Uit ‘Waarover men niet spreekt’ door Wim Van Rooy
Kortom: de ideologisering van de humane wetenschappen staat haaks op het gesprek met de ‘Ouden’ en hun levenskennis, een wens die tot ongeveer 1960 de core business was van de ‘humanities’. Hitler heeft de oorlog tenslotte ook gewonnen omdat hij, zoals rabbijn Berel Wein het uitdrukte, de Joden gebrandmerkt heeft als de wortel van alle problemen en verkondigde dat de definitieve en de enige oplossing voor ‘het Joodse probleem’ was alle Joden uit te roeien voor het aangezicht van de aarde. In die zin staat Europa nog altijd terecht, niet omdat het na wereldoorlog twee geen boete wou doen, maar omdat het vlug vergat wat er kwintessentieel aan de hand was, namelijk de bijna eeuwige wederkeer van de Jood als zondebok.
Dat gebeurt vandaag opnieuw omdat men niet wil inzien dat de Arabische wereld Israël van de kaart wil vegen en omdat Europa in overeenstemming met zijn aloude obsessie met de Jood een niet-aflatende hetze tegen Israël is begonnen. De Jood is opnieuw slecht en de Palestijn is als nieuwe edele wilde nobel. In dat proces verenigen links en rechts zich heel organisch, al is vandaag de progressieve elite in haar antisemitisme veel sterker en invloedrijker dan de traditionele rechterzijde of wat er overblijft van het neonazisme. Samen echter vormen ze een dodelijke cocktail, alle obligate Holocaust-herdenkingen ten spijt. In de woorden van Berel Wein: ‘Europa betreurt niet zozeer de Holocaust zelf, maar dat de Joden hebben overleefd en dat zij als spin-off daarvan een staat voor zichzelf hebben kunnen stichten. Dus zal het toelaten dat gedenktekens en musea over de Holocaust worden opgericht, maar het verzet zich ertegen dat de staat Israël op een of andere wijze zou worden opgenomen in het Joodse verhaal dat het voorstelt’.