Allemaal 100 – door Dirk DRAULANS
Uit Knack van 13 juli 2016
Of je gezond oud wordt, hangt meer af van je levensstijl dan van je genen. Niet roken, weinig alcohol drinken, gezond eten en genoeg bewegen zijn factoren die meer effect hebben dan medicatie om de nefaste neveneffecten van veroudering te bestrijden. Toch zit het eeuwige leven er nog niet in.
Het oudste land ter wereld, waar mensen gemiddeld het langst leven, is Japan. Dat komt door een combinatie van een gezonde natie met een goed uitgebouwd sociaal systeem, beperkte immigratie, een laag geboortecijfer (veel kinderen hebben er geen broers of zussen, maar wel groot- en overgrootouders) en een jeugd die geen zin meer heeft in seks. In het vakblad Science werd berekend dat tegen 2030 een derde van de Japanners ouder zal zijn dan 65 en een vijfde zelfs ouder dan 75. Die hogere levensduur zal niet ten koste gaan van de levenskwaliteit: de 75-jarigen zullen fysiek even gezond zijn als de 65-jarigen. Sommigen zien daarin een remedie om de druk op het sociaal systeem te verlagen: als oudere mensen dan toch gezond blijven, zullen er ook meer aan het werk moeten. Anders zou er tegen 2050 slechts iets meer dan één werkende Japanner per gepensioneerde Japanner zijn. Dat zou economisch onhoudbaar worden.
Het oudste dorp ter wereld blijkt Villagrande Strisaili te zijn: een bergdorp in Sardinië. Het Duitse weekblad Der Spiegel bracht er een reportage over. Nergens leven er verhoudingsgewijs meer honderdjarigen dan daar. De mensen worden er grondig bestudeerd omdat wetenschappers daar inzicht uit hopen te puren over hoe de mens oud kan worden zonder merkbaar aan levenskwaliteit in te boeten. Finaal kwamen ze tot de conclusie dat een natuurlijke, gezonde levensstijl aan de basis van het succes ligt: het dorp was zo geïsoleerd dat er nooit gerookt werd en dat er weinig ongezonde levensproducten binnenkwamen. In plaats van suiker gebruikten de bewoners bijvoorbeeld altijd honing als zoetstof. De lucht was er gezond, het water zuiver en de mannen waren van jongs af herders die het grootste deel van het jaar op hun gemak met hun schapen in de bergen kuierden. Geen stress en regelmatig bewegen zijn het beste recept voor een gezond hart. Maar de moderniteit met zijn vele potentieel schadelijke verlokkingen is nu ook het pittoreske dorpje binnengedrongen. Verondersteld wordt dat de oorspronkelijke voordelen op het vlak van de verlenging van de levensduur niet lang meer zo zwaar zullen doorwegen.
Intrigerend aan het dorp is ook dat mannen er gemiddeld niet vroeger sterven dan vrouwen, zoals elders in de wereld meestal het geval is. Het opvallende geslachtsgebonden verschil in overlevingskansen is biologisch gesproken een vreemd gegeven: bij andere diersoorten worden vrouwen zelden ouder dan mannen. Laat staan dat ze gemiddeld zes jaar langer zouden leven, zoals bij de mensheid het geval is. Het onderscheid heeft vooral te maken met het feit dat een vrij kleine groep mannen zo ongezond leeft dat ze nogal vroeg sterven aan hartproblemen, leverziekten of longkanker. Dat haalt het gemiddelde voor het mannelijke geslacht naar beneden. Met andere woorden: als mannen niet zoveel zouden roken en drinken en zich niet zo druk zouden maken over hun werk of relaties, konden ze even oud worden als vrouwen. Door testosteron gestuurd machogedrag is dus niet gezond voor een man. Dat is meteen de reden waarom ook chimpanseemannen een stuk minder lang leven dan hun vrouwen, terwijl dat bij gorilla’s, waar er tussen mannen minder door testosteron gestuurde competitie is, niet het geval is. Het lijkt er zelfs op dat een vaderrol met zorg voor de kroost over het algemeen de kans vergroot dat de levensverwachting van mannen meer in de richting van die van vrouwen gaat.
Omgekeerd hebben vrouwen de jongste eeuw (extra?) voorsprong kunnen nemen doordat ze gemiddeld veel minder kinderen baren dan vroeger, waardoor de fysieke druk op het vrouwenlichaam afnam en vrouwen wat ouder werden dan vroeger. Maar dat voordeel is het vrouwelijke geslacht momenteel aan het kwijtspelen. Als gevolg van de emancipatie bezondigen ook vrouwen zich meer aan geneugtes die minder gunstig zijn voor een langer leven, zoals roken en drinken. Dat sluit aan bij het groeiende inzicht dat vooral levensstijlfactoren bepalen hoe oud je wordt.
In een overzicht van de stand van zaken op het vlak van ouderdomsonderzoek stelde Science onlangs dat de ultieme preventieve aanpak om oud te worden gewoon gezond leven is. Een van de basisconclusies van de analyse is dat het verstandiger is om te streven naar een vertraging van het verouderingsproces dan te zoeken naar manieren om de verschillende ziektes die met veroudering gepaard gaan aan te pakken. Nu ligt de wetenschappelijke focus sterk op de medische strijd tegen de gevolgen van een hartaanval of aandoeningen zoals de ziekte van Alzheimer. Het basisidee achter de nieuwe aanpak is dat door het verouderingsproces te vertragen ook de ontwikkeling van aan ouderdom gekoppelde ziektes wordt uitgesteld.
De vraag is natuurlijk hoe dat moet gebeuren. Een derde van de mensen sterft plotseling. Voor de meesten van hen is de discussie dus niet aan de orde. Voor de anderen is de vraag in welke mate er een genetische voorbestemming om oud te worden bestaat. Op dat vlak is de consensus dat een derde van de leeftijdsbepalende factoren aan genen gekoppeld is. De leden van sommige families verouderen langzamer dan die van andere families.
Wetenschappers speuren in diersoorten, variërend van stokoude walvissen en naakte molratten die verhoudingsgewijs heel lang leven tot kleine visjes die snel sterven, naar genen die een rol spelen in het verouderingsproces. Dat levert wel wat indicaties op, maar tot dusver weinig tastbare resultaten, laat staan resultaten waarop een behandeling of ingreep voor de mens gebaseerd zou kunnen worden.
Een van de stoffen die gedetailleerd onder de loep wordt genomen, is telomerase: een eiwit dat bijdraagt tot het herstel van de telomeren. Dat zijn kapjes op de uiteinden van de chromosomen die moeten vermijden dat een DNA-streng aftakelt (zoals de plastic kapjes die schoenveters voor uitrafelen moeten behoeden). Hoe meer telomeren aftakelen, hoe kleiner de kans op een lang leven is – dat is tenminste de theorie. In die zin worden telomeren beschouwd als de kanaries van veroudering: ze zijn de eerste die merkbaar beginnen af te takelen, de rest volgt. Korte telomeren geven ook mee de aanzet tot het ontstaan van aan ouderdom gekoppelde ziektes. Omdat telomerase het herstel van telomeren bevordert, zou de stof een effect kunnen hebben op het bepalen van ouderdom. Maar voorlopig krijgen wetenschappers geen greep op dat proces en kan het dus niet worden ingezet in de strijd tegen veroudering.
Dat wil uiteraard niet zeggen dat er geen experimenten met antiverouderingsmiddelen gedaan worden. Wetenschappers zijn al begonnen met klinische experimenten met geneesmiddelen, waarvan gehoopt wordt dat ze een levensduurverlengend effect hebben. Het onderzoek verloopt moeizaam, onder meer doordat de autoriteiten die het gebruik van geneesmiddelen moeten goedkeuren verouderin
g niet als een ziekte zien. Daardoor kunnen de klassieke protocollen voor de studie van geneesmiddelen niet gebruikt worden. Een belangrijk middel dat desondanks in de pijplijn zit, is metformine, dat al gebruikt wordt in de strijd tegen diabetes. De mogelijke levensduurverlengende functie van het middel werd duidelijk toen bleek dat sommige groepen diabetespatiënten gemiddeld langer leven dan mensen zonder diabetes. Metformine zou het risico op kanker en hartaandoeningen verminderen. Volgens New Scientist zou het een effect hebben dat vergelijkbaar is met dat van langdurig vasten of streng diëten (in het jargon wordt dat vertaald als het beperken van calorieopname). Met experimenten is aangetoond dat het leven van wormen en muizen sterk verlengd kan worden als je ze op een hongerdieet zet. Het vakblad Aging Cell meldde recent zelfs dat er een chemische stof ontdekt is die het vasteneffect bij draadwormen simuleert: ze blokkeert het circuit in het wormenlichaam dat aangeeft dat er voedsel aanwezig is.
Iets vergelijkbaars geldt voor apen. Nature schreef onlangs dat genetisch ingrijpen op de moleculaire circuits in een apenlichaam die gevoelig zijn voor de reacties op voedingsstoffen, effecten kan hebben die vergelijkbaar zijn met vasten. Natuurlijk is het gemakkelijker om vasten te simuleren door een middel in te nemen of in te spuiten dan effectief bijna voortdurend zo weinig te eten dat je er een langer leven aan kunt overhouden. Slechts weinig mensen zullen daar een permanent hongerdieet voor over hebben. Hoewel er zijn die het erop wagen, weliswaar zonder garantie op succes.
Een ander middel met potentieel als leeftijdsverlenger bij de mens is rapamycine. Ook dat is al op de markt, om het afstoten van organen na een transplantatie tegen te gaan. Het zou echter ook effect hebben als nabootser van vasten en streng diëten. Het middel onderdrukt het afweersysteem bij een transplantatie, maar zou eveneens het sputteren van de afweer bij het ouder worden vertragen. Een vergelijkbaar effect wordt verwacht van het geneesmiddel everolimus, dat gebruikt wordt om de reactie van bejaarden op een griepvaccinatie te bevorderen.
Het hoeft dus geen betoog dat voeding een belangrijke rol kan spelen in het al dan niet waardig ouder worden, maar er zijn uiteraard nog andere elementen. Het vakblad Cell publiceerde onlangs een analyse van de drie belangrijkste ouderdomsversnellende factoren in een mensenleven: giftige stoffen uit onder meer sigarettenrook en uitlaatgassen, beschadiging van cellen als reactie op stralen, zoals die van de zon, en chronische psychische belasting, inclusief factoren als ononderbroken geluidshinder. Dat zijn zaken waar je als individu min of meer greep op hebt. De klassieke aanbevelingen voor een gezonder leven: niet roken, niet te dik worden, op je voeding letten en voldoende bewegen, kunnen dus ook je kans op waardig oud worden vergroten. Je moet je comfortzone durven te verlaten om een grotere kans te hebben om langer te leven. Het effect daarvan zal in ieder geval groter zijn dan dat van zogenaamde wondermiddelen die nu vooral via het internet worden aangeboden, zoals vitamine C, sirtuïne-eiwitten of het hormoon DHEA. Wie denkt zich er met een pilletje vanaf te kunnen maken, zal voorlopig niet aan het langste eind trekken. Oud worden zal wat moeite kosten.
Eeuwig leven lijkt echter niet binnen handbereik, wat futurologen met een ongezonde dosis optimisme daar ook over mogen beweren. Er zijn grenzen aan de mate waarin we onze biologische overleving kunnen rekken. In principe investeert de natuur niet in levens die zich niet langer efficiënt kunnen voortplanten. Wij hebben die grens met wetenschap en technologie verlegd, met grote gevolgen voor de betaalbaarheid van onze samenleving. Maar de uitbreidingscapaciteit lijkt beperkt te blijven. Honderd worden zou haalbaar zijn voor een substantieel deel van de mensen die op genetisch vlak goed zijn uitgerust en gezond leven. Maar de 120 halen is een ander paar mouwen. Dat lijkt iets voor de happy few te zullen blijven. Op voorwaarde dat je tevreden bent met een leven dat zich vooral in een luie stoel in het woonzorgcentrum afspeelt.