Het is hoog tijd om af te rekenen met die hardnekkige slachtoffermythe, meent Tarik Yildiz (1985). Yildiz groeide zelf op in het meest beruchte stukje van Frankrijk, het aan Parijs grenzende departement Seine-Saint-Denis. ‘Kleine criminaliteit en terrorisme’, zegt hij nadrukkelijk in een café bij hem om de hoek in Parijs, ‘hebben helemaal niets te maken met geldgebrek, uitzichtloosheid of discriminatie.’
Dacht u vroeger dat uw buurtgenoten werden gediscrimineerd?
Volgens president Emmanuel Macron hebben bewoners van achterstandswijken twee keer minder kans op een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek. Met hetzelfde diploma.
Yildiz: Toch is dat niet waar. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan – zoals steekproeven met anonieme cv’s – maar die leverden geen eenduidige conclusies op. Er is echt geen enkel rapport verschenen dat ondubbelzinnig heeft aangetoond dat je bij gelijke geschiktheid minder kans hebt op een baan als je uit een cité, een schotelwijk komt. Het is heel gevaarlijk om mensen voortdurend te bevestigen in het idee dat zij worden gediscrimineerd, dat gezeur moet stoppen. Want je zegt dan eigenlijk: u hebt alle reden om heel erg boos te zijn, het is een schandaal.
Waarom blijven politici dan toch steeds hameren op het kwaad van discriminatie?
Yildiz: Sommigen zullen echt geloven dat allochtonen structureel te weinig kansen krijgen, anderen niet. Maar allemaal willen ze laten zien dat zij voor oplossingen zullen zorgen. Dat ze ondertussen de bewoners van de banlieue opzetten tegen het land dat hen alle denkbare mogelijkheden biedt, hebben ze niet door.
Macron presenteerde deze maand maatregelen voor de 1500 probleemwijken in Frankrijk. Maar een voorstel voor een ‘Marshallplan’ dat 45 miljard euro zou moeten kosten, wijst hij af. Terecht?
Yildiz: Zeker. Het is heel goed dat Macron afstand neemt van al die gesubsidieerde verenigingen en al die burgemeesters van voorsteden die om meer geld vragen omdat ze een clientèle te onderhouden hebben. Het is jammer, maar in de lokale politiek van de voorsteden vind je weinig mensen met persoonlijkheid. Ze zijn gefixeerd op hun herverkiezing en zwichten voor groepen moslims die, in ruil voor een paar honderd stemmen, om een moskee vragen of een clubhuis voor een ‘culturele vereniging’. Veel minder positief is dat Macron ook een ’testing’ aankondigde om grote bedrijven te controleren op discriminatie bij het aannemen van nieuw personeel. Op dat punt geeft hij helaas dus wel toe. Hij had moeten zeggen: wij willen zorgen voor beter onderwijs en meer veiligheid, maar verder moet u het vooral zelf doen. Hij maakte zijn eigen verhaal niet af, dat meer de nadruk legt op de eigen verantwoordelijkheid.
Volgens u is hard optreden tegen de kleine criminaliteit van cruciaal belang in de strijd tegen terreur. Waarom?
Yildiz: Omdat criminaliteit en terreur heel nauw met elkaar verbonden zijn. Niet alle kleine boeven worden terrorist natuurlijk, maar alle terroristen waren eerst een kleine boef. Vrijwel alle daders van de aanslagen in Frankrijk de afgelopen jaren werden hier geboren en hadden een carrière in de ‘kleine’ criminaliteit: straatroof, geweldpleging, drugshandel. In sommige buurten zijn dat doodnormale activiteiten. Die criminaliteit is een uiting van een cultuur van wantrouwen en vijandigheid tegenover de staat en zijn instellingen, zoals scholen en politie. Het is ‘wij, moslims’ tegen ‘zij, de ongelovigen’. Die vijandigheid is de voedingsbodem voor criminele carrières, maar ook voor terreur.
