Het is moeilijk om voor iedereen goed te doen, bakken kritiek uit Baalrode en zure oprispingen uit Becquevoort. Terwijl het ergste nog moet komen voor die laatste mensen, inclusief de dieren en de communisten uit dat dorp. Lotsbergen daarentegen reageert opgetogen, sinds mijn vorige column voelen ze zich daar erotisch in ere hersteld. Meerdere familieleden, kennissen en vrienden van ons Zeeke vragen om een kopie van de tietenillustratie die mijn geliefde penseelde. Ik onderhandel momenteel met Nathalie om te zien in hoeverre wij dat volkje (Limburgers, maar dat is hun vergeven) van nagebootste borsten kunnen voorzien.
Eerst een selectie doorvoeren in de messengerpost, want perverten zitten er zeker tussen.
Nogmaals, beste lezers, onze bezorgdheid gaat steeds naar de esthetiek van die seksuele avonturen, wij zijn eerder verfijnde epicuristen dat aanhangers van de vrije liefde. Maar we veroordelen niks, ook niet de soms stuitende bandeloosheid uit Baalrode, ieder diertje zijn pleziertje is ons motto. Ik kom hierop later in dit stuk nog terug, het wordt weer bangelijk beestige lectuur.
Tussendoor toch even het volgende: ik schreef in recente bijdragen met deernis en weemoed over Frekke, Marjolein, Pa Tist, Irma, Josephine, Joske en andere sensuele helden. Geef ze voor mijn part een standbeeld in mijn geboortedorp, bijvoorbeeld pal voor de ingang van de exclusieve buurtbrasserie Esfera. De uitbaters zijn commerciële schavuiten, die kunst is hun van harte gegund.
Helaas kan ik hier niet in schoonheid verder tokkelen, want zoals reeds in de aanhef vermeld, moet Becquevoort nog verder aan bod komen. Waarlijk een zondig dorpke, niet alleen omwille van de twee bolsjewieken (mijn familie, sorry) die er wonen, maar wegens wel erg bezwarende feiten uit een niet zo ver verleden. Wat ik hier ga beschrijven, tart elke verbeelding.
Terwijl Baalrode, en in minder mate Lotsbergen, excelleerden in uitbundig vreemd gaan, ongegeneerd scheefpoepen, spitsvondige vormen van partnerruil en prille pogingen tot oprichting van clandestiene parenclubs (niet te geloven hé, die pioniersgeest), was Becquevoort gewoon voos en vunzig. Dat hadden ze daar te danken aan één gore familie die de reputatie van een gans dorp verkwanselde, en zelfs voor schaarse navolgers in de zonde zorgde. Betreffende de harde feiten (de naakte waarheid) aarzel ik, want er zit een zwaar strafrechtelijk aspect aan vast. Ik weet ook niet of de betrokken seksuele daders allemaal overleden zijn. Ik heb zelfs even overwogen om het parket bij deze zaak te betrekken, maar omdat mijn teksten toch worden nagelezen door de erg gehaaide advocaat van mijn niet zo fraaie schoondochter en die haar justitiële zus substituut is in Leuven, weet ik me perfect ingedekt.
Van uw familie moet ge het hebben, zeg ik altijd. Die gerechtszuster is ook nog woonachtig in Becquevoort, wat de cirkel van het kwaad schoon rond maakt. Ik hoop dat ze dat niet persoonlijk neemt en bij het lezen begint over te geven op haar toga (handig voorzien van een bavetje, dat wel). Maar ik wijk weer af, het ging over een soortement seksgeplogeheid, tussen aparte partners.
Aan de éne kant van het speelveld had je de Becquevoortse neefjes X, Y & Z en aan de andere kant een ganse zwijnenbende, zijnde de varkens in de stal van hun bompa. Welnu, die zinnelijk krankzinnige kozijnen kropen op die weerloos knorrende zwijnen. Om aan hun primaire behoeften te voldoen. Het ging niet om voedsel van die dieren op te likken, geen eten of drinken te stelen uit hun troggen, maar om te penetreren bij de beesten. Daar zijn bewijzen van, zwart op wit, ik zag de foto’s indertijd. Voor zulke walgelijke wanpraktijken bestaat een woord: bestialiteit, wat een misdrijf tegen de goede zeden betekent, ten strengste verboden, strafbaar zonder meer. Uiteraard ging het om marginale mensen, maar daarom niet verschoonbaar. Niettemin werd er door omstaanders mee gelachen, waren er supporters en dus zelfs een fotograaf van dienst. Dit onheuglijke voorval geschiedde een paar tientallen jaren geleden, maar die geschiedenis blijft stinken, het onwelriekende gebeuren straalt af op het onschuldige dorp. Die varkens hadden daar immers geen last van, beweert een plaatselijke kameraad, dat gaf enkel wat kriebel aan hun gat. Nog een andere lokale maat verwijst naar uitheemse culturen, naar seksuele interactie tussen diverse soorten levende wezens, de fauna die de flora bevrucht en omgekeerd. Dan moet ik passen, ik ben noch een wetenschapper, noch een intellectueel, slechts een kleine chroniqueur van de zeden in het heden en verleden.
Een nieuwe kennis van ons is nog socioloog geweest aan de hogeschool, hij doceert privé verder over het onderwerp als ik hem de casus tussen pot en pint voorleg. Hij wijst me op de wijsheid van de taal, de kernen van waarheid die in de geboorte van woorden zit. Wat stelt bijvoorbeeld een ‘geitenneuker’ voor? Dat was de eertijds niet zo flatterende benaming voor mohammedanen, zoals in de jaren zestig de gastarbeiders van moslimorigine werden genoemd.
Stemt dat tot nadenken, en zo ja: hoe? Even ter herinnering, de Nederlandse filmmaker Theo Van Gogh durfde het nog aan om begin jaren 2000 dat scheldwoord te gebruiken, hij is er voor aangevallen op straat en gekeeld geworden als een… varken, door een islamterrorist. En dichter bij huis, in mijn soms onkuise geboortedorp Baalrode: daar werd krols gesproken en mottig gegrapt over ‘hinnen- en kernijnenpoepers’, wat in het schoon Vlaams staat voor seksueel misbruik van kippen en konijnen.
Zeg nu zelf, beste lezers, trek uw eigen besluiten. Ik geef enkel de sociologische voorvallen aan, niks nieuws onder de zon denk ik dan. Die intieme verstrengeling tussen mens en dier is niet mijn uitvinding. Als ik op Facebook de innige profielfoto’s zie van sommige dames en heren met hun aanhankelijke en aanminnige katjes en hondjes, dan mag u dienaangaande graag mijn gedachten proberen te lezen. In Becquevoort ging men een bekke voort en verder dan de geplogenheden die geoorloofd waren.
Is het bang wachten op het laatste oordeel, van de dieren over de mensen? Dan komt ieder uit zijn hol (soms het varkenskot).
Of krijg ik vooralsnog een straffere tip uit het prachtige Baalrode, het onovertroffen Sodom en Gomorra van het Hageland?
Je bent een echte kunstenaar . Groetjes Rita
Dankjewel Rita (& André)
tot binnenkort!
Omer & Nathalie