Uit Drugs in het Derde Rijk van Norman OHLER

… maar ook Giesing kon niet met lege handen bij de Führer aankomen. Zijn favoriete middel om de pijn in het oor-, neus- en keelgebied vanwege de trommelvliesbeschadiging te bestrijden was uitgerekend cocaïne, het door de nazi’s zo zwaar bestreden ‘Joodse degeneratiegif’. De keus was niet zo vreemd als die op het eerste gezicht lijkt, want in die tijd waren er nog niet veel aternatieven voor plaatselijke verdoving, en cocaïne was als geneesmiddel in elke apotheek te krijgen. Als we Giesing mogen geloven, in dit geval de enige bron, verstrekte hij het staatshoofd de jetsetdrug tussen 22 juli en 7 oktober 1944, dus gedurende vijfenzeventig dagen, meer dan vijftig keer door die met een penseel in de neus of keel aan te brengen. Het directe contact met de slijmvliezen garandeerde een optimale werking. Het ging om de beroemde absoluut zuivere en hoogwaardige cocaïne van Merck, speciaal per koeriertrein uit Berlijn aangeleverd in de zeer psychoactieve ‘cocaïneoplossing’ van tien procent in verzegelde fles. De SS-apotheker van het Reichssicherheitsamt had er persoonlijk voor getekend dat de flesjes volgens voorschrift waren gevuld en in de Wolfsschanze werden ze door Hitlers bediende Linge persoonlijk achter slot en grendel bewaard.