Uit Knack van 4 maart 2015  – artikel van Jef Van Baelen

Het nieuwe wereldkampioenschap in de MXGP-klasse ging dit weekend van start in Qatar. Zonder Joël Roelants, een van de grootste jonge talenten die het motorcross kende. Vorige zomer viel de Kempenaar zwaar, sindsdien is hij verlamd vanaf de borst. Dit is de monoloog van een doorbijter. ‘Ik heb een superleven.’

 ‘Ik zie het nog beeld voor beeld voor me. Het gebeurde tijdens de oefenrondes van de Grote Prijs van Italië. Ik wil een snelle tijd neerzetten, en neem bij een dubbelsprong de binnenbocht. Nipt mis ik – het scheelt vijf meter – de piek van de tweede bult. Ik kom neer op een zompig stuk, mijn wiel blokkeert en ik vlieg over mijn stuur. De motor, die 100 kilo weegt, landt op mijn rug.’

‘Een helikopter brengt me naar het ziekenhuis. Minutenlang sleuren dokters aan mijn schouders en mijn benen om me uit te rekken. Mijn lijf zit in een wrong, ik ben in een klap tien centimeter kleiner geworden. Ik krijg morfine, en toch is de pijn niet te harden. Het voelt als een verlossing wanneer ze me onder narcose brengen.

‘Zodra ik wakker word, vraag ik hoeveel kans op herstel ik heb. Niemand zegt iets. Niemand durft het. Ik blijf aandringen. Dan valt het verdict. Vier uur lang trek ik me in mezelf terug, om na te denken. In eenzaamheid, zonder andere stemmen. Ik zie twee keuzes. Ofwel zit ik zes maanden te treuren, en hoop ik dat ik daarna de kracht heb om mijn leven weer op te pakken. Ofwel neem ik de zaken nú in handen, bekijk het positief, en geef me helemaal. Ik maak een heel rationele, logische afweging. Treuren zou niets veranderen aan de werkelijkheid, de situatie aanvaarden en hard werken wél. Mensen vinden het raar dat ik direct zo voor het positieve koos, maar ik ben blij dat ik het zo heb aangepakt. Mijn leven was niet voorbij, hè. Het nam gewoon een andere weg dan ik had gedacht.’

 ‘De revalidatie duurde maar een paar weken. Een record, zeiden de dokters me. Dat ik sportman ben, was mijn geluk. De revalidatietrainingen waren lichter dan wat ik gewoon was als motorcrosser. De psychologische begeleiding wou ik niet. Het eerste gesprek met de psychologe bleek verplicht, maar ik antwoordde alleen met ja en nee. Aan het eind van het gesprek zei ik: “Ik heb liever dat u niet meer terugkomt.” Die mevrouw heeft zich daar goed aan gehouden. (lacht) Ik kan er niet tegen dat iemand zich met mijn problemen komt bemoeien. Ik los ze liever zelf op.

‘Mijn omgeving kon moeilijker aanvaarden dat ik verlamd was dan ik. Ik zal niet zeggen dat het meevalt, maar het gaat. Ik heb een superleven. Ik voel me, echt waar, ontzettend gelukkig.’

 ‘Een diploma heb ik niet. Maar iemand die wil werken en ideeën heeft, vindt altijd wel zijn plaats. Ik krijg veel aanbiedingen om lezingen te geven, ‘om mijn inspirerende verhaal te vertellen’. Je kunt vast leren om twee uur vol te praten, maar in vijf minuten kan ik alles zeggen wat ik te zeggen heb: ‘steek de handen uit de mouwen’, ‘maak van elke situatie het beste’, en ‘positief blijven kost evenveel moeite als klagen, maar het brengt meer op’.

 ‘Vroeger wou ik graag uitzonderlijk zijn. Opvallen. Er wat tussenuit springen. Nu wil ik vooral dat ze me bekijken als een normaal mens.’