In 1848 werd in de Amerikaanse stad Charlotteville in de staat Virginia een jongen geboren met de naam Foutain Hughes. Voor de wereld was het een jaar van grote veranderingen. In Europa vond een golf van liberale revoluties en opstanden plaats, waarbij de strijd werd geleverd tegen de absolute monarchie en voor democratie en onafhankelijke natiestaten. In datzelfde jaar 1848 publiceerden Karl Marx en Friedrich Engels hun Communistisch Manifest, waarin ze gloedvol schreven over de onvermijdelijke voortgang van de menselijke geschiedenis, de aanstaande revolutie en de klassenloze samenleving, die eindelijk de idealen van de Verlichting zou waarmaken. Inmiddels ging de wetenschap met rasse schreden voorwaarts. Astronomen ontdekten de nieuwe planeet Neptunus en haar manen. En in zijn Down House in Kent werkte een zekere Charles Darwin naarstig verder aan zijn evolutietheorie, die het oude religieuze wereldbeeld voorgoed zou verbrijzelen.
Toch kwam Fountain Hughes niet bepaald in een verlichte wereld terecht. Hij werd als slaaf geboren omdat hij, net als zijn ouders en alle andere leden van zijn familie, zwart was. Fountain moest gedurende zijn hele kindertijd zwoegen op een tabaksplantage. Hij sliep op de harde grond en droeg nooit schoenen tot hij dertien jaar was. Boeken waren verboden voor hem, en als hij een klusje kreeg als loopjongen had hij een vergunning nodig om zich een uur te mogen verplaatsen. En toen, in 1861, brak de Amerikaanse burgeroorlog uit, met het recht op slavendrijven als inzet. Toen die werd beslecht in het voordeel van de noordelijke staten, was het met de zwarte slavernij in de Verenigde Staten definitief afgelopen.
Lang geleden? Dat ligt eraan. Als je twee minuten tijd hebt, kun je Foutain Hughes in hoogsteigen persoon horen spreken, alsof hij in je huiskamer zit. Tik zijn naam in op de website van de Library of Congress (of op YouTube) en je vindt een krakende geluidsopname, opgenomen op 11 juni 1949, waarin de kranige eeuweling wordt geïnterviewd. Of hij zich zijn jonge leven als slaaf nog kon herinneren? ‘We waren niets meer dan honden in die tijd. Je werd slechter behandeld dan honden vandaag worden behandeld.’ Maar Hughes wil niet te veel uitweiden over dat verleden. Te pijnlijk om oude wonden open te rijten.
Deze geluidsopname van Foutain Hughes – er bestaan nog een een 20-tal andere interviews met voormalige slaven – doet de nekharen overeind staan. Het is een verbluffend document van vooruitgang, op verschillende vlakken. Door de wonderen van de moderne techniek kunnen we de geluidsgolven oproepen van de stem van iemand die ooit nog als een stuk vee werd verhandeld, omdat mensen met zijn huidskleur als minderwaardig werden beschouwd. Een wrang detail over de familie Hughes is dat Foutains grootvader, Wormley Hughes, persoonlijk eigendom was van niemand minder dan Thomas Jefferson, Amerikaans founding father, derde president van de nieuwe republiek, en een van de belangrijkste verlichtingsdenkers.
De eeuw waarover het leven van Fountain Hughes zich uitstrekte was er een waarin zich een ongeziene morele revolutie voltrok. Hughes stond met één been in de oude wereld, waarin de slavernij van zogenaamde minderwaardige rassen als volkomen natuurlijk gold, en de nieuwe wereld waarin deze praktijken en denkbeelden universeel werden veroordeeld (Hughes stierf in 1957, op honderdennegenjarige leeftijd).