Eind december 2009 kreeg ik een nachtelijk telefoontje van een verre vrouw. Zij verbleef op dat eigenste ogenblik ergens op een exotisch eiland aan de andere kant van de wereld. Ze wou weten hoe het met mij ging. Hallo?
Haar naam was Rani. Ze lag toen languit op een warm strand, ik hoorde de bruisende zee op de achtergrond. Ik dacht er wuivende palmbomen bij en een bruin gebronzeerde huid, grote zonnebril en minuscule monokini, nauwelijks textiel dus, kronkelende benen en wiebelende borsten.
Zo was ze wel, blonde Rani, de ravissante, een blote strand- en palmdiva.
Maar ja, ik krabde wel verbaasd en dwaas in mijn slaaphaar, schraapte mijn keel en wreef mijn ogen uit. Ik had ook niks aan, behalve mijn lakens. Beetje beschaamd om dit schaarse nachtkleed. Zonder kegel.
Dit was precies geen hallucinatie, ik schoof op in bed en legde haar naast mij, in zoverre er telepathisch plaats was. Ik streek het deken glad, voelde zwoel een plooi, strekte mijn benen, ze waren alle drie meteen alert, directe interactie ondanks duizenden kilometers afstand. Rani was binnen handbereik. Haar hese stem streelde een zee van bezwaren overboord.
God allemensen, waarom wou die chique bohémienne met mij praten, vanuit dat paradijselijke oord waar ze verbleef, wie weet met tien lover-boys in haar slipstream. Dacht haar slipje daar misschien anders over, grapte ik in gedachten. De nacht in Leuven stelde me evenwel niet teleur, zij taterde alsof ik haar levenslange minnaar was geweest. Ze miste mij. Hallo, over welk misverstand ging het hier? Zat Rani met een delirium tremens van te veel seks met lokale pornobazen of werd ze ter plekke zand-gestreeld door een schone neger met blanke streken?
Wist-ik-veel, maar ze minnekoosde telefonisch gulzig verder, ze spoot haar woordenstroom bruisend over mijn buik uit. Alsof er een erotische mitraillette naast mij in bed lag. Niet te stoppen dat lange-afstands-genot, ik was klaar wakker maar mijn antwoorden haperden. Wat zag Rani in mij vanop dat verre eiland? Ze gaf me nog een relaas over de stand van de volle maan op het strand, het deinen en het golven van haar goesting.
Eb en tij bleken ook daar van toepassing, in haar kleine broekje bedoel ik.
Enfin, na een half uur ging de overzeese storm liggen, de oceaan hervond zijn gewone baan en Rani deed haar kleren aan, of uit, om te gaan slapen, zoals ik. Zalig toch, dat rare nagenot, na zelfs geen overspel te plegen.
Hoe was Rani eerder in mijn leven terechtgekomen? Gewoon, na een date. Ze zat in Brussel op mij te wachten, in een betere brasserie. (Wij noemen dat in Leuven een café, in mijn geboortedorp Baalrode heet dat een staminee). Ik was voor de afspraak mijn volkse mezelf, sms-te haar nog vanop de trein dat er plots een probleempje was. Gewijzigd scenario. Stilte aan de andere kant, de lijn bleef zwijgen. Na een tijdje stuurde ze: kom je op een ander uur? Ik riposteerde: nee, ik ben spijtig niet alleen.
Dan zij weer, verwonderd blijkbaar, bitse woorden: wat krijgen we nu?
Ik terug: ons moeder komt mee, niet erg, ze is nog goed voor haar 81.
De stilte duurde naar mijn beleving daarna uren. Ik legde de lat nog even hoger. Verklaarde me nader. Dat ons ma niet mee binnenkwam, ze bleef buiten wel wachten, of anders zat ze in de crêmerie bij Felix & Germaine.
Enfin, het is allemaal nog meegevallen, achteraf kon Rani er ook mee lachen. Ons ma heeft van niks geweten, die gaat immers niet op café. En sinds de expo van 1958 is ze niet meer in Brussel geweest. Vandaar.
Dat kon Rani natuurlijk niet weten, ook niet dat ik de foute moppenman was. Maar waar het dan wél op aankwam: ik vond haar een uitzonderlijk mooie vrouw. Groot en slank, ultrakort blond haar, strak in het broekpak, vranke blik en stout gebekt, helemaal een trofee-model. Ze boezemde me meteen een goed vertrouwen in, haar (zo op het zicht) stevige borsten deden daar het nodige voor. Ik zag dat wel zitten, zeker na een steelse blik op haar appetijtelijke kont. Spek naar mijn bek, smulde ik, seksistisch verkeerd zoals steeds.
Maar het is uiteindelijk niet geworden wat het beloofde te worden. Er zat aan mijn kant een vrouw in de weg, bij Rani was het haar advocaat die dwars lag. Die advocaat was een grensgeval, Limburger en Kempenaar, hij bezocht haar één keer per week, dan kwam hij vanuit het verre Neerpelt gesjeesd. Rani vertelde dat haar raadsheer bizarre wensen had. Zij moest zich bij voorkeur hoerig kleden en dan met hem op stap gaan, een tripje maken langs het Noordstation, kant van de Aarschotstraat, met de beruchte raamprostitutie. Oord van koop-erotiek en ontucht met jonge meisjes, meestal uit het voormalige Oostblok afkomstig. Daar wou die advocaat met haar, zijn luxueus onzedig verklede dame, gaan paraderen. Een tippelpromenade maken, om de mannelijke passanten uit te dagen, prijs te laten vragen en daarna uiteraard af te wijzen. Daar genoot hij van, daarom gaf hij graag advies, gratis, aan zijn acterende tippelaarster Rani. Maar zij hield wel van dat theater, dat beaamde zij.
