Ons eerste gezamenlijk boek is gedrukt, Testament van Taal 2020 is van de persen gerold, recht in onze schoot. Nathalie en ik verwelkomen ons literaire kindje, een blozende boreling met een gewicht van 412 pagina’s.

We gaan nu graag op bezoek bij een selectie schare vrienden, potentiële lezers, kritische mensen vooral, liever geen boekenlikkers. Zeg ons uw vranke mening, is ons motto. Staat er niet genoeg erotiek in of te weinig blote foto’s, geen nood, daar wordt aan gewerkt. Of meer naakte tekst gewenst, dan schrijf ik strakker en magerder verder, u vraagt maar.

Ondertussen zijn we dus al de boer op geweest met ons boek. Onze eerste trip leidde naar het pittoreske Binkom. Daar woont mijn zeer oude vriend Hugo, wij kennen mekaar minstens van in 1974. De vriendschap was zo hecht dat wij mekaar de laatste 35 jaar niet meer gezien hebben.
De band hield niettemin stand, misschien dankzij de afstand. Van dichtbij was hij intellectueel soms ongenietbaar, veel te slim voor een proleet als ik. Maar in het diepst van mijn gedachten was mijn maat altijd nabij, mist of geen mist, mijn gordijn bleef open geschoven. Hij kwam vaak flitsend voorbij. Maar veel te rap voor een klapke. Ook zijn ex-vrouw klopte al eens aan, kapot, in nood en tranen, maar dat is weer een ander verhaal.

Toen wij in Binkom toekwamen, zochten wij zijn sporen in het veld, wij vonden hem nergens. Ergens liep een oude boer, op wandel langs een kale landweg. Een eenzame koe staarde ons aan, verwonderd om onze belangstelling voor die autochtoon. (De koe moest plots kakken, dat vond Nathalie grappig, zot gezicht, al die spetterende drets, niks te maken met het manneke dat naderde).

We begingen onze eerste vergissing, tamelijk grotesk, het was kameraad Hugo die als een landjonker kwam aangeslenterd. Hij bleek gewapend met een fallische GSM, die hij ter afwering naar ons uitstak. Schild en vriend, wou ik roepen, maar dat was politiek incorrect. Dus snel terug ingeslikt.

In Binkom zaten ze duidelijk op moderne antenne, dacht ik, verblind door de blitse en luidruchtige wandeltelefoon. Ik was plaatsvervangend content met hun lokale vooruitgang. Hugo negeerde ons, was verzonken in diepe trots, hij herkende me niet. Ik was nochtans gewoon verkleed als een schrijver met leren vest en zonnebril, aan mijn zijde de blond begeerde deerne, die mijn teksten verbeterde en mijn bedje spreidde met haar benen, billen, borsten en de frivole rest.

Terzake, de wielerkoers was bezig, dat hoorden we op de mobiele televisie van de teruggevonden Hugo, wij bleven ondertussen incognito voor hem.
Ik heb hem dan aangesproken in het plaatselijke idioom, zijn frank viel langzaam maar hard. De wielerpret werd even verknald, hij zat in plotse ademnood, maar nam dan vliegensvlug een besluit. Na dertig jaar konden er gerust nog een drietal minuten bij, voor de finale van de Strade Bianche. Koers gaat voor op gemoedelijk weerzien, een archaïsche gewoonte in de streek.

Nadat Mathieu Van Der Poel had gewonnen was het tijd voor een kort interview, op TV, nadien in het veld, met ons. Hugo gaf zelf uitbundig de antwoorden op de vragen die hij stelde. Handig voor ons, de rest kon hij vernemen in ons boek. Dat ging hij zeker lezen, maar eerst nog over en weer naar Italië, zijn nieuwe Nirwana, zijn zelf verklaarde Walhalla van de blijkbaar vrije liefde.
Hij ging ons zeker nog schrijven, over zichzelf om te beginnen, daarna wat commentaar op het boek. Met mondjesmaat, tijdens de volgende 30 jaar.

Misschien klinkt mijn relaas over Hugo wat te wrang, waarschijnlijk overdrijf ik. Hij verdient mogelijks beter. Maar ik kon mijn sarcasme het zwijgen niet opleggen. Mijn buikgevoel zei me dat er iets niet klopte. Ik kan me vergissen, ik hoop het zelfs. Dan zal ik me ook excuseren. Jawel.

Over naar het zuivere tegendeel, een ethisch koningspaar, de heer Theo en zijn dame Magda. Mijnheerke Theo was ooit de klastitularis van Vinnie, in het eerste middelbaar aan het Sint-Pieterscollege in Leuven. Het was de man die Vinnie de smaak van het fietsen bijbracht. Theo promootte de fietssport, ook extra muros, hij organiseerde lange fietstochten in binnen- en buitenland voor zijn jonge leerlingen. Mooie missie, zeker geslaagd voor mijn zoon, dankzij Theo kreeg hij de finale opstap naar triathlon. Zwemmen deed hij reeds als zevenjarige, ook in competitie. Lopen leerde hij van zijn papa, Vinnie jogde reeds gezwind mee met mij als klein manneke. Maar Theo rondde het mooi af, vooral met zijn aanstekelijk enthousiasme. Duursport was zijn pure bijbel, eten en drinken tegelijk.

Achter elke sterke man staat een monument van een mooie vrouw, ik kan het weten. Theo werd gebenedijd begeleid door zijn begenadigde Magda.
Zij stuwde en duwde hem glansrijk vooruit, Theo scheerde hoge toppen, in marathon en ultraloop, in duathlon en triathlon, in wielerkoers en cyclo-cross. Hij stond op vele podia, haast wereldwijd, maar wie bleef vanop het thuisfront zorgzaam en getrouw toekijken, zijn fantastisch schone Magda.

Nathalie en ik gingen hen ons Testament 2020 bezorgen, als navolgend aandenken aan de door hen sterk betreurde Vinnie. Aandoenlijk gebeuren.
Ze ontvingen ons met deugddoende warmte, met hun zacht gemoed en… met een zoet gebakje. Heerlijk toch, met de hartelijke signatuur van Magda. Ze had er haar ziel in gelegd, we smaakten haar stille passie.
Theo knikte en zag dat het goed was, met zijn 76 jaar zat hij er bij als een taaie krijger van ontelbare en onvoorstelbare sportexploten, een ontzettend spartaans en excessief ascetisch leven, boordevol gevuld met zweterige kilometers tarmac. Magda supportert nog steeds, bij de glorieuze nadagen in hun warme huis, hun veilig nest in Pellenberg.

Vertederend zijn haar herinneringen, zij mijmert nog aangeslagen na over het te korte leven van mijn zoon, haar indringende lectuur van het Lied van Vinnie. Magda vertolkt, samen met Theo, een soort mensen die liever in de schaduw leven, daar kan een hart zoveel zuiverder gedijen.
Zij zitten zij aan zij, op hun terras dat een panoramisch uitzicht biedt op natuur en landerijen. Zij tonen ons een foto van hun vier gezonde zonen, als een schilderij zo schoon. Ik herken Vinnie in elk van hen. Merci Magda. Je bent een schitterende mama, je was ook een moeder voor je man, hij stond op vele podiums, jij glorieerde alleen, bij de haard, als waardigste.

Magda heeft nog een uitsmijter voor Nathalie en mij, zij komt opeens vrij schalks uit de hoek. Met twinkel in haar oogjes vertelt ze welke elegante loper ik wel was, hoe ze naar mijn mooie stijl heeft gekeken. Je hebt haar stillekes laten genieten, fluistert Nathalie mij guitig in het oor. Mooi toch.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *