De vooruitgang die de wereld doormaakt kan worden gevolgd in de Environmental Performance Index, een samenstelling van indicatoren van de kwaliteit van lucht, water, bossen, visgronden, boerderijen en natuurlijke leefomgevingen. Van de honderdtachtig landen die tien jaar of langer zijn gevolgd, tonen er slechts twee geen vooruitgang. Hoe rijker een land, des te schoner het milieu er gemiddeld is: de Scandinavisch landen waren het schoonst, Afghanistan, Bangladesh en verschillende Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara het meest vervuild. Twee van de dodelijkste vormen van vervuiling – besmet drinkwater en rook door binnenshuis koken – zijn beproevingen waar arme landen mee te maken hebben. Maar naarmate arme landen de afgelopen decennia rijker worden, laten ze die bezoekingen achter zich; het deel van de wereldbevolking dat besmet water drinkt, is met vijf achtste afgenomen, en het percentage mensen dat binnenshuis rook inademt met een derde. Zoals Indira Gandhi zei: ‘Armoede is de grootste vervuiler.’