Op 10 juni 2001 gaven Nick Cave & The Bad Seeds een concert in de Brabanthall te Leuven. Ik was er aanwezig samen met mijn toenmalige echtgenote. Pal in onze buurt stond de man die toen als de God in Vlaanderen gold, Alhoewel ik geen absolute fan was van Nick Cave, een toch wat tegendraadse rockster, was het optreden top, vooral door de beklijvende trage nummers waarbij er behoorlijk wat magie door de zaal ging. Tijdens de ballade God is in the House werden wij meer dan 5 minuten haast aan de grond genageld, terwijl wij stiekem keken naar onze buurman die zachtjes meewiegde met zijn hoofd, zich al dan niet bewust van de ode die hij op zichzelf had kunnen betrekken. Naast hem zagen wij vaag een tenger vrouwtje, klein en bescheiden in de schaduw van haar godje, niets aan haar bewoog. Ik was behoorlijk onder de indruk, én van het erg impressionante nummer, én van de toevallige toepasselijkheid van de titel op de politiek extreem populaire persoon die zich op een halve meter van ons bevond: Steve Stevaert.
Op 2 april 2015 stuurde ik rond de middag een sms-je naar mijn zoon op zijn werk om te zeggen dat er nog ongecontroleerd maar eerder slecht nieuws de ronde deed over Steve Stevaert. Vincent antwoordde dat hij dezelfde geruchten had opgevangen, ook hij vreesde voor een fatale afloop. Ons bange vermoeden werd later op de dag bevestigd, Stevaert had zelfmoord gepleegd, hij had voor de verdrinkingsdood in het Albertkanaal te Hasselt gekozen. Wij concludeerden meteen zoals iedereen dat hij hiermee aan de nakende assisenzaak wegens betichting van verkrachting was willen ontsnappen. De Vlaamse God was kopje onder gegaan, zijn netwerk van zich prostituerende engelen had hem verstrikt in een erotische val van zotte glorie, de pooiers hadden hun politieke prooi laten stikken als een armoedige hoerenloper.
Sta me toe dat ik hierbij aan de mythe van Icarus uit de Griekse oudheid denk. Dat verhaal is typerend voor het thema van hoogmoed of overdreven zelfvertrouwn. Icarus was namelijk zo ijdel en overmoedig dat hij naar de zon wou vliegen, hij brandde echter totaal op en stortte dood neer. Steve Stevaert ging er prat op dat hij niet gestudeerd had en en dat hij geen boeken las, hij keek neer op wat hij “geleerdheid” noemde, hij verkocht liever zijn eigen wijsheid, maar die leidde hem in zijn blinde geilheid zo ver dat hij door een paar valselijke Maghebrijnse wijven werd weggebrand.
Op 14 juli 2015 verloor Nick Cave zijn 15-jarige zoon Arthur toen deze stoned van een klif viel. Op 9 mei 2022 stierf ook zijn zoon Jethro, drugs en een psychotische aard waren de oorzaak. Nick Cave is zich sindsdien in zijn muziek en in interviews hardop blijven afvragen waar die God in the House nu was, hij twijfelde aan diens bestaan, maar om God vlakaf te ontkennen was hij niet sterk genoeg (zijn eigen woorden). Mijn zoon Vincent stierf op 3 september 2018, hij werd 36 jaar, bij hem was er geen sprake van drugs of andere ontsporingen, hij was nuchter van aard en een fervente sportman. Tijdens zijn korte maar immense ziekteproces heb ik steeds gezegd: rot op God, er is geen plaats voor dat soort bedrog in ons huis.
Ik zag mijn kind lijden, ik deelde als vader mee in zijn pijn en angsten, maar ik verdoofde mezelf met niks. Ik wilde mijn verdriet niet verdrinken, dat water leek me te diep en te vies, die uitweg was te vuil en te glad. Ik wist dat ik hier een andere en een hogere betekenis moest aan geven.
Nathalie en ik keken begin dit jaar op TV naar de vierdelige reeks over het leven van Steve Stevaert, met zijn wonderbaarlijke opgang en zijn plotse ondergang. Deze gewezen leeftijdsgenoot van mij had zijn onmiskenbare talenten blijkbaar niet voor de goeie zaak ingezet, te vaak had hij mensen belogen en bedrogen, op een goedkope manier ingespeeld op de makkelijkste volksgevoelens en bovendien zijn (clandestien) hijgerig seksappeal zodanig aangezwengeld dat het chronisch opgedrongen intimiteit werd. Uit verregaande ijdelheid legde hij zichzelf zulkdanige werklasten op dat de lusten gelijke tred moesten houden om ergens nog in evenwicht te kunnen blijven. Een te hoog gegrepen spel, zoals hij ook – in een zeldzame reflexie aangaande zichzelf – voorspelde: dit is gedoemd om finaal te mislukken.
Hij spartelde nog als een drenkeling op het droge verder in zijn seksuele esbattementen, de dames die hij niet gratis in zijn bed kreeg betaalde hij royaal uit de partijkas, tot hij stuitte op een Marokkaanse maffia met peperdure callgirls en verborgen camera’s die zijn onverzadigbaarheid graag registreerden, om hem achteraf zonder genade te achtervolgen met eisen om zwijggeld. Steve werd radeloos, hij raakte het godje in zichzelf kwijt en de grote – mogelijks reddende – God van zijn idool Nick Cave woonde niet in zijn huis, daarom zocht hij de eeuwige verlossing op de zwarte bodem van het Limburgs water.
Na het overlijden van mijn zoon en enig kind zag ik langzaam het licht, het scheen helder en het vertelde maar één klare waarheid: onvoorwaardelijk inzetten op de grote liefde om mijn leven te redden. Want ik was voordien ook zo’n hitsig streverig Stevaertje geweest, met min of meer hetzelfde erotische levenspatroon, seks onder al zijn vormen en uitspattingen was mijn vaste levenspad geworden: een uitzichtloze en doodlopende weg. Toen ik met het definitieve heengaan van Vincent geconfronteerd werd, kwam ik plots tot bezinning, ik zegde tegen mezelf: stop! Ik dokterde meteen mijn nieuwe evangelie uit, het werd letterlijk mijn epistel van inzicht, én het werkte, zelfs zonder de aanwezigheid van een grote God of zonder dat ik mijn klein godje moest worden, het ging gewoon om mijn nieuwe zelf gekozen menswording. De rest is geschiedenis, minder dan een jaar na mijn bekering kwam ik Nathaliefje tegen en beleefden wij samen het begin van onze liefdeshistoriek, tot op heden geldig in deze aardse werkelijkheid.
Meer nog, het staat ook schitterend in de sterren geschreven, een blijde boodschap die blinkt aan het eeuwig hemelfirmament.
Als besluit geef ik u nog de song mee van “God is in the House”, luister hoe Nick Cave hier zijn geloof acteert, betokkelt en bespeelt: