Echter, veel minder bekend is dat op het Europese vasteland het belangrijkste oorspronkelijke denken over vrije meningsuiting afkomstig is uit onze eigen landsstreken. Het was een Antwerpenaar die voor het eerst in de Nederlanden ijverde voor vrije meningsuiting. Zijn naam is Franciscus Van den Enden. Uitgeweken naar Amsterdam gaf hij er les, onder meer aan de later beroemd geworden filosoof Spinoza. ‘Hij had een kleine gestalte maar met een spirituele en zeer aangename fysionomie’, zo zou hij in latere gerechtsverslagen worden beschreven. ‘Zijn conversatie was charmant. Hij was vol vuur in zijn redevoeringen, vooral in zijn antwoorden, enthousiast zelfs bij steriele onderwerpen, subliem in zijn gedachten. De filosofie, de theologie, de wiskunde met al haar afdelingen fascineerden wanneer hij erover sprak (…) Wat betreft de godsdienst, die had hij niet. Hij geloofde noch in straffen, noch in beloningen na dit leven, hoewel hij overigens een soevereine meester van het heelal beleed. Maar in privé-gesprekken ontdekte men zonder moeite zijn ware opvattingen over deze materie. In het publiek evenwel of in het bijzijn van onbekende personen nam hij zich zeer in acht.’ Volgens deze bron had Van den Enden Hebreeuws, Syrisch, Grieks, Latijn, Duits, Italiaans, Spaans en Frans gestudeerd, en was hij zeer bedreven in in de scheikunde en de bereidingen van geneeskrachtige producten.
Van den Enden schreef in 1665 zijn Vrije Politieke Stellingen, een van de vergeten opstapjes naar de Verlichting. Het werd een vurig pleidooi voor onder meer de ‘vrijheid van spreken’, Van den Endens betiteling voor het recht op vrije meningsuiting en de vrijheid die mensen moeten hebben om zich te ontwikkelen. In zijn zeventiende-eeuwse Nederlands luidde het zo: ‘Dat niemand zoowel Vremde als simpele Inwoonder, en Burger dezer Sociëteit om eenigerhande sustenue in zake van Godsdienst, of opinies halven door den wegens de H. Overigheits gestelde Scout, Opziender, of andersins Gevolmachtigde op eenigerhande wijze en zullen mogen worden gemolesteerd.’
Als een van de allereersten in Europa benadrukte Van den Enden ook dat vrije meningsuiting boven alle vrijheden hoorde te staan. ‘Het alderschadelijkste ja pestelentiaelste eenes Staets dat is dat er geen behoorlijke vryheit en wort gelaten… om alles met bondige reeden by te mogen brengen, wat yemandt voor ’t gemeene best verstaet, of meent vorderlijk te mogen, of konnen zijn.’
We zijn hem vergeten, maar Franciscus Van den Enden is wel de Vlaamse grondlegger van de democratische gedachte in een tijd toen je voor zulke meningen in de meeste landen nog kon branden aan de staak. Geboren in de verkeerde tijd, want hij eindigde trouwens in de Bastille, waar zijn voeten en knieën werden gebroken door foltering, en waar hij tenslotte werd terechtgesteld, nadat hij had geholpen aan een republikeins geïnspireerde samenzwering tegen de absolutistische heerser Lodewijk XIV. Hij verdween in de vergeetput van de geschiedenis, maar met de ondergang van Van den Enden was het niet afgelopen met de vrije gedachte.