Het was een eerlijk vertelselke van mijn excentrieke en net niet intieme vriendin, haar aangebrande over-het-randje strapatsen met de losbol-advocaat van Neerpelt, een ersatz pooier van jewelste. Hij zocht het gevaar op, gemixt met de geur van hitsigheid, een cocktail van seks en potentieel geweld, want zo’n buurt telt geile gluurders met drugs en voortdurende dreiging van agressie, zatte mannen en gasten met wapens op zak. Rani liep er parmantig kortgerokt en met half ontblote borsten rond. Ze voelde zich veilig, zei ze. Op euforie van adrenaline en kick’s. Haar begeleider waakte toch, volgde op korte afstand, genoot vooral.
Straf verhaal. Een dame en haar advocaat, niet haar man, die zat thuis. Rani was gehuwd, ze runde een zaak met haar echtgenoot, een drukkerij aan de rand van de grootstad. Ze waren eigenlijk enkel nog vennoten, ze deelden het echtelijke bed uit gewoonte, ondertussen ging ieder zijn eigen weg. Rani was verslaafd geraakt aan haar raadsman en zijn fantasieën, zij ging vrijwillig mee in zijn demonische ideeën. De liefde zocht ze bij mij.
Helaas, ik was verliefd geraakt, maar niet op haar. Mijn geliefde moest echter nog kiezen, zij woonde bij haar rijke minnaar, een manager en geboren graaf, jawel. Ik meen nog te weten dat hij Montechristo heette. Ik heb drie maanden moeten smeken en vechten eer zij aan zijn adeldom verzaakte. In de tussentijd wou ik ook mijn lusten blussen. Tot in Brussel.
Zo maakte ik kennis met Rani en haar door een advocaat geregisseerde tippelstory. De omgekeerde erotiek van een gelegenheids-escorte-meid. Zij diende hem als een duivelse slavin, gewillig, ze liet zich door duizend blikken bepotelen. Ze had er geen spijt van, ze werd er geil van, zei ze.
Na onze kennismaking in Brussel zakte Rani af naar Leuven, ze kwam op trip naar de Fonteinstraat, niet meteen bekend als een tippel-boulevard. Ik zie ze nog zitten, in mijn sobere studio, blonde nimf en nymfomane. We kwamen moeizaam ter zake, ik haperde omwille van mijn hangende liefde voor een ander, zij plakte nog aan haar dure gratis-advocaat en de prostitutiestraat. Tijd voor een spelletje, stelde ik voor, om de tijd te doden, de onwennigheid te keren. Ik koos voor een striptease van miss Rani. Die ging meteen akkoord, mits ik zou volgen. Dat zien we nog wel, besloot ik. Mijn hart bonkte nog aan één stuk door, voor die ander.
Rani begon er aan, langzaam trok zij haar zwarte vestje uit, daaronder zag ik enkel kant en transparantie, bedekt met knopen, die zij traag begon los te maken. De welving van haar borsten ontblootte zich al voorzichtig. Ik keek begerig naar haar benen, met bevallig nylon dat aan haar dijen plakte. Dit werd een avondvullend feestje, ik mocht me aan de nodige opwinding verwachten, mogelijks een grote climax. Haar cinema speelde mooi voort. Zij zweefde als een blitse deerne door mijn living, alle kleren vielen vlot.
Tot het belgerinkel losbrak. Mijn gsm ging plots tekeer alsof er iemand ergens protesteerde. Ik nam op, het was Maggie, haar onverwachte wederkeer na zoveel weken afwezigheid, doorgebracht bij haar adellijke heer. Ze wou me dringend zien, me iets plechtig zeggen, eindelijk toch.
Het gesprek vond plaats in mijn kleine keuken, Rani kon en mocht niets horen. Ik sprak minstens drie kwartier met Maggie, een beslissende conversatie, stof voor een vervolgverhaal. Ik schrijf het hier later nog op.
Toen ik terug in de living kwam, was Rani weer helemaal aangekleed, ik vond haar knap en koket, ik had vooral respect voor haar, grote dame. Ze had meteen begrepen dat onze kans verkeken was. En toch, ze nodigde mij nog mee uit om te gaan dineren, op haar kosten. Jawadde.
De climax is er dan toch gekomen, onder de vorm van een rijdende tijger. Rani verplaatste zich met een super-de-luxe Jaguar. Ik zakte compleet verrast in het fluwelen pluche van de kussens. Rani reed meesterlijk, uiterst beheerst, ik hoorde haar nauwelijks ademen, wat een vrouw. Het was één en al gratie aan dat majestueuze stuur, ze schakelde geruisloos, ze streelde de versnellingspook, zo teder, alles sensueel.
Ik zat onderdanig naast haar, keek naar haar profiel, dat trotse hoofd. Bijna was ze uit de kleren gegaan voor mij. Wat een eer. Maar ik was opeens gaan lopen, weg van de begeerte. Met ongewilde nederigheid.
Ik had plots plaats gemaakt voor de magische Maggie. Ze maakte de explosieve kattensprong van een minnende graaf naar de gave liefde. Haar aankomst per telefoon was de gedroomde inval geweest. Ze stopte Rani’s hete bloot. Weg de luxe van haar elitaire erotiek. Maggie kwam.