamitische terroristen zweren te zullen doorgaan tot wanneer Somalië de sharia heeft aangenomen. Goed om weten, Al-Shabaab wordt vooral gesteund door Saoedi-Arabië, het koninkrijk tussen de Rode Zee en de Perzische golf, waar zowat het ganse Westen goede zaken mee doet.
De islam voert vooral een oorlog tegen eigen bevolking. Kinderen, vrouwen, ouderlingen, homoseksuelen, christenen… moeten het bekopen. Volgens Hamed Abdel-Samad – politoloog en gewezen lid van de Moslimbroederschap – is de islam erg ziek en ‘bevindt het zich zowel cultureel als maatschappelijk op de terugtocht. Het religieus gemotiveerde geweld, de toenemende islamisering van de openbare ruimte en het krampachtig vasthouden aan de zichtbaarheid van de islamitische symbolen zijn nerveuze symptomen van deze terugtocht. De opmars van het islamisme is slechts een opgeklopte mobilisering.’ Buiten uitbarstingen van woede en extreem geweld, heeft de harde, masculiene woestijngodsdienst amper antwoorden op tal van maatschappelijke uitdagingen. Hoe vreemd het ook mag klinken. De islam vormt geen wissel op de toekomst.
De islam is terminaal
Volgens Hamed Abdel-Samad bevindt de islam zich in een terminaal stadium, maar zouden de rondvliegende brokstukken van de gewelddadige eindstrijd voor heel wat schade kunnen zorgen. Voeg daarbij een gebrek aan democratie, slechte mensenrechtensituatie, burgeroorlogen, een stagnerende economie, slecht onderwijs en een explosief groeiende, jonge bevolking en we krijgen de komende decennia een woelige uitvaartplechtigheid van een rancuneuze, premoderne woestijngodsdienst.
Het gejammer van Dalilla Hermans
Discriminatie vormt daarbij het toverwoord voor de slechte sociaaleconomische prestaties. Zo nu en dan worden ‘slachtofferallochtonen’ aan het woord gelaten om aan te tonen hoe hardvochtig en racistisch de witte wereld wel is. In een weinig beklijvend essay krijgt Dalilla Hermans in De Standaard overvloedig veel ruimte om haar gejammer en geweeklaag over racisme en discriminatie andermaal de vrije loop te laten. Deels terecht. We moeten daar niet blind voor zijn. Ik werk al jaren in een concentratieschool in Sint-Jans-Molenbeek. Daar lopen ook heel wat jongeren met de nodige talenten rond. Deels krijgen die niet de volle ontwikkeling, waar ze recht op hebben. Dat komt onder meer door de fnuikende, maatschappelijke omstandigheden van een omgeving met misplaatste vooroordelen.
Maar discriminatie is van ondergeschikt belang. Belangrijker zijn de opvattingen over de rol van de vrouw, een open kijk op de samenleving en bovenal een degelijke kennis van het Nederlands. Dat moslims doorgaans een slechte taalbeheersing hebben, komt door het feit dat ze sterk gesegregeerd leven. Hoe meer migranten met dezelfde achtergrond in een buurt leven, hoe groter de taalachterstand. Nieuwkomers met betere contacten buiten de eigen groep – waaronder ook mediagebruik – zien hun arbeidskansen toenemen.
Slachtofferschap kweekt armoede
Slachtofferschap werkt achterstand in de hand. Daar hoor je Herremans niets over zeggen. Wanneer gaat ze eens een essay schrijven gericht aan de nieuwkomers met de opdracht om zo snel mogelijk de taal grondig te leren, de Vlaamse media te volgen, om intense contacten buiten de groep te leggen en bovenal de premoderne opvattingen over de vrouw, de joden en de homo’s achterwege te laten. Discriminatie zal dan smelten als sneeuw voor de zon. Maar in De Standaard wordt daar met geen woord over gerept. Integendeel. Een onderzoek naar de rol van de politiek correcte pers naar de bevestiging van de achterstandspositie van allochtonen door het steeds weer onderstrepen van het slachtofferschap zou wel eens verrassende resultaten kunnen opleveren.
Hoe kunnen we de negatieve spiraal doorbreken? Door iedere vorm van rancune naar het Westen toe tegen te gaan. Deze rancune, de nieuwe geloofsbelijdenis – alsof het Westen haast genetisch en structureel racistisch zou zijn – wordt voortdurend gevoed door steeds weer te vervallen in marxistische denkschemaatjes zoals onderdrukker-verdrukte. Deze tegenstelling is haast antagonistisch en wordt onder meer gevoed door kerstessays à la Herremans. ‘Haar geloof in bruggen bouwen brokkelt af.’ ‘De witte wereld is structureel racistisch.’ Door steeds weer in die rol te kruipen, bevestigen De Standaard, de VRT en Herremans steeds weer de achterstandspositie van de allochtonen en de onmogelijke opdracht om dit stramien te doorbreken… als dit niet gepaard gaat met een maatschappelijke omwenteling.
Strijd om de suprematie
Deze maatschappelijke omwenteling bestaat erin dat de mainstream cultuur moet worden teruggedrongen ten voordele van de nieuwkomers. Bart Somers: ‘We moeten naar elkaar toegroeien. Iedereen zal water bij de wijn moeten doen.’ De maatschappij, de cultuur, het denken moet worden ‘gedekoloniseerd’. ‘Sorry’ zal niet volstaan. De witte suprematie moet sneuvelen. Symbolen worden verdacht gemaakt en moeten uit het straatbeeld verdwijnen. Kritiek op de religie van ‘de onderdrukten’ is haast misdadig… Het cultureel conflict, het gevecht om de suprematie is in volle gang. Herremans is één van de vaandeldragers van deze strijd.
Wat Herremans wil installeren, is een nieuw soort tribalisme, waarbij de mainstream cultuur versplintert tot een chaos aan identiteiten en deelidentiteiten. Deze deelidentiteiten gaan gepaard met hevige ressentimenten t.o.v. de ‘Leitkultur’. De erosie van de Vlaamse natie is in volle gang. Door ons blind te staren op de ‘achterlijkheid’ van de islam verliezen we de essentie uit het oog: onze ‘Leitkultur’ brokkelt af door een strijd die van binnenuit wordt gevoerd. De politiek van de Vlaamse regering moet er dan ook in bestaan om steeds weer ‘de inclusieve identiteit met een verlichte ‘Leitkultur’ als broncode’ naar voor te schuiven.