Het geheugen is geen morele instantie, maar het slaat verontwaardiging, gekwetstheid en woede op als de boer zijn winteraardappelen.

De mortuis nisi de bene…

Over Gerrit Komrij: hij zat naar ons te grijnzen op de bodem van die morele afgrond, op die torenhoge diepte.

Over Rutger Kopland: hij zit zich daar, tussen de cascades van boeken en ordeloos verspreide inzendingen voor het Nieuw Wereldtijdschrift, als een ijdele, geldbeluste, minzaam doenerige, alles bij elkaar nogal geborneerde man te ontpoppen, die mij nog altijd met ‘Bruno’ aanspreekt, wat ik hem nog altijd niet vergeef.