U doelt op jongens met het profiel van Salah Abdeslam?
Yildiz: Abdeslam hoort bij wat ik de ‘oppervlakkige moslims’ noem. In theorie vinden ze de sharia prachtig: ze menen dat je bij dieven een hand moet afhakken, je bent alleen een echte moslim als je vijf keer per dag bidt en alle vrouwen moeten een hoofddoek dragen. Maar hun eigen gedrag blijft hopeloos achter bij al die strenge normen, die alleen worden nageleefd door de salafisten in hun buurt. Ze drinken alcohol, gaan uit, doen illegale dingen. Op een goede dag besluiten ze het een met het ander in overeenstemming te brengen. Vanaf dat moment zijn ze coherent en worden ze een ‘exclusieve moslim’.
Wat brengt ze ertoe uiteindelijk de daad bij het woord te voegen?
Yildiz: Het radicalisme kun je zien als een antwoord op het probleem van de ideologische leegte die zo kenmerkend is voor onze tijd, onze samenlevingen. Er is niets meer dat ons overstijgt, geen idee dat ons bindt. Het tweede cruciale element dat volgens mij bijdraagt aan hun radicalisering is de ontstellende slapte waarmee we dit soort jongens tegemoet treden. Omar Mostefaï, een van de terroristen van Le Bataclan, werd tussen 2004 en 2010 acht keer veroordeeld, en hij is bepaald niet de enige, het gaat heel vaak zo. Dat is dramatisch, want welke boodschap geef je daarmee aan jongens die zonder normen en grenzen opgroeien?
Van gevangenisstraf worden ze vaak niet beter, velen radicaliseren daar juist. Zie ook weer het verhaal van de bekeerling Benjamin Herman, die onlangs vier mensen vermoordde.
En als ze toch in de gevangenis belanden?
Yildiz: Ook daar kun je ze apart zetten en verplichten om een opleiding te volgen.
Waarom maken uw voorstellen weinig kans?
Yildiz: Het is te duur, dat hoor je vaak. Alsof de samenleving nu niet veel geld kwijt is aan terreurbestrijding. Een wondermiddel bestaat niet, maar het lijkt me echt de moeite waard om te investeren in wat er gebeurt voor iemand radicaliseert.
Waarom schrikken we terug voor een steviger aanpak?
Yildiz: Ook hier wreekt zich de slachtofferideologie. Ik denk dat het in Frankrijk erger is dan in veel andere landen. Franse magistraten zijn in grote meerderheid erg links georiënteerd en zeggen erg snel: ja, maar deze jongen groeide op zonder vader en zijn moeder kon het allemaal niet meer aan, we kunnen hem niet zomaar veroordelen voor een geval van straatroof. Terwijl dit het moment zou moeten zijn om hem aan te pakken. Ook in het onderwijs kom je het excuusdenken veel tegen, leraren hebben voortdurend de mond vol van discriminatie. Het is ook zo makkelijk: ‘De maatschappij is schuldig, we zijn allemaal schuldig.’
Dat is heel kwalijk, omdat de slachtoffers die men zegt te verdedigen, eigenlijk worden behandeld als onverantwoordelijke kinderen waar je geen eisen aan zou mogen stellen. Ik sprak een lerares die teksten behandelt van de rapper Grand Corps Malade . Omdat, vertelde ze , ik niet met Gustave Flaubert of een andere grote auteur bij mijn leerlingen hoef aan te komen, dan haken ze meteen af. Zij geeft de strijd dus bij voorbaat op. Dat is rampzalig, want thuis zullen ze nooit iets over Flaubert horen. Als die kinderen niet op school in contact komen met cultuur, dan gebeurt het nergens.
Zou u het redden met een exemplaar van Madame Bovary in de hand voor een klas met dertig 15-jarigen in Seine-Saint-Denis?
