“Ik ben altijd in zekere mate tegendraads geweest, en word dat nu allicht ook op meer publieke manieren. Ik identificeer me moeiteloos met stokoude Chinese dichters, van die enthousiaste oudjes met witte baarden die, terwijl ze door de straten zwerven, mysterieus en vreemd doen en puntige waarheden rondstrooien. Dat is het helemaal!
Ik lees ook graag over hele oude seniele kunstenaars, artiesten die compleet gek geworden zijn en om niets of niemand nog geven. Picasso is zo’n voorbeeld, Monet… Heerlijk! Ze maken alleen nog kunst voor zichzelf, en omdat ze in de loop van een schildersleven zo veel techniek verworven hebben, kunnen ze schijnbaar op automatische piloot de mooiste dingen maken. Of neem Shakespeare in zijn laatste maanden, toen zijn publiek hem niet meer kon schelen. wat zou ik graag zo eindigen: een oude gek die fantastische dingen doet en zich geen reet aantrekt van wat men ervan vindt”.