25 februari – Gent

feb 25, 2020

Het voorbije weekend brachten we in Gent door. Het was de verjaardag van Nathalie. En het was haar aan te zien. Glunderend van geluk, niet om dat tintelende jaartje meer, maar om het innige samenzijn. Eigenlijk zijn we puur formeel nog maar één maand een liefdespaar. Er ging wel een prettige ‘incubatieperiode’ van een paar maanden aan vooraf, maar de bezegeling is wel nog pril. Niettemin, we zijn thuisgekomen bij elkaar, ook dat hotel in Gent voelde aan als de woonplaats van onze knusse liefde.

Onze kamer in het hotel was dan ook een kamer met meerwaarde, alsof de uitbaters tactvol voorbereid waren op onze wederzijdse warmte, het modernistische interieur was voor de romantische gelegenheid geëxtrapoleerd tot een intimistisch appartement. Laat het misschien toeval zijn, maar wij deden er wel ons voordeel mee, met gewillig lijf en leden streken wij neer op het hemelbed. Wij verkenden alle hoeken en kanten van onze gevoeligheid, ook de pikante. Twee plezante kinderen in de ruime speeltuin, wij gleden en wij schoven, wij stoeiden en wij stegen op, wij gingen net niet over kop in onze liefdespret. Het verdere relaas is helaas privé.

Na het sacrale moment, de consecratie van de kamer, maakten wij uitgebreid kennis met Gent. Wij hobbelden over de kasseien, struikelden over uitstekende stenen en raakten grappig uit de pas over oneffen straten en dwarse stoepen. Maar we bleven daarbij keikoppig lachen, in onze aangepaste zachtheid, warm met mekaar verstrengeld. Elke plooi in ons parcours werd meteen gladgestreken, wij raakten nergens uit evenwicht, wij zaten mooi op de lijn van ons verliefsig samenzijn.

De mensen keken naar ons en spraken van: kijk eens aan, die twee hier zijn echt geweldig, wat een weelde. Zoiets dacht ik toch. Alsof ik hun tekst kon schrijven, stadsdichter zijnde.

Nathalie vertelde me ondertussen haar verhalen, en ik antwoordde met mijn wedervaren. Hoe onze levens liepen, liefdes die kwamen en die gingen, met verdriet walsend als wilde rivieren, zo hartstochtelijk groot en wanstaltig diep. We hadden toppen geschoren en bodems bereikt, we waren opgestegen uit verlaten dalen en weer neergedonderd uit de wolken, zovele keren. Passioneel op en neer, telkens weer die carrousel van snelle romantiek en fake cinema. Een hoop gedonder, ook erotisch, met periodieke opstoten en het plotse neerkomen. Ik sprak dan voor mezelf vooral, zij was weliswaar gematigder geweest, maar daarom niet minder eenzaam.

Maar toch, wij hadden onze eerzaamheid bewaard. Zoals dan later bleek, zeker voor mekaar.

Tot wij dan aanbelandden op een duister punt. Een desolate en nogal vage plaats, een totaal verlaten plek in de Gentse avond. Nathalie zat nog in een laatste verhaal en sprak voorzichtig maar beslist van voortaan voor altijd samen graag. Ik was aandachtig stil, ook aangedaan, stom en sprakeloos. Tot mij plots het licht opging. Ik zag klaarheid in dat stadse donker, fel en helder ging een bliksem door mijn kop. Later zou ik alles duiden als: illuminatie, en daarna sprak ik.

Wil je met mij trouwen Nathalie, zo eenvoudig klonk mijn poëzie. Ik had zo zacht mijn vraag verwoord dat haar ogen haperden, haar mond stond sprakeloos, haar handen gingen spartelen, zochten overal naar woorden, tot in mijn haar en in mijn hals, en kusten mij dan langgerekt in ademloze zuchten, ingetogen en met lichte tremolo. Ik hoorde prevelend JA.

De rest van ons verblijf in Gent viel verder af te lezen aan ons vrijend lijf en onze opgeliefde ziel. Het goot nog gans het weekend van de regen en de wind ging als een woesteling te keer. Geen weer om mensen door te jagen die in verdrenktheid van mekaar verkeren. Het hotel heeft later nog goed gedaverd toen ze daar het nieuws vernamen. Op onze kamer brandden alle kaarsen en het bed stond nog netjes niet in brand.

Wij wasten onze handen in de onschuld van ons vers geluk. Voor altijd samen in de grootste kamer, waar de hitte immer knalt, de liefde niet meer kantelt.


Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *