Binnen een week moesten alle Joden een gele, zespuntige ster ter grootte van een volwassen handpalm op de linkerborst van hun kleding bevestigen. Alle Joden, dus ook vrouwen en kinderen. Elke ster kostte een kledingsbon (van de distributiekaart), plus vier cent. Op de gele ster stond het woord JOOD.
Op de dag dat deze maatregel in werking trad, droegen sommige niet-Joden, verbolgen over deze vernedering van hun medeburgers, ook een gele ster op hun jas. Er waren mensen die als symbool van solidariteit gele bloemen in hun knoopsgat of in hun haar droegen. In sommige winkels verschenen bordjes waarop christenen werden opgeroepen om hun bijzonder respect voor de Joodse naasten te tonen, door bijvoorbeeld de hoed voor hen af te nemen, of hen op een ander manier te laten merken dat ze niet helemaal alleen stonden.
Veel mensen deden wat ze konden om hun solidariteit te betuigen. Deze verordening stak hen op een of andere manier veel dieper dan alle voorgaande en wekte grote woede. Je zag die eerste dagen zoveel gele sterren en gele bloemen dat de Rivierenbuurt werd omgedoopt tot de Melkweg. De Jodenbuurt werd schertsend Hollywood genoemd. Die manifestatie van trots en solidariteit duurde tot de Duitsers begonnen mensen in elkaar te slaan en te arresteren. De bevolking werd te verstaan gegeven dat eenieder die de Joden op enigerlei wijze steunde, op gevangenisstraf en eventueel de doodstraf kon rekenen.