Yildiz: Ik begrijp heel goed dat dit moeilijk is, maar je moet het toch doen, anders heeft onderwijs geen zin meer. Hun ouders verander je niet, je hebt de plicht het kader te bieden dat thuis ontbreekt. Ook al bereik je er maar twee of drie leerlingen mee, dan heb je er dus twee of drie gered. Dat is beter dan nul leerlingen! De bedoeling van die lerares is goed, zij wil aansluiten bij de belangstelling van kinderen om ze zo nog iets van poëzie bij te brengen. Maar het resultaat is verschrikkelijk. Ook omdat ze geen partij is voor haar bebaarde collega op de Koranschool die wel iets moeilijks vraagt van zijn leerlingen: de Koran lezen in het Arabisch. Dat is hard werken en kinderen zijn trots als ze dat onder de knie krijgen, daar hebben ze respect voor.
Wat kunnen we doen om een vriendelijker islam te bevorderen? Macron probeert onder andere greep te krijgen op de opleiding van imams en de geldstromen. Heeft dat zin?
Yildiz: Het is verspilde moeite. Je kunt heilige teksten en interpretaties niet veranderen. Wat mensen vinden, waar ze van overtuigd zijn, dat is niet in handen van de overheid. In een geglobaliseerde context is dat al helemaal zinloos. De Franse overheid moet niet gaan beweren dat je heel goed zonder hoofddoek kunt leven als moslima, maar gewoon de eigen regels (zoals het hoofddoekverbod in het openbaar onderwijs) strikt handhaven. Bestrijd de radicale islam, zou mijn advies zijn, maar probeer niet de islam te hervormen, onthoud je van theologische uitspraken.
Is de radicale islam in de banlieue meer aanwezig dan tien, vijftien jaar geleden?
Yildiz: Salafisten zijn een kleine minderheid, maar ze kunnen hier en daar wel hun stempel drukken op de omgeving. De afgelopen tijd heeft zich in veel buurten – hoewel je dit onmogelijk uit kunt drukken in cijfers – onmiskenbaar een proces van islamisering, of van halalisering voltrokken. De fanaten versterken de islamitische sociale controle: wie draagt er geen hoofddoek, wie haalt er alcohol in huis, wie bidt er niet genoeg, wie gaat naar welke moskee, enzovoorts. Het kan zo ver gaan dat mensen gebrandmerkt worden als ‘onrein’.
Ook zorgelijk is de grote populariteit van complottheorieën en radicale ideeën onder de jeugd. Volgens recent onderzoek onder 7000 scholieren van 15-16 jaar in achterstandswijken blijkt dat de helft denkt dat de CIA achter de aanslag op Charlie Hebdo zat. Maar de halalisering wordt niet alleen aangedreven door salafisten: die hebben concurrentie van ‘communautaire’ moslims. De communautairen zijn ook strikt gelovig, maar toleranter voor verschillen in geloofsbeleving. Ze zijn niet zoals de salafisten uit op een frontale confrontatie met de Franse samenleving, maar ze vragen wel om aparte zwemuren voor mannen en vrouwen, en hoofddoeken in de ambtenarij.
Volgens een studie van het Institut Montaigne geeft 28 procent van de Franse moslims de voorkeur aan de sharia boven de Franse grondwet. Is dat niet heel erg veel?
Yildiz: Met zo’n cijfer moet je oppassen. Veel moslims zullen zeggen dat er niets boven de sharia gaat als je het ze vraagt. Maar als ze in referendum zouden mogen beslissen of ze morgen in zo’n regime willen leven, denk ik niet dat je aan zulke cijfers komt. Je moet nooit de diversiteit onder moslims uit het oog verliezen. Alleen de meest radicalen stemmen in met aanslagen, al zouden ze dat nooit direct zeggen. Veel anderen – van de radicalen tot de communautaire moslims – hangen een complottheorie aan, zij beweren dat achter het geweld duistere krachten schuil gaan die de islam willen beschadigen. Hoe dan ook, deze mensen gaan niet weg, we moeten het met ze doen. Maar dat lukt naar mijn idee dus alleen als je heel duidelijk bent.